Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Panama Papers en belastingdruk

Koen Smets
9661818784_6ce5fdb95a_k-compressor
Panama (Foto: Flickr (c)

Hij betwijfelt “dat de complexiteit van het Belgische belastingssysteem de hoofdschuldige zou zijn voor de beslissing van individuen om al dan niet illegale structuren op te zetten om zo belastingen te ontduiken en/of te ontwijken” en vraagt zich af “hoe laag belastingen moeten zakken opdat iedereen ze gewillig zou betalen? Als fortuinlijke families er nu voor kunnen kiezen nul procent te betalen op de inkomsten uit hun vermogens, waarom zouden ze dan eender welke belastingvoet hoger dan nul aanvaarden?”

Zijn eerste stelling lijkt eerder een stroman. Het is in elk geval een opmerkelijke interpretatie van het citaat van Vereecks standpunt, als zou de complexiteit van het Belgische belastingssysteem de hoofdschuldige zijn. Zijn pleidooi voor ‘transparantere, eenvoudigere’ belastingen lijkt eerder te refereren naar het kluwen van achterpoortjes, uitzonderingsmaatregelen en concessies, die gehaaide fiscale ingenieurs toelaten een route naar de Kaaiman-eilanden, Macao of Panama uit te stippelen. (Daarin staat België overigens lang niet alleen: de Britse tax code is 17.000 pagina’s lang – drie keer zoveel als in 1997. Ter vergelijking, die van Hong Kong beslaat 276 pagina’s)

De hoofdschuldige, als we die term dan toch gaan gebruiken, is de motivatie van de betrokkenen. En daar kan inderdaad wel wat over worden gezegd. Wat Toon Vanheukelom suggereert is dat wie nu geniet van een de facto nultarief dankzij offshore-constructies zich sowieso niet zal laten verleiden tot het betalen van verlaagde belastingen, hoe laag ook het tarief, en dat in tegenstelling tot wat de professoren suggereren, een lagere belastingdruk geen effect zal hebben.

Dat lijkt op het eerste zicht niet onredelijk: een homo economicus die zijn persoonlijke nut wil maximaliseren kiest natuurlijk voor de optie die dat doel bereikt. Elke belasting hoger dan 0% is vanzelfsprekend minder aantrekkelijk dan de optie helemaal geen belasting te betalen. Maar de meeste mensen zijn geen rationele nutsmaximaliseerders, en maken beslissingen die een ruimer gamma van factoren in rekening brengen dan enkel het saldo van hun (geheime) bankrekeningen. Wie de geldende belastingvoet te hoog vindt, heeft echter slechts twee mogelijkheden: betalen volgens dat tarief, of de fiscale verplichtingen ontduiken. Er is geen tussenweg.

De evolutie van muziekdownloads schetst een interessant beeld van de wisselwerking tussen het legale en het illegale. Rond de eeuwwisseling waren Napster, Kazaa en een handvol gelijkaardige diensten bijzonder populair. Je kon er gratis, zij het geheel onwettelijk, karrenvrachten muziek downloaden – zeker toen breedband de knetterende, langzame modemverbindingen begon te verdringen. In het begin waren er geen legale alternatieven, maar de eerste aanbieders die dat wel deden waren moeilijk te gebruiken en erg duur in vergelijking met de kostprijs van een CD. Illegaal downloaden bleef de norm. Pas toen iTunes de weg wees met redelijk geprijsde downloads en een handige interface, schoot legaal downloaden de hoogte in en verdrong het al gauw het piratengedrag. In het VK was er in 2015 weliswaar nog steeds een consument op vijf die de illegale weg bewandelde, maar legale downloads en streaming nam toe met 10% sedert 2013. Nu is een tiener met meer honger naar muziek dan het zakgeld mogelijk maakt niet echt te vergelijken met een miljardair met een vermogen in Panama, maar het stelt wel vragen bij de bewering dat wie voor nul kiest, ook al is dat van dubieuze legaliteit, dat onvoorwaardelijk en altijd zal doen.

9661818784_6ce5fdb95a_k-compressor
Belastingparadijs Panama (Foto: Flickr CC (c) Matthew Straubmuller)

Faire belastingen

Een objectieve, universele definitie van fairheid inzake belastingen is niet echt mogelijk – eerlijkheid kan niet worden losgemaakt van ons eigenbelang. Iedereen beseft wel dat er een bijdrage moet worden geleverd om de maatschappij aan de gang te houden en openbare dienstverlening te financieren, maar hoe minder we daar zelf voor moeten opdraaien, en hoe meer anderen (in het bijzonder zij die rijker zijn dan wij), hoe beter.

Dat doet denken aan het probleem van de tragedy of the commons (de tragedie van de meent), iets waar Ivo Vanuffel op Twitter aan herinnerde. Bijna tweehonder jaar geleden beschreef de Britse econoom William Forster Lloyd hoe, als iedereen naar hartelust en zonder beperking zijn vee kon laten grazen op de gemeenschappelijke weiden, daar binnen de kortste keren geen gras meer zou overblijven.

Nochtans is er een belangrijk verschil. De meent uit de metafoor is een bestaande, permanente hulpbron, met een gekende graascapaciteit. De schatkist daarentegen is elk jaar weer leeg, en moet telkens weer worden gevuld met geld dat bij de belastingbetaler wordt opgehaald. Er is geen gemeenschappelijke weide, hooguit een impliciete burgerplicht om bij te dragen tot het draaiend houden van de maatschappij. “Belastingen zijn de prijs die we betalen voor een geciviliseerde samenleving”, is hoe Oliver Wendell Holmes het formuleerde.

Zo veel mogelijk veren, zo weinig mogelijk gesis

Misschien met uitzondering van de meest verstokte libertair, is dit een uitspraak waarmee weinigen het oneens zullen zijn. Maar hoe hoog mag die prijs dan wel zijn? Jean-Baptiste Colbert, de minister van financiën van Lodewijk XIV, zag het zo : « De kunst van het belasten bestaat erin de gans zodanig te plukken dat men het grootst aantal veren bekomt, met zo weinig mogelijk gesis.” En de roemruchte Laffercurve suggereert dat er een tarief is dat voor maximale belastinginkomsten zorgt.

Voor een onderneming is het niet zo vreemd dat ze in het zaakvoeren streeft naar een maximalisering van de winst, binnen bepaalde randvoorwaarden. Maar is datzelfde principe ook een goed idee voor de staat? Daarbij kun je twee bedenkingen maken:

  • De meeste belastingen worden geheven op productieve economische activiteit en vormen een zogenaamd deadweight loss of welvaartsverlies. Maximaal belasten komt dus met een prijskaartje.
  • De overheid pot die belastingen natuurlijk niet op, maar geeft ze uit namens de burgers. De vraag is: doet ze dat altijd even efficiënt en effectief als de burgers dat zelf zouden doen, of is het beter minder belastingen te heffen en de burger zelf te laten beslissen?

Deze observaties pleiten tegen het maximaliseren van de belastinginkomsten. De wiskundige ondubbelzinnigheid is aantrekkelijk, maar  weegt niet op tegen de onmiskenbare economische en maatschappelijke nadelen ervan. En dus wordt het onvermijdelijk een politiek vraagstuk: hoeveel heeft de overheid werkelijk nodig?

taxburden
Bron: OECD

Als je dat uitdrukt als een gedeelte van het bbp, dan blijkt België ongeveer 44,5% van wat er wordt geproduceerd als belasting te heffen. Met dat percentage staat België op de derde plaats in de OESO-hitlijst, na Denemarken en Frankrijk. Het gemiddelde van de 36 OESO-landen is 34,5%, bijna een kwart lager. Dat suggereert dat het misschien wel wat minder zou kunnen.

topincometax
Bron: OECD

Ook wat betreft het marginale tarief voor inkomstenbelasting zit België bovenaan. En het is die combinatie van een hoge algemene belastingdruk en de hoge marginale aanslagvoet voor de burger die bijdragen tot de perceptie van onfaire belastingen – en dus tot de motivatie om te zoeken naar middelen om daaraan te ontsnappen, als het moet tot in Panama.

Des mensen

Het is des mensen niet altijd blindelings regels en wetten te volgen. Wanneer een voorschrift ons als extreem, onrechtvaardig of absurd voorkomt, dan is de neiging groot om het te omzeilen of te breken, zeker als dat ongestraft kan. Als je de belastingdruk in België bekijkt, is het niet onbegrijpelijk dat sommigen die als onfair ervaren en daar ook naar handelen. Een strategie die enkel op enforcement inzet klinkt misschien wel stoer, maar leidt tot een aanhoudend kat-en-muis-spel met lepe financiële en juridische bollebozen, met twijfelachtige resultaten.

Het is evenzeer des mensen regels en wetten die als fair worden gezien wél te volgen, zelfs al is het voordelig dat niet te doen. Voorbeelden daarvan zijn ons gedrag in het verkeer (de meesten onder ons rijden netjes minder dan 50 of 30 km/h, ook wanneer er geen gendarm op de loer staat) en pay-what-you-want.

Een belastingverlaging verwerpen als deel van een strategie om ontduiking of ontwijking te verminderen, lijkt wat kort door de bocht.

LEES OOK
Tom Cochez / 12-10-2017

Open VLD apparatsjik 'onafhankelijk' bestuurder bij FPIM

Open VLD wil FPIM naar de beurs? De benoeming van Lieve Schuermans botst met het corporate governance charter van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij.
BELGIUM BRUSSELS OPEN VLD SOCIO-ECONOMIC DEVELOPMENT PLAN
Peter Casteels / 25-03-2014

Sp.a, Cd&v en Open Vld negeren Europese begrotingsregels in verkiezingsprogramma

Geen enkele van de drie Vlaamse regeringspartijen houdt in haar verkiezingsprogramma rekening met de strikte begrotingsregels die de Europese Commissie voor de komende jaren…
4462839517_862ae6dd7f_o
Peter Casteels / 04-01-2013

Vlaams drijfzand (3): Europese donderwolken

Bart De Wever slaagde er het voorbije jaar in om zelfs zijn meest begaafde politieke opponenten in het Vlaamse drijfzand vast te rijden. In een driedelige reeks analyseert Peter…
5876506770_78b2b3602a_n