Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Waarom ik niet ga opgeven

Koen Smets
piano
(CC BY-ND 2.0 Petra Patterson (Flickr))

Morgen (althans als je dit op de dag van publicatie leest) zal ik piano spelen voor een klein, maar select gezelschap. Twee keer per jaar organiseert mijn leraar een informeel avondje voor enkele studenten van een zekere leeftijd (zelfs met mijn ouderdom ben ik dicht bij de mediaan). Iedereen speelt een of twee stukjes, en tussendoor babbelen we wat bij een natje en een droogje.

Dat is best leuk, want ook al delen we dezelfde pianoleraar, we zien zelden iemand anders dan diegene wiens les net voor, of net na de onze is. En het is ook wat akelig, want weinigen onder ons hebben enige ervaring met publieke optredens.

Nochtans weerhoudt dit sommigen niet een stuk te kiezen dat, enkele weken voor het gebeuren, behoorlijk buiten de comfortzone blijkt te vallen. De gedachte af te haken en een excuus te maken is alvast meer dan eens bij mij opgekomen. Maar ik geeft toch niet op. Ik zal er zijn.

Volharding is (niet altijd) een deugd

Ik zou liegen mocht ik beweren dat mijn motivatie helemaal geen verband houdt met het feit dat ik, net als talloze andere kinderen, opgroeide in de overtuiging dat volharding een deugd is, een belangrijke deugd. Het lijdt geen twijfel dat wie opgeeft niet zal winnen of het doel bereiken. Het is echter ook zo dat het niet volstaat niet op te geven om te winnen of dat doel te bereiken.

Eigenlijk neem je op het even welk moment in je streven een beslissing: doorgaan of stoppen. Soms is de kost van volharding klein, en de baat veel groter. Maar soms is het andersom, en zouden we als rationele beslisser moeten stoppen.

Toch komt daar al te vaak weinig redeneren aan te pas – we worden ertoe gedreven te door te bijten om allerlei redenen, in die mate dat we de mogelijkheid te stoppen zelfs niet eens overwegen, laat staan af te wegen of dat niet de betere optie is. Als we ervan overtuigd zijn dat doorzetten de enige deugdelijke optie is, dan is het onvermijdelijk dat we verdergaan wanneer we beter waren gestopt.

Annie Duke is een voormalige toppokerspeler, en een cognitieve wetenschapper gespecialiseerd in mijn favoriete onderwerp, besluitvorming, die onlangs een boek publiceerde met de bondige titel Quit. In het pokerspel is nalaten het op te geven wanneer je dat best wel zou doen de kortste weg naar het bankroet, dus ze weet waarover ze het heeft.

Professionele spelers zijn niet terughoudend in het folden (opgeven): dat doen ze bij de eerste gelegenheid, op basis van de eerste twee kaarten, 75% tot 85% van de tijd, terwijl amateurs typisch meer dan de helft van de tijd inzetten en verder spelen. Maar opgeven is lang niet alleen belangrijk om te vermijden al je geld te verliezen aan de pokertafel (en kans te maken met meer geld naar huis te gaan dan je gekomen bent).

Duke beschrijft hoe sommigen veel meer verliezen dan al hun geld, omdat ze niet op tijd opgaven. De top van Mount Everest bereiken is een van de meest extreme ambities die je kunt hebben. En toch wagen elk jaar meer dan zeshonderd alpinisten van over de hele wereld de beklimming.

Een van de belangrijkste elementen van een beklimming is de rechtsomkeertijd, het tijdstip waarop klimmers terug moeten keren naar het kamp om dat in relatieve veiligheid te kunnen doen (bijvoorbeeld bij daglicht) – zelfs als de bestemming nog niet is bereikt.

Dat kan sterk aanvoelen als opgeven, vooral wanneer de top in zicht is. Toch, schrijft ze, zijn er elk jaar alpinisten die het nalaten ‘op te geven’ en verder klimmen in plaats van terug te keren. En sommigen onder hen kunnen het helaas niet navertellen.

everest
'Zouden we niet beter terugkeren?' (CC BY 2.0 Mário Simoes (Flickr))

Duke vertelt ook het verhaal van een jonge vrouw die, na vier maanden intensief trainen, deelneemt aan de marathon van Londen. Na zes kilometer begint een van haar enkels pijn te doen, en nog eens zes kilometer verder wordt de pijn ondraaglijk.

Ze krijgt bijstand van eerstehulpverleners, die haar sterk aanraden op te geven. Maar zij vraagt hen haar enkel stevig te omzwachtelen, en ze zet door, dertig kilometer lang, en finisht met een tijd van 6:14:20. In de vroege uurtjes van de volgende ochtend ontwaakt ze met hevige pijn. Men brengt haar naar de spoed, waar een breuk van het kuitbeen wordt vastgesteld.

Amateurmarathonlopers die dertig kilometer of zo lopen met gebroken enkels zijn overigens blijkbaar niet eens zo ongewoon – het boek vermeldt vijf andere gevallen in Groot-Brittannië sedert 2012.

Waarom we doorgaan, ten kwade en ten goede

Deze voorbeelden zijn wellicht wat extreem, maar gewone mensen in gewone omstandigheden bevinden zich soms ook in situaties waar stoppen in hun belang is, en ze desondanks volharden. Dat kan iets groots zijn, zoals voor een diploma studeren (of een doctoraat nastreven – zoals Duke zelf), of in een bepaalde job of een relatie blijven wanneer je beter wat anders zou doen.

En dat kunnen ook kleine zaken zijn zoals blijven rijden ook al zijn we te moe, blijven bieden voor een item in een veiling ook al is het inmiddels te prijzig, of een boek verder lezen of in de bioscoop naar de film blijven zitten kijken wanneer het ons niet langer boeit.

Annie Duke benoemt drie brede categorieën van redenen waarom mensen niet stoppen wanneer ze dat misschien beter wel zouden doen, en alle drie zijn ze sterk verbonden met de emotie die we ervaren bij een verlies.

Een eerste reden is dat het doel, de eindmeet binnen bereik is. Wanneer de prestatie tot dusver als waardeloos wordt gezien als ze niet voleindigd is, moeten we gewoon doorgaan. Het zou te gek zijn op te geven met het doel in zicht, en de kans te verliezen het te bereiken.

Een tweede reden is de hoeveelheid tijd, inspanning en geld die we al hebben geïnvesteerd. Ongeacht hoe ver het doel nog is, en hoe moeilijk te bereiken (áls er al een realistische slaagkans is), nu opgeven zou gelijkstaan met een verschrikkelijke verspilling van al die tijd, inspanning en geld. Allemaal verloren, voor niets.

Tenslotte is er onze identiteit, wie we zijn. Voor velen onder ons is dat stevig geworteld in wat we doen (onze job, secretaris van de lokale heemkundige kring) of zelfs onze reputatie (“ik ben geen opgever!”). Het vooruitzicht zelfs maar een deel van onze identiteit te verliezen is misschien de minst voorkomende reden van de drie, maar het is wel de meest krachtige reden om te volharden.

Met plezier

Je hoeft niet al te veel verbeelding te hebben om een of meerdere van deze drie redenen te herkennen in de spectaculaire alpinisten- en marathonverhalen van het boek, in de eerder vermelde lijst van meer alledaagse situaties, of zelfs in je eigen leven. Waarom geef ik dan niet op?

De piano-uitvoering van morgen is in zekere zin zeker een doel dat duidelijk in zicht is, en ik heb alvast al heel wat tijd gestopt in het inoefenen van het stuk. Maar dit is allemaal niet zo relevant voor mij. Het spelen ervan en het instuderen, het onder de knie krijgen, het perfectioneren (of laten we realistisch zijn, het verbeteren) van de delen die nog wat polijsten kunnen verdragen (bijna alles), dat schenkt mij allemaal heel wat vreugde.

Ik vind het prettig mijn vorderingen te delen met mijn medepianoleerlingen, ook al is morgenavond hooguit een tussenstop op de reis. Zelfs mocht ik nu opgeven, is de tijd die ik tot dusver heb besteed lang geen verspilling – eerder een wonderbaarlijke ervaring. Maar ik ben er nog lang niet klaar mee: en er is dus nog heel wat meer vreugde in het vooruitzicht.

En mijn identiteit? Wel, muziek maken is daar heel zeker een belangrijk deel van. Ik kan me eigenlijk geen enkele omstandigheid inbeelden waarin dat op te geven in mijn voordeel zou zijn. Natuurlijk is het spelen zelf van Cesar Franck’s Prelude, Fugue et Variation, Op. 18 morgenavond geen deel van mijn identiteit, en zou ik makkelijk kunnen afhaken zonder ze in gevaar te brengen.

Maar ook al riskeer ik een modderfiguur te slaan met een minder dan perfecte vertolking van het stuk, ik speel het zeer graag, en ik wil dat plezier graag met mijn medestudenten delen.

Mijn identiteitsgevoel heeft mijn beslissing te volharden beïnvloed, dat is zeker. Niet door mij te misleiden, echter, maar door mijn redenering te informeren. Ik denk dat Annie Duke beslist haar goedkeuring zou geven.

(Sorry, maar ik nu moet dringend weg om nog wat te gaan oefenen.)

LEES OOK
Koen Smets / 15-12-2023

Gedragsverandering op wereldschaal

Gedragsverandering op grote schaal is een lastige uitdaging.
global cooperation
Koen Smets / 27-01-2023

Geboren om ons aan te passen

We kunnen beter omgaan met verstoringen dan we denken.
kameleon graffiti
Koen Smets / 06-01-2023

De meest genereuze interpretatie

Welk anker, welk referentiepunt nemen we om prijzen, intenties of gedragingen in te schatten?
anker strand