Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Wat we bestraffen en waarom

Koen Smets
I love tax
De Britse premier Rishi Sunak moest zijn malafide partijvoorzitter de laan uitsturen wegens belastingontwijking. (Alexas (Pixabay))

Toen de Britse premier Rishi Sunak eind 2022 aantrad, beloofde hij: "Deze regering zal gekenmerkt worden door integriteit, professionaliteit en verantwoording op elk niveau". Niet echt een buitengewone vereiste van de leiders van het land, maar eind vorige maand liep het toch al mis voor Sunak. De voorzitter van zijn partij, die zoals gebruikelijk ook lid is van het kabinet als minister zonder portefeuille, bleek een conflict te hebben gehad met de fiscus, met als gevolg een schikking van 5 miljoen pond (5,6 miljoen euro).

Sunak ontsloeg uiteindelijk voorzitter Nadim Zahawi, omdat die had verzwegen dat hij een boete voor belastingontwijking had betaald. Terwijl de heer Zahawi zelf beweerde dat de belastingdienst had besloten dat hij slechts een "onzorgvuldige maar niet opzettelijke" fout had gemaakt. De meningen zijn verdeeld over de juistheid van Zahawi’s bewering, en dus over de vraag of zijn straf – zijn ontslag – gerechtvaardigd was. Maar de episode doet ook een interessante vraag rijzen: wat bestraffen we, en waarom? 

De boete die hij zou hebben betaald, weerspiegelde niet zozeer het feit dat hij een fout had gemaakt, maar het feit dat hij de belastingdienst aldus inkomsten had onthouden waarop deze recht had. (Er staat immers normaal geen straf op het maken van een fout waardoor je bijvoorbeeld te veel belastingen betaalt). Worden we bij straffen altijd geleid door de consequenties?

Gevolgen en meer

Als je door de politie wordt tegengehouden en ze constateren dat je voertuig niet rijklaar is, krijg je een boete. Als je echter een ongeval hebt veroorzaakt omdat je banden kaal zijn of je remmen niet goed werken, dan is je straf wellicht veel groter. Als er ook nog eens mensen ernstig gewond geraken of om het leven komen, zal je straf vrijwel zeker nog veel zwaarder zijn. De grote invloed die de omvang van de uitkomst heeft, maakt dit een consequentialistisch beleid. Als straffen moeten fungeren als afschrikmiddel voor ongewenst gedrag, is deze nadruk op de gevolgen echter toch wat vreemd. De feitelijke uitkomst heeft de bestuurder nauwelijks in de hand, en is vooral een geval van tegenspoed. Een bestuurder die lichamelijk letsel of de dood veroorzaakt, zal waarschijnlijk al getraumatiseerd zijn, en het is niet duidelijk dat een straf daarbovenop veel bijkomend effect zal hebben op zijn of haar toekomstig gedrag. Als gedragsverandering werkelijk het doel is dan zou er, wanneer er geen zware gevolgen zijn, misschien net een zwaardere straf moeten gelden.

Fiery Cushman, een psycholoog aan Harvard, en collega's onderzochten dit raadsel via een spel tussen twee spelers, waarbij speler 1 10 dollar moest delen met speler 2. De specifieke verdeling werd bepaald door een van drie dobbelstenen te rollen. Met de 'egoïstische' dobbelsteen zou, bij een uitkomst van 1, 2, 3 of 4, speler 1 al het geld krijgen, en speler 2 niets. Een 5 zou de 10 dollar gelijk verdelen, en bij een 6 zou speler 2 het volledige bedrag krijgen. Er was ook een 'eerlijke' dobbelsteen en een 'vrijgevige' dobbelsteen, met overeenkomstige resultaten (50/50, en al het geld voor speler 2) bij respectievelijk het gooien van 1 tot 4, met 5 en 6 voor de overige twee mogelijkheden.

De dobbelsteenkeuze van speler 1 gaf dus duidelijk aan of die de intentie had egoïstisch, eerlijk of vrijgevig te zijn. Nadat de teerling was geworpen en de uitkomst bekend was, had speler 2 echter de mogelijkheid om speler 1 een beloning (9 dollar extra) of straf (9 dollar in mindering) voor te stellen, zonder daardoor zijn eigen uitbetaling te beïnvloeden.  In een tiende van de rondes (willekeurig gekozen door de experimentator) zou dit voorstel daadwerkelijk worden uitgevoerd. Zo kon speler 1 desgewenst de egoïstische optie kiezen met slechts een kleine kans op daadwerkelijke vergelding, zodat het kiezen van de vrijgevige dobbelsteen speler 1 werkelijk nadelig was.

Speler 2 bleek, interessant genoeg, de neiging te hebben speler 1 te straffen als hij niets ontving, zelfs wanneer speler 1 de eerlijke of de vrijgevige dobbelsteen had gekozen. En wanneer de eerste speler de egoïstische dobbelsteen had gekozen, maar het resultaat vrijgevig was, dan had speler 2 de neiging speler 1 te belonen. Voor situaties met gedeeltelijke controle (de keuze van de dobbelsteen), en met onzekerheid (de worp), werd de respons hoofdzakelijk bepaald door de uitkomst, eerder dan door de intentie. Er was dus een sterke uitkomstbias, de neiging om vooral aandacht te hebben voor de gevolgen. Dit weerspiegelt alvast, ten goede of ten kwade, ook de manier waarop gerechtelijke straffen worden opgelegd.

Verantwoordelijk voor nalatigheid

Maar er is meer. Samen met zijn collega Arunima Sarin heeft Cushman nog verder aandacht besteed aan het intrigerende thema van bestraffing. Naast de gevolgen en opzet, zijn er nog andere aspecten van gedrag die blijkbaar straf verdienen. Eén zo'n aspect is nalatigheid, specifiek wanneer (a) er geen kwaad opzet is, (b) de persoon bewust handelt (of nalaat te handelen), en (c) de persoon kennis heeft die, als ze wordt overwogen, op het risico van schade bij de handeling wijst.

Nalatigheid wordt soms indirect bestraft vanwege de uitkomstbias (de ongewenste gevolgen), vanwege een gebrek aan zorgvuldigheid (hetzij op het moment zelf, hetzij vooraf), of vanwege een algemene houding die getuigt van weinig zorg voor anderen. Maar ook in situaties waarin geen van deze voorwaarden geldt, wordt nalatigheid zelf bestraft, "het niet in herinnering brengen van informatie die zou helpen bepaalde risico's te vermijden", zoals ze in een working paper schrijven. Zelfs als we redelijk zorgvuldig zijn, vergeten we soms onwillekeurig toch iets dat cruciaal blijkt.

Een persoonlijke anekdote (toevallig ook in verband met belastingen, net als bij de heer Zahawi, al was het op een andere schaal): vorig jaar had ik, zoals elk jaar, vele gezellige uren besteed aan het plichtsgetrouw voorbereiden en invullen van mijn belastingaangifte, en netjes uitgezocht hoeveel ik verschuldigd was. Ik deed de nodige betaling, waarop ik prompt vergat op de knop "indienen" te klikken, die van de ontwerpaangifte de definitieve aangifte maakt. En inderdaad, een paar weken later kreeg ik een boete van 100 pond wegens laattijdige indiening. (Ik moet wel eerlijk zijn tegenover de belastingdienst: toen ik de boete aanvocht op basis van precies deze onvrijwillige vergetelheid, en wees op het feit dat ik toch de verschuldigde belasting had betaald, werd deze kwijtgescholden).

forgetfulness
Vergetelheden kunnen tot hoofdpijn en erger leiden. (8photo/freepik)

Sarin en Cushman voerden een reeks experimenten uit, gedocumenteerd in een ander working paper, waarin de bestraffing van nalatigheid vanuit verschillende invalshoeken werd onderzocht. De eerste twee experimenten bevestigden het bestaan van de uitkomstbias (nalatige actoren kregen meer straf als hun nalatigheid daadwerkelijk schade had veroorzaakt). Er bleek echter ook dat men de straf succesvol vond wanneer de nalatigheid, en niet het berokkenen van schade ophield, wat suggereert dat het toch niet enkel om de uitkomst gaat. In twee volgende experimenten werden nalatige actoren minder gestraft wanneer zij redelijke voorzorgsmaatregelen hadden genomen of blijk gaven van zorg voor de taak en iedereen die erdoor werd getroffen – zelfs als er geen daadwerkelijke schade was. En de laatste twee experimenten toonden aan dat ook het louter falen van het denken zelf werd bestraft, zelfs wanneer er geen schade was.

Waarom zouden we een onvrijwillige denkfout willen bestraffen, niet noodzakelijk met een boete of een celstraf, maar ook in onze sociale omgang, door het uiten van woede en frustratie? "Door iemand te straffen voor het vergeten, kunnen we de kans beïnvloeden dat die zich in de toekomst iets herinnert, zelfs als het herinneringsproces, zowel in het verleden als in de toekomst, automatisch is," schrijven de auteurs. Gestraft worden voor het niet hebben van de juiste gedachte op het juiste moment kan de kans vergroten dat men zich deze over het hoofd geziene gedachte in de toekomst toch zal herinneren.

Wat kunnen we hiervan leren? Eerst en vooral, vermijd het veroorzaken van schade: de uitkomstbias is sterk, en tenzij we een goed argument hebben dat het per ongeluk was en niets met ons te maken had, mogen we verwachten de schuld te krijgen. Kwaad opzet is natuurlijk ook iets wat hoogstwaarschijnlijk zal leiden tot straf. Maar we moeten beslist ook niet hopen dat we ons achter onvrijwillige vergeetachtigheid kunnen verschuilen om nalatigheid te verontschuldigen. 

Zelfs als onze zonde niet meer is dan een volkomen menselijke vergissing, zullen we verantwoordelijk worden gesteld, en met de gevolgen moeten leven. Voorzichtigheid is dus de boodschap, voor politici die belastingen willen ontwijken, en voor ons allemaal.