Ombudsman bij media dreigt knelpuntberoep te worden

Karl van den Broeck
tabloid journalism
Net op het moment dat het vertrouwen in de pers opnieuw afneemt, nemen steeds meer media afstand van hun ombudsman. (© Susannah Ireland (AFP))

3 mei is de feestdag van de journalisten: World Press Freedom Day. Dat is een goed excuus om het eens een keer over onszelf te hebben. Journalisten en de media waarvoor ze werken, staan steeds meer onder druk. Het vertrouwen van lezers, kijkers en luisteraars in de media is opnieuw afgenomen, zo blijkt uit de meest recente cijfers van de European Broadcasting Union.

Niet alleen sociale media worden gewantrouwd. Ook de traditionele geschreven pers wordt door 50% van de Europeanen gewantrouwd. België scoort in dit soort ranglijsten redelijk goed, maar vooral in Zuid-Europa is er sprake van een crisis van de geloofwaardigheid.

Een van de meest robuuste instrumenten die de media al lang inzetten om het vertrouwen van hun publiek te vergroten is de ombudsman. (Een ombudsman kan ook een vrouw zijn. Het woord is een leenwoord uit het Zweeds en ‘man’ betekent daarin gewoon ‘persoon’. Desondanks lees je tegenwoordig vaak ‘ombudsvrouw’ om verwarring te vermijden).

Volgens Margo Smit, voorzitter van de Organisation of News Ombudsmen (ONO) en ook ombudsvrouw bij de Nederlandse publieke oproep NPO, zijn er vandaag meer ombudsmannen aangesloten bij ONO dan ooit tevoren. “Maar dat wil niet zeggen dat er ook meer ombudsmannen zijn. We zijn er nog niet in geslaagd om ze te tellen. We zien wereldwijd dat het aantal erg fluctueert en dat er heel uiteenlopende redenen zijn om de functie af te schaffen. We weten wel dat bepaalde schandalen of conflicten soms de aanleiding zijn om de functie in het leven te roepen om de gemoederen te bedaren.”

Afscheid nemen

In het recente verleden hebben gerenommeerde kwaliteitskranten afscheid genomen van hun ombudsman. Begin april nam Jeroen Trommelen ontslag bij de Volkskrant. Dat gebeurde na een conflict met hoofdredacteur Pieter Klok. Die wou niet ”dat de pensionering van een andere collega werd aangekondigd in de rubriek van Trommelen, omdat de ombudsman noch wij dat met die collega hadden overlegd”.

Het vertrouwen in de media is opnieuw afgenomen, zo blijkt uit de meest recente cijfers van de European Broadcasting Union

Trommelen pikte het niet dat er in zijn column werd ingegrepen en stapte op. De Volkskrant zal geen vervanger aanduiden. “We vinden het heel belangrijk om verantwoording af te leggen. We vinden het ook heel belangrijk dat onze berichtgeving kritisch tegen het licht wordt gehouden in de eigen krant maar hoe we dat gaan doen, is nog onderwerp van discussie”, schreef Klok in de krant. Hij liet de lezers weten dat hij “voorlopig zelf weer wekelijks verantwoording zal afleggen over onze journalistiek. Als u sommige journalistieke keuzes niet begrijpt of verhalen niet overtuigend vindt, kunt u zich direct tot mij richten.”

Jeroen Trommelen is niet de eerste de beste. Hij werkte jarenlang op de redactie van de Volkskrant als onderzoeksjournalist en was ook hoofdredacteur van het onderzoeksplatform Investico en voorzitter van de Nederlands-Vlaamse Vereniging van Onderzoeksjournalisten (VVOJ). Als ombudsman van de Volkskrant had hij de reputatie volstrekt onkreukbaar en onafhankelijk te zijn.

Jaak Smeets

Vorig jaar schreef hij een opmerkelijke column over de manier waarop de media van DPG Media (en dus ook de Volkskrant) waren omgegaan met het ontslag van directeur Jaak Smeets. Die moest opstappen na een zogenaamde MeToo-affaire maar daarover werd in de titels van DPG Media niet bericht. Pas toen de ware feiten aan de oppervlakte kwamen, reageerde DPG Media. De hoofdredacties van de DPG-titels kregen toen het verwijt dat ze bewust de zaak in de doofpot hadden gestopt.

De gerenommeerde journalist Jeroen Trommelen nam als ombudsman ontslag bij de Volkskrant na een conflict met de hoofdredactie

Trommelen waarschuwde ook dat lezers niet langer wisten waar de Volkskrant voor stond. Destijds had hij als journalist meegemaakt hoe de solidariteit met “ontrechten en verdrukten” van de samenleving verdween uit het redactiestatuut. De toenmalige hoofdredacteur Philippe Remarque, tegenwoordig bij DPG Media Nederland verantwoordelijk voor de Volkskrant, Trouw en Het Parool, omschreef die bepaling als ‘een overtollig overblijfsel uit de tijd dat de Volkskrant een katholieke vakbondskrant was’. “Inhoudelijk is daar echter weinig voor teruggekomen”, schreef Trommelen. “Ik bespeur daarover ongemak bij lezers en redacteurs.”

In een gesprek met Apache noemt Trommelen zijn vertrek ‘een onverwacht einde’. “Inhoudelijk ging het om weinig, maar principieel over veel. Hoofdredacties moeten niet knoeien in teksten van ombudsmannen, zeker niet in passages die óók over henzelf gaan. Dat was hier het geval. De ombudsrubriek moet in volledige vrijheid geschreven kunnen worden, zeker bij vermelding van feiten of verklaringen die feitelijk juist zijn.”

“Dit was zo'n geval, de details zijn in mijn ogen relatief onbelangrijk. Ik heb altijd de stelregel gehad dat ik bij zo'n ongewenst ingrijpen mijn werkzaamheden zou neerleggen. Ik heb het altijd weten te voorkomen, ook in rubrieken (zoals die over Jaak Smeets) die voor de hoofdredactie of directie niet makkelijk te verteren waren. Nu gebeurde het alsnog - zeer ongelukkig - zeven weken voordat ik uit dienst zou treden wegens pensioen. Maar als het zeven maanden was geweest, had ik hetzelfde gedaan.”

“De meer zorgelijke achtergrond van dit verhaal is de aftakeling van het ombudsschap in het algemeen”, zegt Trommelen. “In Vlaanderen is de ombudsvrouw (bij De Standaard) onlangs met pensioen gegaan. Ze zal niet worden vervangen. In Nederland zijn er nu nog vier over (NPO, NRC, Trouw, De Limburger) van de negen tot tien die er ooit waren. De New York Times en Washington Post hielden jaren geleden al op met hun ombudsman/public editor.”

“Hoofdredacties, (soms) redacties en directies hebben een moeilijke verhouding met het instituut. En belangrijk: ze hebben er steeds vaker het geld niet voor over. Ik acht de kans dat ik vervangen word bij de Volkskrant ook niet erg groot. Vanwege het budget, en vanwege de vertrouwensbreuk die nu is ontstaan."

"Ook mijn voorganger Bas Mesters vertrok voortijdig, mede (maar niet alleen) omdat de toenmalige hoofdredacteur zich naar zijn smaak te veel met zijn rubriek bemoeide. In tijden waarin publieksvertrouwen in 'de instituties' waaronder de media dramatisch dalend is, zijn dit sombere conclusies.”

Luxepositie

Begin maart van dit jaar ging Karin De Ruyter inderdaad met pensioen na een carrière van 35 jaar bij De Standaard, waarvan de laatste 4,5 jaar als ombudsman. Zij wordt niet vervangen, zo kondigde hoofdredacteur Karel Verhoeven aan. Zelf noemde ze die niet-vervanging ‘pijnlijk’ in haar afscheidsinterview: “Een ombudspersoon is een luxepositie, en de middelen zijn er vandaag helaas niet meer”. Verhoeven bevestigde dat er budgettaire redenen zijn om De Ruyter niet te vervangen, maar ook creatieve. “De traditionele ombudsformule verdient wat heruitvinding”, zei hij. 

Jeroen Trommelen: 'Hoofdredacties moeten niet knoeien in teksten van ombudsmannen, zeker niet in passages die óók over henzelf gaan'

De Standaard stelde in 2010 journalist Filip Verhoest aan als ombudsman. Hij werd in 2011 opgevolgd door journalist en schrijver Tom Naegels die een vaste plaats veroverde in de krant en ook daarbuiten een gezaghebbende stem werd inzake journalistieke deontologie, transparantie en aansprakelijkheid van de redacties. Karin De Ruyter zette dat werk verder. 

Wat ombudsmannen uniek maakt, is dat ze onafhankelijk zijn. Ze vallen niet onder de verantwoordelijkheid van de hoofdredactie en ze kunnen ook onderzoek doen. Wanneer een journalist in de fout gaat of lezers zich vragen stellen bij de berichtgeving kan de ombudsman de betrokkenen aan de tand voelen.

“Een ombudsman heeft geen macht maar wel gezag”, zegt Margo Smit. “Wanneer een ombudsman fouten aan het licht brengt, dan betekent dat niet dat de journalist in kwestie gestraft wordt. Dat is de autonome beslissing van de hoofdredactie. Anderzijds kan een ombudsman ook in de bres springen voor de redactie wanneer er van buitenaf druk wordt uitgeoefend of ongefundeerde kritiek wordt gespuid.”

De Standaard riep wel de rubriek ‘Gazettenpraat’ in het leven waarin de lezer “meer een inkijk in de keuken wordt gegund, in hoe we te werk gaan, waarover we op de redactie discussiëren, twijfelen en wat we betwijfelen”. Verhoeven beseft dat deze vorm van zelfkritiek het nadeel heeft “niet van een onafhankelijke figuur te komen en dus wellicht voorzichtiger te zijn”. 

Geen klachtenbank

De rol van ombudsmannen is trouwens niet onomstreden. “Vaak worden ze verward met een klachtenbank waar burgers hun ‘beklag’ komen maken met de verwachting dat de ombudsdienst die klacht oplost”, zegt Jef Van Eyck die voor Elcker-ik (later VormingPlus en Avansa) talloze participatietrajecten uitwerkte.

“Bij een onbevredigend resultaat (als het antwoord van de ombudsdienst niet voldoet aan de verwachting van de ‘klager’) blijft dan een misnoegd persoon achter met niet zelden als resultaat een nog grotere afkeer van de organisatie, in dit geval de media. Een ombudsdienst kan door foutieve verwachtingen van klagers een versterker worden van ongenoegen.”

Voorzitter Organisation of News Ombudsmen Margo Smit: 'Als je krant in het oog van de storm terechtkomt, kan een ombudsman het wantrouwen wegnemen'

“Dezelfde opmerking geldt ook voor klachtenbrieven die burgers mogen doorsturen. Twitter en Facebook zijn stilaan ook gewoon een klachtenbank geworden. Ik kan me er dus wel iets bij voorstellen dat kranten, geconfronteerd met een verkeerde verwachting ten aanzien van hun ombudsdienst, daar niet bepaald gelukkig van worden.”

“Maar natuurlijk, en dan kom ik bij je vraag naar de alternatieven, gaat het in wezen over de vraag wat de bedoeling is van de ombudsman. Dat antwoord is simpel: het is een middel waarbij een burger in interactie kan treden met overheden of bedrijven. Er zijn ook andere middelen om burgers in interactie te laten treden met de overheid, een bestuur, een krant. Die interactie moet verder gaan dan enkel een klacht neerleggen. De burger moet mee worden betrokken en geresponsabiliseerd.”

“Ombudsmannen zijn per definitie beklagenswaardig", zegt Margo Smit. "Ze zijn niet populair bij de journalisten maar ze worden vaak door het publiek gewantrouwd omdat ze gezien worden als een verlengstuk van de krant of het medium. Daarbij wordt vaak vergeten dat ze – als ze een goed statuut hebben – garant staan voor een objectief onderzoek wanneer er conflicten of schandalen zijn. De uitkomst van dat onderzoek zal altijd wel iemand ongunstig stemmen.”

Bij de VRT (waar Bert Lauwers eind december Tim Pauwels opvolgde) en bij de NPO is de functie van ombudsman bij wet geregeld. Margo Smit vindt niet dat het aanstellen van een ombudsman een voorwaarde moet zijn voor private media om bijvoorbeeld overheidssteun te krijgen. “Ik vind dat de overheid ver weg moet blijven van de media”, zegt ze. “Media moeten zelf doordrongen zijn van de noodzaak om een ombudsman aan te stellen.”

Voor eigenaars en hoofdredacteurs die geen ombudsman willen omdat hij of zij te duur is, heeft Margo Smit nog één boodschap: “Reputatieschade is duurder. Als je krant in het oog van de storm terechtkomt, kan een ombudsman het wantrouwen wegnemen. Dat is van onschatbare waarde. Een hoofdredacteur moet achter zijn of haar redactie staan. Dat is nu eenmaal zo. Maar een ombudsman kan vanuit een onafhankelijke positie toch kritiek leveren of kanttekeningen plaatsen. Dat kan heilzaam zijn.”

LEES OOK
Karl van den Broeck / 04-07-2023

Digitale media zijn niet ten dode opgeschreven

De ondergang van grote internationale pretmedia contrasteert met het succes van kleinere spelers in de Lage Landen.
BuzzFeed
Karl van den Broeck / 02-03-2023

De oorlogsverklaring van Anderlecht aan de vaderlandse sportpers

Anderlecht daagt Humo-journalist Jan Hauspie voor de rechter na een kritisch artikel.
Vandenhaute Jesper Fredberg