Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

De morele paradox van intrinsieke motivatie

Koen Smets
warm glow
Waarom zouden we iets doen dat ons geld of inspanning kost, zonder dat we daarvoor iets in ruil krijgen? (Pexels)

Wat zou er gebeuren als we helemaal niets deden? Wie niet eet of drinkt, bezwijkt al snel aan ondervoeding en uitdroging, en vervolgens doodgaan. Ongeacht kinderwens en vruchtbaarheid zal wie niet probeert een partner te vinden en daarna de nodige activiteit onderneemt nooit de voortzetting van haar of zijn genen verzekeren.

En voor wie eenmaal de keuze heeft gemaakt om helemaal niets te doen, zullen de luttele resterende levensdagen behoorlijk ellendig zijn. Onze motivatie om dingen te doen, in plaats van niets te doen, is voor een groot deel terug te voeren op onze ultieme aspiraties: overleven, floreren en ons voortplanten – waarbij de eerste twee uiteindelijk het laatste mogelijk maken. 

Dat lijkt misschien wat simplistisch, want we zijn toch gesofisticeerde, ontwikkelde wezens? Dat eencelligen, planten en zelfs meer complexe diersoorten zich vooral bezighouden met overleven en zich vermenigvuldigen, is niet zo moeilijk te zien, maar zijn wij echt zo primitief? En toch, als je erover nadenkt, lijkt veel van wat wij doen uiteindelijk deze drie vereisten te dienen.

Geen leven zonder motivatie

Toegegeven, veel mensen kiezen ervoor kinderloos te blijven, maar als soort lijdt het weinig twijfel dat de mens zich over het algemeen blijft voortplanten. Zelfs bij degenen die daar niet voor kiezen, zien we gedrag dat kenmerkend is voor het zoeken, selecteren en behouden van een partner, dat niet te onderscheiden is van wat mensen doen die beslist zinnens zijn nakomelingen te produceren. 

Of we nu alleen, met een partner, of met ons gezin leven, wat we doen is vooral gericht op het verschaffen van voedsel en bescherming om te overleven, en een reeks dingen die in de categorie floreren vallen. De Amerikaanse psycholoog Abraham Maslow ontwikkelde een theorie rond een hiërarchie van behoeften die onze fysiologische, psychologische en sociale complexiteit weerspiegelt.

Maar ook hier kunnen de componenten allemaal worden gerelateerd aan ons streven om te overleven, te floreren, en de voortzetting van ons genetisch materiaal te verzekeren. (Je kunt je afvragen waarom floreren eigenlijk nodig is: waarom hebben onze genen ons, en onze voorouders, ertoe gebracht ons daarmee bezig te houden? Een mogelijke verklaring is dat, bij gelijke omstandigheden, een organisme dat floreert – en dat dus niet onder stress staat – betere kansen heeft om te overleven en met succes een volgende generatie succesvol te bewerkstelligen).

plunger
Geen intrinsieke motivatie in zicht. (Gary J Wood/Flickr)

Maar een flink deel van ons gedrag dient die behoeften slechts indirect. We hebben middelen nodig om voedsel en bescherming te verwerven en zaken die ons helpen te floreren, en om een partner aan te trekken waarmee we baby's kunnen maken. Onze motivatie is dan bijna altijd extrinsiek: we doen wat we doen enkel omdat het ons die middelen verschaft, die we vervolgens kunnen gebruiken voor een van de doelen die er voor ons écht toe doen.

Zelfs als wat we doen het directe doel heeft ons te voeden, ons te beschermen tegen bedreigingen of ervoor te zorgen dat we floreren, levert het eindresultaat ons de beloning op die we zoeken, en niet de activiteit zelf. De wekelijkse boodschappen mogen een corvee zijn, maar we doen het omdat we er zo voor zorgen dat we eten en drinken beschikbaar hebben.

Het vervangen van een kapot slot of het ontstoppen van de wc mag een lastige klus zijn, maar als het helpt de slechteriken buiten te houden of ervoor zorgt dat het toilet bruikbaar blijft, doen we het. Kleren wassen en strijken – van onszelf, van onze partner of van onze kinderen – is misschien geen aangename bezigheid, maar als we in vuile of verfrommelde kleding rondlopen, zouden de afkeurende blikken die we zouden krijgen ons floreren in de weg staan. 

De grote uitzondering is wellicht het voortplanten: de activiteit die kan leiden tot het produceren van nageslacht, ongeacht of dat ook daadwerkelijk gebeurt, wordt algemeen als aangenaam beschouwd. En er zijn heel wat andere activiteiten in de categorie floreren die ons op zichzelf plezier verschaffen, zonder dat er een beloning is aan het eind. We kunnen genieten van een wandeling, ook al is de bestemming dezelfde voordeur als die waarlangs we waren gestart.

We kunnen genieten van het spelen van tennis met een vriend, van de schurk in het plaatselijke amateurtoneel voor de inwoners van ons dorp, of van de saxofoon enkel voor onszelf en het meubilair - gewoon voor de lol. Het zal ons worst wezen of we de wedstrijd winnen, een staande ovatie krijgen, of een diploma behalen.  We doen deze dingen uit intrinsieke motivatie.

Het kan voor onszelf heerlijk eenvoudig en bevrijdend zijn om iets te doen zonder daarvoor een bepaald resultaat, betaling of lof te verwachten, en een innerlijke beloning te halen uit de activiteit zelf. Maar ook anderen kunnen belang stellen in iemands intrinsieke motivatie.

Als het op samenwerken aankomt, is een medewerker die zich bij ons aansluit uit intrinsieke motivatie immers aantrekkelijker dan iemand die extrinsieke motivatie nodig heeft. De laatste zal daarvoor gecompenseerd willen worden, terwijl voor de eerste het werk zelf voor de beloning zorgt.

Werkgevers varen er beter bij wanneer ze de intrinsieke motivatie van werknemers kunnen aanspreken (en werknemers met intrinsieke motivatie voor het werk in dienst nemen). Voor hetzelfde competentieniveau zal een intrinsiek gemotiveerde persoon vaak productiever zijn en betere resultaten behalen.

Niet zonder voorwaarden

Maar zoals vaak het geval is, is het allemaal toch niet zo eenvoudig. Intrinsieke motivatie wordt algemeen beschouwd als zuiverder dan extrinsieke motivatie. Iemand die een offer brengt zonder er iets voor terug te verwachten, wordt als nobeler en deugdzamer beschouwd dan iemand die dat doet met het oog op een of ander voordeel – materieel of immaterieel (zoals status, goedkeuring, of lidmaatschap van een selecte groep).

Deze sterke onderliggende connotatie wordt bevestigd in een recente paper van Mijeong Kwon en collega's. Zij vonden dat werknemers met een hogere intrinsieke motivatie daar ook een hogere waarde aan hechten, en geneigd zijn ze te verbinden met morele superioriteit. Door deze moralisering van intrinsieke motivatie zien zij zichzelf, en anderen die deze motivatie vertonen, als mensen met een betere ethiek.

Opmerkelijk is dat ze tegenover hen dan ook meer prosociaal gedrag gaan vertonen (bijvoorbeeld mensen helpen werk in te halen na een ziekteverzuim, of een handje toesteken wanneer de werklast hoog wordt), en minder tegenover collega's die niet zozeer intrinsiek gemotiveerd zijn. Intrinsieke motivatie wordt zo een morele norm waarnaar anderen worden beoordeeld.

working together
Worden we hiervoor betaald of moeten we voor onze eigen intrinsieke motivatie zorgen? (Quang Nguyen Vinh/Pexels)

De instrumentele aard van extrinsieke motivatie is gemakkelijk te begrijpen – tegenover een offer moet compensatie staan. We kunnen gemakkelijk begrijpen hoe de externe beloning iemands eigenbelang dient, en zelfs hoe extrinsieke motivatie de motor van de economische activiteit is geworden. Zoals Adam Smith zei: "Niet van de welwillendheid van de slager, brouwer of bakker verwachten wij ons middagmaal, maar van hun overweging van hun eigenbelang".

Intrinsieke motivatie is moeilijker te vatten. Een materieel offer brengen en er niets voor terugkrijgen is in strijd met de grondbeginselen van de economie, en economen hebben hun toevlucht moeten nemen tot het idee van de warme gloed (voor het eerst gebruikt door James Andreoni) die we ervaren wanneer we vrijgevig zijn met onze tijd, inspanning of geld.

Maar dat maakt intrinsieke motivatie net zozeer tot een kwestie van eigenbelang als extrinsieke motivatie, waardoor de inherente deugdzaamheid op losse schroeven komt te staan. Sterker nog, ondanks het feit dat we intrinsieke motivatie resoluut beschouwen als een teken van morele superioriteit, kunnen alleen degenen die het verdienen – dat wil zeggen degenen die evenzeer intrinsiek gemotiveerd zijn als wijzelf, en dus even moreel deugdelijk – rekenen op onze intrinsiek gemotiveerde vrijgevigheid. 

‘Deugdzame’ intrinsieke motivatie wordt zo tot twee keer toe een zaak van eigenbelang: het geeft de door intrinsieke motivatie gedreven mensen de warme gloed waarnaar ze hunkeren, en beloont enkel diegenen die diezelfde motivatie delen, met hun "vrijgevigheid". Een intrigerende morele paradox!

Als intrinsieke motivatie adaptief is, dan hebben we een soort van beloning nodig – de warme gloed is zeer geschikt – om ons aan te geven dat we iets goeds aan het doen zijn. En door selectief de voordelen van onze vrijgevigheid aan te bieden aan degenen die zelf ook vrijgevig zijn, versterken we het motief om moreel te handelen – om intrinsieke motivatie na te streven naast haar extrinsieke verwant, en niet te profiteren van andermans vrijgevigheid.

Nergens is intrinsieke motivatie zo cruciaal als in het gezin: ouders zijn onmisbaar bij de opvoeding van kinderen, maar zoals de meeste ouders wellicht zullen bevestigen, is er nergens een extrinsieke beloning te bekennen. Als dit fenomeen zich uitbreidt vanuit het kerngezin, wordt samenwerking op grotere schaal mogelijk. Dat is een fundamenteel kenmerk van de mensheid, en zelfs de basis van een morele theorie, Moraliteit als samenwerking, ontwikkeld door Oliver Scott-Curry

Het lijkt er dus naar dat we morele wezens zijn geworden omdat moraliteit inherent ons eigenbelang dient: ze leidde tot sterkere samenwerking, die ons op haar beurt succesvoller maakte dan verwanten die minder goed samenwerkten. En zo is de paradox opgelost.

LEES OOK
Koen Smets / 07-04-2023

Achterliggende motivatie

Hoe ver kan je gaan in de afweging tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie?
lawn mowing
Koen Smets / 01-07-2022

Motivatie zonder kosten en baten

Intuïtief beslissen is prima als we er terecht vertrouwen in hebben dat onze intuïties correct zijn.
clockwork toy
Koen Smets / 06-05-2022

Moraal op de weegschaal

Handelen in overeenstemming met onze overtuiging levert niet altijd een aantoonbaar voordeel op.
balans