Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Overtuigd van onze overtuiging

Koen Smets
Als een paal boven water
Als we herkennen waar nauwkeurig oordeel echt van tel is, dan kunnen we beter voorzichtig zijn met de overtuigingen die ons gedrag beïnvloeden. (Koen Smets (Dreamworks))

In zijn boek On being certain vertelt neuroloog Robert Burton een anekdote waarbij een jonge vrouw die aan hersenontsteking leed ervan overtuigd was dat ze dood was. Ze weigerde alle medische zorgen – “het heeft geen zin een dode te behandelen”, beweerde ze. Haar dokter probeerde haar te laten inzien dat ze verkeerd was, en kwam ten slotte op het idee haar te vragen haar hand op haar borst te leggen om zo haar hartslag te voelen. De patiënt gaf toe dat ze inderdaad haar hart voelde kloppen, maar ze kon het niet eens zijn met haar dokter dat ze bijgevolg niet dood was: aangezien ze dood was, besloot ze dat doden een hartslag kunnen hebben. (Ze herstelde uiteindelijk en dacht niet langer dat ze dood was, maar bleef overtuigd dat dode mensen hun hartslag kunnen voelen.)

Zijn we niet geregeld geneigd om datgene weg te wimpelen wat onze overtuigingen tegenspreekt?

Niet lang nadat ik dit voor het eerst gelezen had, begon mijn inmiddels 95-jarige vader, die lichte dementie heeft, episodes te ervaren – meestal bij het ontwaken – waarbij hij ervan overtuigd is dat hij stervende is. Hij heeft die bewering intussen al meerdere honderden keren geuit (en elke keer dus onterecht). Nochtans was hij, ondanks het feit dat hij in zijn jongere jaren een fervent amateurtoneelspeler was, telkens werkelijk doodserieus (!).

Ik heb al vaak geprobeerd, zoals de dokter van de patiënt met hersenontsteking, een middel te vinden om hem te helpen te ontdekken dat hij niet aan het sterven is, maar tot nu toe zonder succes. Wanneer je hem, zowel tijdens als na zo’n episode, vraagt wat hem precies laat geloven dat zijn laatste uur is geslagen, kan hij niets concreets aanwijzen. Het is niet meer dan een gevoel, en toch is hij 100% overtuigd. (Op een keer toen ik op zo’n moment bij hem was, rinkelde de telefoon. Het was een spamoproep waarbij iemand hem dubbele beglazing wilde verkopen. Hij onderbrak de spreker laconiek: “Dring niet aan, mevrouw. Ik ben niet in uw aanbod geïnteresseerd, want ik ben aan het sterven.”)

Niet al onze overtuigingen zijn zo extreem. Maar zijn we geregeld niet ook geneigd om datgene weg te wimpelen wat onze overtuigingen tegenspreekt (zoals de encefalitispatiënt) of om overtuigingen in stand te houden zonder enig bewijs (zoals mijn vader)?

Boris Johnson zag er niet zo overtuigd uit als zijn aanhangers.
Hij zag er niet zo overtuigd uit als zijn aanhangers. (Twitter)

Een prettig en makkelijk leven

Het Verenigd Koninkrijk heeft recent nogal wat surrealistische politieke ontwikkelingen meegemaakt (waarbij het overtuigend België van zijn traditionele leidende positie bij dit soort aangelegenheden stootte). Zo was er ook de haastige terugkeer uit vakantie op de Caraïben van een afgepeigerd uitziende voormalige premier. Dat gebeurde te midden van flink wat speculatie dat hij kandidaat zou zijn voor een herverkiezing als leider van de Conservatieve partij, nadat de zittende premier, Liz Truss, was opgestapt. Tijdens het weekend had een zestigtal parlementsleden van de Conservatieve partij hun steun betuigd aan Boris Johnson (want hij was het), ook al had hij zijn kandidatuur nog niet officieel bekendgemaakt. Velen onder hen verklaarden dat ze ervan overtuigd waren dat hij dat gauw zou doen… tot er, minder dan 24 uur voor de nominatiedeadline, een mededeling kwam van Johnson dat hij geen kandidaat zou zijn.

De overtuiging van zijn volgers was dus duidelijk misplaatst. Achteraf is het makkelijk de vinger te wijzen natuurlijk, maar was hun overtuiging dat hij zich verkiesbaar zou stellen misschien toch niet zo onredelijk?

Er waren beslist redenen om aan te nemen dat Johnson het wel zou doen, maar evenzeer argumenten waarom hij het niet zou doen, en die werden blijkbaar genegeerd. Natuurlijk wilden Boris Johnsons aanhangers maar wat graag dat hij eerherstel zou krijgen, en daarvoor moest hij natuurlijk eerst kandidaat zijn. Net zoals sommige supporters ervan overtuigd zijn dat hun favoriete voetbalploeg of wielrenner zal winnen, twijfelden ook zij er niet over dat hun favoriete politicus zijn, volgens hen rechtmatige plaats weer zou innemen. Hun overtuiging was wellicht ingegeven door wishful thinking.

In essentie is overtuiging een toestand waarin alle twijfel wordt geëlimineerd, en dat is vanzelfsprekend aantrekkelijk

Maar misschien is het bepalende kenmerk van overtuiging niet zozeer het feit dat we zo de illusie kunnen in stand houden dat onze dromen werkelijkheid zullen worden. In essentie is overtuiging een toestand waarin alle twijfel wordt geëlimineerd, en dat is vanzelfsprekend aantrekkelijk. Onzekerheid en dubbelzinnigheid kunnen ons angstig maken, en ons verplichten meerdere mogelijkheden te onderzoeken. Als we ervan overtuigd zijn dat onze vrienden betrouwbaar zijn, maar dat we op onze hoede moeten zijn voor vreemden, dan kunnen we een simpele vuistregel hanteren om te bepalen wie we mogen vertrouwen, zonder veel cognitieve of emotionele last.

We kunnen onszelf ervan overtuigen dat bepaalde voedingsproducten beslist gezond zijn, en andere besliste ongezond, dat E-nummers slecht zijn, dat elektromagnetische straling schadelijk is, of dat politieke tegenstanders boosaardig zijn. We kunnen overtuigd zijn dat alle politici zakkenvullers zijn, dat homeopathie een doelmatige behandeling is tegen ziekten, of – net als een gokker in een casino – dat ons geluk weldra zal keren. Zo maken we ons leven makkelijker en aangenamer: overtuigd zijn betekent dat we niet langer over dit soort zaken hoeven na te denken.

Overtuiging helpt ons het verleden en het heden te duiden in simpele termen. We zakten voor dat examen omdat de leraar het op ons gemunt had; we hadden dat auto-ongeval omdat we die dag domweg hadden besloten om niet via de snelweg maar via de schilderachtige landwegen naar huis te rijden; we hebben rare symptomen omdat de oude verf in ons huis lood bevat. We zijn ervan overtuigd.

Overtuiging als een kristallen bol
Overtuiging als een kristallen bol. (Nvodicka/Pixabay)

Econoom Tyler Cowen ziet onze tijd als het Tijdperk van de Onvoorspelbaarheid, maar een flinke kwak overtuiging ruimt ook dit ongemak uit de weg. De toekomst voorspellen is makkelijk wanneer we ervan overtuigd zijn dat Poetin beslist kernwapens zal gebruiken (of net niet), dat technologische doorbraken nabij zijn om het probleem van de klimaatverandering op te lossen, of dat we voldoende sparen voor een comfortabel pensioen.

Wanneer degelijk belangrijk is

Maar de kracht van een overtuiging is slechts zelden een teken van haar degelijkheid. Onze overtuigingen mogen best het ongemak of de angst wegnemen die we gewaarworden door de ondraaglijke meerduidigheid van de wereld rondom. Ze mogen ons geruststellen dat we geen grote aantallen opties moeten evalueren om een beslissing te nemen. Wanneer je overtuigd bent smelt onzekerheid weg.

Maar overtuigingen zijn vaak het resultaat van flinterdunne informatie, of ze zijn geworteld in meeslepende verhalen, eerder dan in solide feiten. En hoe sterker de overtuiging, hoe meer weerstand ze biedt tegen kritisch aanvechten, en hoe meer ze ingebouwde neigingen activeert zoals hindsight bias, overlevingsbias, en confirmation bias, gemotiveerd redeneren en natuurlijk wishful thinking. Zo wordt ze zo goed als immuun voor elke betwisting.

 

Gelukkig is nauwkeurigheid niet altijd zo relevant. Veel van de zaken waarrond we sterke overtuigingen hebben, zijn van weinig belang voor onze beslissingen. Wat onze overtuigingen doen is ons voorzien van onwrikbare opinies die enthousiast onthaald worden door een publiek dat onze mening deelt. Wie geeft er dan wat om dat de mensen die dat niet doen met de ogen rollen?

Maar soms komt het erop aan, en dan is het emotionele en cognitieve voordeel om in een rooskleurige illusie te leven geen lang leven beschoren. Als we herkennen waar nauwkeurig oordeel echt van tel is, dan kunnen we beter voorzichtig zijn met de overtuigingen die ons gedrag beïnvloeden. Dan wordt een overtuiging best niet een rotsvaste, oninneembare zekerheid, maar een voorlopig eindpunt van een bewuste, op feiten gebaseerde redenering – open voor nieuw bewijsmateriaal en klaar om aangepast te worden aan nieuwe inzichten. Bovenal mag ze ons niet verhinderen na te denken, wel integendeel.

Dat is de enige overtuiging waarvan we overtuigd mogen zijn dat ze een goede leidraad is voor ons gedrag.

LEES OOK
Koen Smets / 07-02-2020

Hoe word je deeltijds veganist?

Al maakt een campagne geen massa's bekeerlingen, dat betekent nog niet dat ze geen effect heeft.
vegetables
Koen Smets / 04-01-2019

Geef er dit jaar wat minder om

Kan om iets of iemand geven nadelig zijn?
careless