Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Geloof is waardeloos

Koen Smets
powerlines
(Foto: Flickr CC)

Hij vat goed de basis van de wetenschappelijke methode samen (niet alleen voor de economie, de dismal science, trouwens): wanneer een theorie niet langer overeenkomt met de waargenomen feiten, wordt ze afgevoerd of aangepast. Onderzoek gebeurt aan de hand van hypothesen die worden bevestigd of verworpen, en de onderzoekers zelf zijn agnostisch wat betreft het lot van welke stelling dan ook: het kan hen niet schelen welke hypothese blijkt te kloppen of niet.

Foute wetenschap

Dat is echter helaas niet altijd het geval. Soms zijn onderzoekers gemotiveerd door andere zaken dan het ontdekken van de waarheid. Zo is de kans dat een studie gepubliceerd wordt veel groter wanneer ze een positief resultaat beschrijft dan in het alternatieve geval. Publicatiedruk leidt tot publicatiebias (de wereld hoort nooit over een studie met een negatief resultaat), en tot p-hacking, het ‘masseren’ van data om een statistisch beduidend resultaat te bekomen.

Wetenschappelijk onderzoek kan ook omwille van ideologische motieven worden misbruikt. De idee dat wie in de nabijheid woont van een hoogspanningslijn last heeft van gezondheidsproblemen is niet nieuw, en toen in 1992 een Zweedse studie meldde dat het risico op leukemie bij kinderen die binnen de 300 meter van zo’n leiding woonden vier keer hoger lag dan normaal, was dit koren op de molen van campagnevoerders.

powerlines
Hallo, leukemie? (Foto: Flickr CC)

Het Amerikaanse PBS-televisieprogramma Frontline boog zich over dit fenomeen in 1995. De studie in kwestie bleek zich schuldig te hebben gemaakt aan kanskapitalisatie, (multiple comparisons fallacy in het Engels). Hoezo? De Zweedse onderzoekers hadden zich niet beperkt tot het specifiek zoeken naar een verband tussen de nabijheid van hoogspanningslijnen en de incidentie van leukemie bij kinderen, maar onderzochten gelijktijdig zo’n 800 uiteenlopende risico’s.

Maakt dat een verschil? Jazeker, een voorbeeld: ik wil iemand met een muntstuk betalen, maar hij beweert dat het vals is. Als een eerlijk stuk 10 keer wordt opgegooid, is de kans dat het minstens 9 keer kop oplevert erg klein (1,07% om precies te zijn). Zo klein dat we mogen aannemen dat het muntstuk vals is als dat gebeurt. Dit is dus een aanvaardbare manier om na te gaan of het al dan niet om een eerlijk muntstuk gaat.

Stel nu dat ik iemand met 100 geldstukken wil betalen, en die beweert dat er valse stukken tussen zitten. Voor elke inividuele munt geldt de methode van zopas, maar is dat ook zo voor 100 munten? De kans dat een eerlijk geldstuk minder dan 9 keer kop oplevert, is bijna 99% (100%-1,07%). De kans dat twee eerlijke munten allebei minder dan 9 keer kop opleveren, is iets kleiner, namelijk 99% x 99%, of 97,9%. Voor drie muntstukken is de kans weerom een beetje kleiner (96,8%), en zo gaat dat verder – tot het voor 100 muntstukken nog slechts 34% is. Dat betekent dat, als al mijn geldstukken eerlijk zijn, de kans 66% is dat er eentje tussenzit dat 9 of 10 keer kop oplevert, meer dan 1 op 2.

Het lijkt dan alsof dat ene muntstuk vals is, maar dat komt enkel omdat we zo’n groot aantal munten testen. We hebben vooraf niet aangegeven welk stuk vals zou zijn, en het feit dat één van de 100 een opmerkelijk resultaat oplevert is, welja, geheel onopmerkelijk. Het is allerminst een bewijs dat ik met vals geld wil betalen.

Hetzelfde geldt wanneer je de correlatie onderzoekt van 800 verschillende condities met de nabijheid van hoogspanningslijnen. Zelfs wanneer er niets aan de hand is, ga je toch statistisch voor enkele condities een verhoogde frequentie vaststellen. (Dit fenomeen krijgt soms een andere naam, die meer tot de verbeelding spreekt – de Texas Sharpshooter Fallacy – verwijzend naar een schutter die lukraak een oude schuur beschiet, en er achteraf de roos omheen schildert.)

Niets aan de hand dus. Maar desondanks vonden voldoende partijen die - al dan niet te goeder trouw - volhielden dat er wél iets aan de hand was, en een goede voedingsbodem in de geesten van de mensen die toch al geloofden dat er iets niet pluis was met elektriciteitsdraden.

Wie is sneller, de leugen of de waarheid?

Sedert die tijd zijn de sociale media een rol gaan spelen als een gigantische roephoorn voor informatie – helaas ook voor informatie van dubieuze herkomst. Een recente studie stelde vast dat samenzweringstheorieën zich even gemakkelijk en snel verspreiden als bonafide wetenschappelijke theorieën.

Het oude spreekwoord zegt, “Al gaat de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel”. Is dat wel zo? Het nakende referendum in het VK, een prima voedingsbodem voor allerlei nonsens, doet alvast twijfels rijzen.

Boris Johnson, een van de boegbeelden van het Leave-kamp, beweerde onder meer dat de EU het recycleren van theezakjes verbiedt en beperkingen oplegt betreffende de maten van doodskisten. (onzin). Er wordt ook flink met cijfers gegoocheld en niet alleen door de Brexiteers: de Treasury (het ministerie van Financiën) publiceerde eerder deze week een lijvig document waaruit zou moeten blijken dat elk huisgezin £ 4.300 (€ 5.500) per jaar zou verliezen wanneer het land de EU zou verlaten (het gaat om een reductie van het BBP, niet van de inkomens). Maar de meest persistente onwaarheid is die van de grootte van de bijdrage van het VK aan de Europese Unie: ook al is al vele keren met onweerlegbare feiten aangetoond dat de werkelijke netto-kost veel lager ligt, de propaganda aan de Leave-kant blijft het cijfer van £ 350 miljoen (420 miljoen euro) per week gebruiken.

boris
De blauwe kleur van deze tram? Opgelegd door de EU, zeg ik je! (Foto Flickr CC)

De claims aan beide kanten spelen vooral in op de confirmation bias van het publiek. Dat verschijnsel werd in deze column een tijdje geleden al nader bekeken: het is een diepgeworteld mechanisme waardoor we feiten die goed passen in wat we al denken of te weten méér waarderen dan feiten die ons geloof tegenspreken. De beste manier om daar niet voortdurend het slachtoffer van te worden is meer sceptisch te zijn. “Speel advocaat van de duivel”, adviseert psycholoog David Dunning, die samen met collega Justin Kruger het Dunning-Kruger effect beschreef (dat aangeeft hoe het vooral incompetente personen zijn die hun kunnen overschatten). Wanneer je actief nagaat waarom je diagnose of je conclusie verkeerd zouden kunnen zijn is er minder kans dat je in de onwaarheid blijft hangen.

Het probleem is het geloof

Maar uiteindelijk is het niet het mechanisme dat we de schuld moeten geven voor het probleem: het probleem ligt bij ons geloof zelf, of tenminste bij de waarde die we eraan toekennen. Het is precies omdat we zo gehecht zijn aan wat we geloven, dat we het zo moeilijk hebben het in vraag te stellen en oude, incorrect gebleken inzichten te vervangen door nieuwe en betere. Verlies-aversie speelt niet alleen voor materiële eigendommen, maar ook voor emotioneel bezit.

Wie aan wetenschap doet, doet dat best vanuit een neutraal standpunt, zonder enige emotionele payoff voor de bevestiging of de ontkenning van welke hypothese dan ook. De werkelijke baat van onderzoek is het verwerven van kennis, niet ‘gelijk halen’. Maar ook voor gewone stervelingen moet soms een keuze worden gemaakt tussen wijsheid vergaren en vasthouden aan een geloof. Wie echt wijsheid nastreeft moet af van het idee dat er een emotionele kost is verbonden aan het opgeven van een doorprikt geloof, en accepteren dat het een goede zaak is je geloof te verliezen.

Want geloof op zichzelf heeft geen waarde. Enkel geloof dat niet in strijd is met de feiten kan waardevol zijn. Mijn geloof in dat oude spreekwoord over leugen en waarheid staat alvast bij het grof huisvuil.

LEES OOK
Koen Smets / 02-02-2024

Vele kleintjes

Bij grote aantallen van heel kleine hoeveelheden slaat onze intuïtie wel eens tilt.
luilekkerland
Olivier Pintelon / 26-04-2021

Hoe onze vrije tijd vrijwaren?

Zullen robots ons werk overnemen? De toekomst van werk hangt niet louter af van technologische innovaties. De sleutel ligt bij de aanpak van ongelijkheid.
paul-einerhand-iRqUgXM-gj0-unsplash
Koen Smets / 06-09-2019

Voorzichtig met verbintenissen

Hoe vastberadenheid om een slechte beslissing te vermijden kan leiden tot een nog slechtere beslissing.
clocky