Het WK van de schaamte

Rachida El Azzouzi
Qatar-stadion
De nieuwe stad Lusail, speciaal gebouwd voor het WK, is nog in aanbouw, zoals hier rond het Iconic Stadium waar de finale zal worden gespeeld. (© Rachida El Azzouzi (Mediapart))
Mediapart

Dit is een vertaling van het eerste deel van een onderzoek van Mediapart, twee maanden voor de start van het WK voetbal in Qatar. Apache werkt samen met verschillende partners om een breed scala aan onderzoeksjournalistiek en duiding aan te bieden.

"We hebben uw hulp nodig. Een 'broer' is al vijf maanden niet betaald. Hij eiste zijn loon van zijn werkgever, waarna die hem als vergelding uit het werkkamp wegjoeg. Hij kan nergens heen."

De telefoon ging op het moment dat Mohammed (een schuilnaam), in zijn kamer zonder ramen, van vermoeidheid in elkaar zeeg, uitgeput door het werk, de hitte en de vochtigheid. De thermometer had 's middags 44 graden aangegeven. Nooit in zijn bijna tienjarig verblijf in Qatar had hij zo'n ondraaglijke zomer meegemaakt. Een paar dagen eerder waren er zware stortregens. Midden in het droge seizoen, wat voordien ondenkbaar was.

Hoewel hij uitgeput was, aarzelde Mohammed geen seconde."Stuur me zijn locatie. Ik breng hem in veiligheid." Hij stond op uit bed - een matras op de tegelvloer, goot wat water over zich heen en logde in op de Uber-app om een chauffeur te vinden.

Een uur later verwelkomt hij in zijn armoedige flat troostend een grote, uitgeputte bonenstaak van een man, met handen vol kloven van het harde werk. Het is Hari (ook een schuilnaam), 33 jaar, net als de anderen ook een arbeider op een van de gigantische bouwwerven van Lusail, een nieuwe stad op zo'n vijftien kilometer van de wolkenkrabbers van Doha. Het is een futuristische dystopie die uit het zand oprijst, een uiting van luxueuze losbandigheid. Hier zullen van 20 november tot 18 december 2022 de populairste wedstrijden van het WK voetbal, waaronder de finale, worden gespeeld.

De wedstrijden vinden plaats in een van de modernste en meest extravagante stadions ter wereld, dat voor het evenement werd gebouwd, naast de gebouwen, snelwegen, hotels, golfterreinen, een metro, een tramlijn, een jachthaven en zelfs een Place Vendôme (naar het voorbeeld van het gelijknamige plein met luxewinkels in Parijs) .

Het stadion zelf, het Iconic Stadium, heeft een capaciteit van 80.000 zitplaatsen en is geïnspireerd op de rompen van dhows, traditionele zeilschepen die nog steeds in de buurt van de corniche op het water dobberen. Ooit waren ze Qatars voornaamste bron van inkomsten, die toen nog bestond uit parelvisserij, voordat het emiraat een olie- en gasgigant werd.

Qatar is zo groot als het Parijse Île-de-France en is momenteel een van de rijkste staten ter wereld. Het land heeft het grootste bruto binnenlands product per inwoner en een unieke verhouding tussen buitenlanders en onderdanen: van de 2,8 miljoen inwoners is 90% gastarbeider.

Duizenden arbeiders omgekomen

Qatar, een allegorie voor ongebreideld kapitalisme, bouwde zijn fortuin - en de afgelopen twaalf jaar ook de infrastructuur voor 's werelds belangrijkste voetbaltornooi - op de uitbuiting van een lompenproletariaat, dat voornamelijk uit Zuid-Azië en Afrika komt. Uitbuiting tot de dood erop volgt, zoals blijkt uit rapporten van verschillende ngo's en internationale vakbonden die deze "moderne slavernij" aan de kaak stellen.

In februari 2021 kwam The Guardian met een huiveringwekkend cijfer. Wereldvoetbalbond FIFA wees in 2010 tegen een achtergrond van corruptie Qatar in 2010 aan als organisator van het WK in 2022. In de tien jaar daarna kwamen ten minste 6.500 arbeiders uit India, Pakistan, Nepal, Bangladesh en Sri Lanka om door ongevallen. Ze werden het slachtoffer van valpartijen, hartaanvallen en hittestress, terwijl zij onder erbarmelijke werkomstandigheden de infrastructuur van het WK opbouwden.

Volgens het Britse dagblad is dat cijfer een onderschatting omdat het geen gegevens bevat van andere landen als de Filipijnen en Kenia, waar ook tienduizenden dwangarbeiders vandaan kwamen.

De Qatarese autoriteiten ontkennen het dodental. Zij beweren dat maar 37 doden verband houden met de bouw van de stadions. Slechts drie overlijdens zouden te wijten zijn aan een arbeidsongeval. De FIFA steunt het regime en is vol lof over de "zeer strenge gezondheids- en veiligheidsmaatregelen" en de "lage ongevallengraad in vergelijking met andere grote bouwprojecten in de wereld".

Qatar-migrant
Een migrantenarbeider op een hete, vochtige middag in de straten van Doha. (© Rachida El Azzouzi (Mediapart))

Twee maand voor de openingsceremonie neemt de roep om een boycot van het WK toe. De invloedrijke ministaat probeert met zijn indrukwekkende soft power het onderwerp van de mediaradar halen.

In een verklaring nadat dit artikel bij Mediapart verscheen, zegt een Qatarese regeringsfunctionaris: "De afgelopen tien jaar gaf Qatar meer dan enig ander land in de regio bijkomende rechten aan buitenlandse werknemers. Honderdduizenden werknemers profiteerden van de maatregelen die Qatar nam in overleg met internationale deskundigen, waaronder de IAO, vakbonden en ngo's."

"De hervormingen omvatten een nieuw nationaal minimumloon, de afschaffing van uitreisvergunningen, de opheffing van belemmeringen om van baan te veranderen, strenger toezicht op de aanwerving, betere huisvesting en betere gezondheids- en veiligheidsnormen, waaronder verplichte jaarlijkse gezondheidscontroles. Qatar heeft ook samengewerkt met regeringen die arbeidskrachten sturen om uitbuitingspraktijken aan te pakken voordat werknemers in Qatar aankomen."

De regeringswoordvoerder zegt nog: "Er is een consistente daling van het sterftecijfer in Qatar vanwege onze toonaangevende gezondheids- en veiligheidsprogramma's in de regio. "(Lees de volledige verklaring hier.)

"Qatar is een pionier in de regio. Het maakte het leven van buitenlandse werknemers aanzienlijk beter", klinkt het in de communicatie.

Wanneer hij dit hoort, richt Mohammed zijn ogen naar de hemel, noemt het "een enorme leugen", en steekt een sigaret op. "Dit WK is het smerigste en het bloedigste uit de geschiedenis. Als een van ons sterft op een bouwwerf, doet Qatar geen onderzoek. Het vraagt het geen autopsie aan, en onderzoekt niet waarom een jonge en gezonde man plotseling sterft. Op overlijdensakten staat nooit dat een arbeidsongeval de doodsoorzaak is. Altijd gaat het zogenaamd om een natuurlijke dood, of krijgt de overledene de schuld, omdat hij een slechte gezondheid, of hart- of ademhalingsproblemen zou hebben gehad. Zijn familie mag niet de kans krijgen op gerechtigheid en op een schadevergoeding van de werkgever of de staat."

Mensenrechtenorganisatie Amnesty International deed dezelfde vaststelling in augustus 2021 na onderzoek van overlijdensakten en een onderzoek naar de plotselinge dood van zes Nepalezen en Bengalezen die voordien in goede gezondheid verkeerden. Manjur Kha Pathan, een vrachtwagenchauffeur van 40, zwoegde twaalf tot dertien uur per dag in de hitte in een truck met defecte airconditioning. Hij had er tevergeefs melding van gemaakt. Op 9 februari 2021 viel hij viel flauw en stierf voordat de ziekenwagen arriveerde.

Sujan Miah, 32, was pijpfitter op een bouwwerf in de woestijn. Zijn collega's troffen hem dood aan in zijn bed op de ochtend van 24 september 2020. De dagen die eraan voorafgingen klom het kwik boven de 40°C. Hun families aan het thuisfront zijn er kapot van. Zij verloren een zoon, een echtgenoot, een vader, een broer, maar vaak ook hun enige bron van inkomsten.

Qatar 3 2
Arbeiders keren na het shoppen op hun enige vrije dag terug naar hun slaapzaal in Asian City, het grootste werkkamp van Qatar. (© Rachida El Azzouzi (Mediapart))

"Wij zijn allemaal bang om in een doodskist naar ons dorp terug te keren. In mijn geboortestreek komen veel mannen die vanuit Qatar komen direct op de begraafplaats terecht", vertelt Mohammed. Hij komt uit een Aziatisch land dat erom bekend staat dat het de meest volgzame en ook goedkoopste arbeidskrachten levert. Hij werkt voor een Qatarese bouwonderneming waarin mensen uit het Midden-Oosten kaderfuncties hebben gekregen, en ontvangt het equivalent van 340 euro per maand voor elf uur werk per dag, gedurende zes dagen per week.

Net als alle andere arbeiders die Mediapart kon spreken, getuigt hij anoniem. Hij is bang voor represailles van het Qatarese regime en van "zijn slavenbroeders" die hij op informele, clandestiene wijze helpt: de ballingen in de buitenwijken in de woestijn, in het stof. Ver van alles, van de bouwwerven, van de stadscentra, van het 'normale' leven.

Kofi, arbeider in een WK-stadion: 'We werkten als slaven vanaf 4 uur 's ochtends'

In hun rol als loutere productie-eenheden, hebben deze slaven geen enkele privacy in de door hun werkgevers gehuurde labor camps, waar zij opgepropt zitten met duizenden, soms met tienduizenden. Het zijn smerige en overvolle werkkampen in vervuilde industriegebieden, sommige zonder stromend water en elektriciteit. De kampen staan onder streng toezicht. Ze zijn omgeven door hoge muren, hekken, bewakers, camera's en afluisterapparatuur.

In een rij langs de barakken rijden colonnes witte Tata-bussen (minibussen), gecharterd door de bouwbedrijven, die hen bij dageraad naar de stellingswerken en 's avonds terug naar de slaapzaal brengen.

Mediapart kon toegang krijgen tot het Barwa El-Baraha-gebouw, dat er van buitenaf presentabel uitziet. Toch is het een betonnen monster, waar je niet naar binnen kunt zonder je identiteit bekend te maken. Het biedt onderdak aan meer dan 50.000 voornamelijk Bengaalse migrantenarbeiders, en werd tien jaar geleden ten zuiden van het luisterrijke Doha gebouwd als reactie op de internationale verontwaardiging. Toch heeft het gebouw nog steeds hetzelfde doel: segregatie.

Werken, slapen, en weer werken. Het systeem is schatpichtig aan Amerikaanse segregationistische praktijken van eind jaren 30 in de Golfregio, toen oliemaatschappij Aramco het volgens onderzoeker Tristan Bruslé in Saudi-Arabië begon te implementeren. Arbeidersklassen, die alleen van tel zijn om hun werkkracht, worden geïsoleerd, uitgesloten en gecontroleerd, zonder dat hen een uitweg wordt geboden.

Qatar-ontbijt
Bij de terugkeer van het werk is de maaltijd een moment om te delen en samen te zijn. (© Rachida El Azzouzi (Mediapart))

"We zijn als ratten die niet in de buurt mogen komen van de kaste van Qatari's of westerse expats", zegt Mohammed. Lange tijd woonde hij in een van de vervallen, gesegregeerde getto's waar alleen mannen mogen wonen. Tot hij van werkgever veranderde en een uitkering van 100 euro kreeg om in de gedeelde flat in een volksbuurt aan de rand van Doha te gaan wonen.

Hij woont nu samen met Indiërs, Filipino's, Kenianen, Ivorianen, Ghanezen en Malinezen: allemaal bouwvakkers. In zijn flat leven een tiental arbeiders, verdeeld over de twee kamers die zijn omgebouwd tot vier eenheden. Een unit heeft airconditioning, maar niet die van hem. Hij moet genoegen nemen met een ventilator.

Er is een gedeelde keuken, maar iedereen bewaart eigen potten, rijst, curry en frisdrank aan het voeteneind van hun bed, waar colonnes kakkerlakken komen en gaan. Hari blijft zijn gastheer bedanken dat hij mocht komen. Op de grond tegen de muur, onder het wazige licht van een neonlamp, probeert hij zijn tranen te bedwingen. Vijf maand lang kon hij geen cent naar zijn familie in Nepal sturen; zijn vrouw, hun drie kinderen en zijn ouders, die in hun thuisland aan hun ellendige lot zijn overgelaten.

Bijna het volledige loon van Mohammed gaat naar zijn familieleden, maar het is veel lager dan wat hem vooraf aan het thuisfront werd beloofd: 1.200 riyal per maand (of 320 euro) om twaalf à veertien uur per dag, zes en een halve dag per week, te zweten in een verzengende hitte, soms zonder enige beschutting.

Dat is veel meer arbeidstijd dan in zijn contract staat, en veel hoger dan het maximum dat in de Qatarese arbeidswetgeving is opgenomen. Het overschrijdt de norm van zestig uur per week van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Mohammed houdt amper genoeg over voor zijn eigen voedsel (dat zijn bedrijf normaal gezien moet betalen) en voor zijn mobiel-internetabonnement.

Qatar spookstad
Barwa El-Baraha, een kamp ten zuiden van Doha, waar meer dan 50.000 voor het merendeel Bengaalse migrantenarbeiders wonen. (© Rachida El Azzouzi (Mediapart))

De afgelopen vijf maanden weigerde zijn baas Mohammed te betalen. Het is een Qatarese onderaannemer van een conglomeraat dat actief is op verschillende bouwwerven in 'stad van de toekomst' Lusail, dat het kloppend hart moet worden van het WK 2022.

Het bedrijf beweerde cashflowproblemen te hebben, een veelgebruikt argument in een emiraat waar aan de lopende band gebouwd wordt, waar onderaannemingen als paddestoelen uit de grond schieten, en waar van onder tot boven in de piramide bedrijven en investeringsfondsen van over de hele wereld hun verantwoordelijkheid op de rug van de werknemers afschuiven.

Hari's nachtrust lijdt eronder. Niet alleen stuurt hij geen geld meer naar zijn familie, zijn schuld wordt ook groter. Om Nepal te verlaten en de extreme armoede te ontvluchten sloot hij zes jaar geleden een lening af bij een woekeraar in zijn dorp om naar Qatar te reizen, ook al wist dat het geen eldorado is. De lening diende om de rekruteringskosten van 2.000 euro te betalen aan het bureau dat hem de baan bezorgde.

De buitensporige en volstrekt illegale vergoedingen storten gezinnen vaak levenslang in de schulden. Die kunnen ertoe leiden dat de geldschieter de gezinnen op hun beurt tot slaaf maakt, wanneer de arbeider het geld voor het 'recht' om in Qatar te gaan werken niet meer kan terugbetalen omdat de verpletterende machine van uitbuiting hem de dood heeft ingejaagd.

Het verzet komt op gang

Mohammed probeert Hari gerust te stellen: "Neem rust. We vinden wel een oplossing." Hij is geen vakbondsman of advocaat, maar gewoon een lotgenoot, die zijn rug rechtte en zich toelegde op de rechten van arbeiders. Met de steun van de belangrijkste vakbond in zijn land van herkomst werd hij zonder het goed te beseffen een van die activisten van wie het gsm-nummer discreet circuleert onder uitgebuite arbeiders, van het ene naar het andere stapelbed.

Hij belichaamt het individuele en collectieve verzet: de solidariteit binnen en buiten de eigen gemeenschap die op gang is gekomen. Dat verzet is erop gericht om zich te bevrijden uit de tentakels van een asociale, autoritaire 'gasmonarchie' onder controle de Al-Thani-dynastie, die erom bekend staat niet alleen arbeiders, maar ook vrouwen, homoseksuelen en alle mogelijke opposanten te onderdrukken.

Het feodale systeem in Qatar verbiedt stakingen en vakbondsacties en onderdrukt elk protest en oproer. Dat bleek vorige maand nog maar eens bij de spoeduitwijzing van enkele tientallen lijfeigenen uit Bangladesh, India en Nepal, die zich 'schuldig' maakten aan een - zeldzame - betoging, om hun loon op te eisen dat al zeven maanden onbetaald bleef. "We zullen geen revolutie veroorzaken, maar we kunnen wel levens verbeteren", zegt Mohammed.

Qatar-stellingen
Arbeiders op een bouwwerf in het centrum van Doha (augustus 2022). (© Rachida El Azzouzi (Mediapart))

Hij is in de veertig, heeft drie kinderen die hij ziet opgroeien op WhatsApp en een vrouw die hij dagelijks, vaak in tranen, belt. "Ik dreig in te storten, ik zie te veel verschrikkingen. Ondanks een aantal hervormingen die door wereldwijde druk en verontwaardiging op gang kwamen, blijft Qatar voor migrantenarbeiders een verblijf in de hel, waar de ergste misstanden en schendingen van mensenrechten, economische en sociale rechten samenkomen."

Om critici de mond te snoeren poetste het emiraat in de aanloop naar het allereerste WK voetbal in het Midden-Oosten zijn imago op. Voor het evenement waarin het meer dan 200 miljard dollar zal investeren, legde Qatar de afgelopen jaren een minimumloon op van 1.000 riyal (ongeveer 260 euro). Een extreem laag bedrag, ver onder de internationale normen, terwijl het leven in Qatar duur is.

Oumar (bouwvakker): 'Ik word gek. Ik ben net een gevangene in dit land'

Qatar kondigde ook de oprichting aan van speciale arbeidsrechtbanken en een compensatiefonds voor niet-betaalde lonen. Dat fonds keerde volgens de IAO sinds de oprichting in 2018 meer dan 160 miljoen dollar uit aan bijna 40.000 werknemers in verschillende sectoren. Maar afgaande op de vele getuigenissen bij Mediapart is een zaak opstarten een weg vol hindernissen. In dit systeem blijft de werkgever almachtig.

De kafala is daar het symbool van. Het is een restant uit vroegere tijden, en verwijst in het islamitisch recht naar een voogdij over niet-verwanten. Op het Arabisch schiereiland evolueerde dat naar een angstaanjagend fenomeen waarin de werknemer eigendom is van de werkgever (de kafil of 'sponsor', 'peetvader'). Qatar kondigde in 2020 aan dat het dit sponsormechanisme had afgeschaft, tot vreugde van de FIFA en de IAO (dat in 2017 afzag van een klacht over dwangarbeid in ruil voor de opening van een kantoor in Doha).

Om het land te verlaten heeft een werknemer niet langer een uitreisvergunning van de kafil nodig, en om van baan te veranderen is diens schriftelijke toestemming (een NOC of No Objection Certificate waaruit zijn voorbeeldig gedrag moet blijken) niet langer noodzakelijk.

West Bay
De zakenwijk West Bay. (© Rachida El Azzouzi (Mediapart))

Maar in werkelijkheid wordt de wet met de voeten getreden omdat ze niet gepaard gaat met een afradingsbeleid met sancties en controles. De diep in de mentaliteit gewortelde kafala is nog steeds in gebruik. Werkgevers blijven werknemers aan de ketting leggen door NOC's te eisen of paspoorten in beslag te nemen.

"Ons systeem is nog niet perfect. Er zijn nog steeds enkele niet-coöperatieve privébedrijven. Maar zodra ze in beeld komen, worden ze systematisch op een zwarte lijst gezet", zegt een bron bij de Qatarese overheid.

De ketens van uitbuiting

Uit de door Mediapart verzamelde getuigenissen blijkt misbruik op grote schaal te bestaan, in een klimaat van straffeloosheid. Hari vreest dat zijn 'sponsor', die hem uit het werkkamp zette, zijn verblijfsvergunning zal intrekken wegens zijn eis dat zijn loon betaald zou worden, en dat hij hem bij de politie zal beschuldigen dat hij 'onderduikt'. Dat laatste wordt gezien als een strafbaar feit dat ertoe kan leiden dat hij in hechtenis wordt genomen of naar Nepal wordt gedeporteerd.

"Helaas is dit een klassieke vorm van chantage. Ik krijg dagelijks meldingen", verzucht Mohammed, terwijl hij het notitieboekje laat zien waarin hij tientallen gevallen heeft genoteerd van werknemers die door hun kafil zijn opgelicht. Hij geeft momenteel ook advies aan zijn buurman, een jonge Oegandees die in korte broek en teenslippers zijn hoofd door de deuropening steekt.

Oumar heeft een conflict met zijn "beul" die hem midden in de zomer buiten laat werken in een tijdsbestek (tussen 10u en 15u30) waarin dat bij wet verboden is vanwege het extreme klimaat. Hij noteert Oumar bovendien als afwezig wanneer hij pauze heeft. Zijn baas is hem vier maandlonen schuldig en weigert hem van baan te laten veranderen, tenzij hij 5.000 riyal (bijna 1.400 euro) betaalt voor een NOC, een astronomisch bedrag dat Oumar niet kan ophoesten. Het is een andere vorm van steeds terugkerende chantage.

Qatar-voedsel
Migrantenarbeiders slaan hun voedsel op aan het voeteneind van hun bed. (© Rachida El Azzouzi (Mediapart))

Idealiter zou Oumar een klacht indienen, maar de baas dreigt hetzelfde te doen tegen Oumar. "Met een klik in een app kan hij hem vernietigen, zijn verblijfsvergunning intrekken, en hem beschuldigen van vlucht of diefstal, zonder dat hij enig bewijs moet leveren", legt Mohammed uit.

Zoals de overgrote meerderheid laat Oumar de zaak liever vallen. Hij is erg depressief. Vorige maand stierf zijn enige zoon van vijf jaar aan leukemie, maar hij kon niet terugkeren naar de heuvels van Kampala. Hij volgde de begrafenis, de kreten en de tranen per telefoon. "Ik word gek, ik ben als een gevangene in dit land."

Hij vertelt over het dagelijkse racisme, de angst voor de politie, de identiteitscontroles, zelfs als de papieren in orde zijn. Over collega's die hun verdriet wegdrinken met alcohol van de zwarte markt, die zelfmoord plegen om zich eindelijk te bevrijden uit de ketenen van uitbuiting. Het zijn onzichtbare paria's, die toch zo zichtbaar zijn in de openbare ruimte, veel meer dan de autochtone bevolking.

Hij haalt zijn gsm uit zijn zak, scrolt door kopieën van zijn geschonden contract en door foto's van het gebouw waar hij leefde. Dat is in een erbarmelijke staat, van de slaapkamer tot de toiletten, met vuil, schimmel en promiscuïteit. Hij wilde niet naar de Golfregio komen, maar de werkloosheid dwong hem daartoe. "Ik verloor mijn baan als verkoper. Ik kon geen andere job vinden. Daar is geen crisis, het is er totale ellende. Ik moest geld vinden."

Hij houdt van voetbal, en geniet ervan om met zijn huisgenoten naar een wedstrijd te kijken met een bord chips. Maar bovenal houdt hij van het spel zelf. In de Oegandese hoofdstad Kampala bood een rekruteringsbureau hem de kans om profvoetballer te worden in Qatar voor een bedrag van 3.500 riyal (ongeveer 1.000 euro). Hij trapte in de val. "Toen ik arriveerde, werd ik naar een fabriek gestuurd. Mijn familie zei me mijn mond te houden, de kans te grijpen, wat cash mee terug te brengen. Ik had al genoeg schulden."

Kofi (een schuilnaam), een van zijn kameraden, werd in Ghana het slachtoffer van dezelfde zwendel. Hij betaalde een gelijkaardig bedrag aan een bureau dat hem een voetbaltoekomst beloofde en hem het mirakel van Qatar voorspiegelde. "Mij werd verteld dat het een land was waar het gemakkelijk is om door te breken, dankzij de goede infrastructuur en het lage niveau dat de lokale bevolking haalt." Toen hij het bedrog ontdekte was het te laat. Hij zat al in de val en was in een financiële wurggreep terechtgekomen.

Qatar migrant
Oumar (schuilnaam), bouwvakker: 'Ik houd er rekening mee dat ik als slaaf in Qatar zal sterven.' (© Rachida El Azzouzi (Mediapart))

In een bouwvakkersplunje met een helm op zijn hoofd belandde hij van zonsopgang tot zonsondergang op de werf van een ander WK-stadion voor 900 riyal (240 euro) per maand: het Al-Janoub-stadion in de havenstad Al-Wakrah, ten zuiden van Doha, dat met zijn 40.000 zitplaatsen ook op een dhow is gebaseerd, en dat in recordtijd werd gebouwd.

"We werkten als slaven vanaf 4 uur 's ochtends", herinnert Kofi zich, die Red Bull moest drinken om zijn job te kunnen volhouden. "Op een dag in oktober 2017 kwam een inspectie, een jaar na de dood van een werknemer. Internationale vakbondsleden kwamen op bezoek samen met het Supreme Committee (het Qatarese orgaan dat belast is met de organisatie van het WK, red.). Plotseling werden we goed behandeld. We kregen een schuilplaats tegen de zon om pauzes te nemen, water wanneer we dat wilden. Maar dat duurde niet lang."

In het torenhoge bouwwerk kwamen tenminste twee Nepalese arbeiders tijdens hun werk om het leven. In oktober 2016 werd Anil Kumar Pasman, toen 29 jaar, aangereden door een vrachtwagen en overleed. Hij was het eerste slachtoffer van een dodelijk arbeidsongeval in een stadion dat officieel door Qatar werd erkend. In augustus 2018 maakte Tej Narayan Tharu, 23, een fatale val terwijl hij 's nachts een enorme plank over een loopbrug van meer dan 35 meter hoog transporteerde.

Volgens een onderzoek van The Guardian overleden in het voorjaar van datzelfde jaar twee andere Nepalezen die aan het Al-Janoub-stadion werkten en volgens hun familie in uitstekende gezondheid verkeerden: Bhupendra Magar, 35, en Ramsis Mukhiya, 52 jaar.

Collega's troffen hen dood aan in hun stapelbed in het kamp. Op de overlijdensakte staat dat Bhupendra stierf aan "acuut ademhalingsfalen", Ramsis aan "acuut hartfalen". Er kwam geen verder onderzoek naar de doodsoorzaak.

Bhupendra werkte in Qatar met maar een doel: het afbetalen van de bijna 4.000 dollar schulden die hij had gemaakt om een job te krijgen... in Afghanistan. Zijn moeder is ontroostbaar: "Mijn zoon is voor altijd weg. Hij heeft een kleine dochter. Hoe moet zij overleven?"

Dezelfde vraag over zijn eigen familie achtervolgt Hari. Hij weet niet wat hij morgen moet doen: onderduiken of terugkeren naar het kamp bij Asian City, ten zuiden van Doha. Het is een andere wereld binnen dit rijke land: een plaats voor de ellendigen, waar meer dan een half miljoen proletariërs opgesloten zitten. Het is een toonbeeld van hoe segregatie in zijn werk gaat. De regering stemde uiteindelijk in met de bouw van een enorm winkelcentrum en een cricketveld met 13.000 zitplaatsen voor allerlei vormen van vermaak.

Qatar-Dhows
Dhows gaan te water bij de Doha Corniche, die uitzicht biedt op de wolkenkrabbers van de zakenwijk West Bay. (© Rachida El Azzouzi (Mediapart))

Mohammed stelt voor de zaak van Hari voor te leggen aan het compensatiefonds, maar wil eerst advies inwinnen bij het "netwerk". Hij heeft weinig hoop, maar zegt dat niet. "Ik luister, ik begeleid, maar vaak is er geen oplossing. Het monster is veel te sterk", vertrouwt hij ons neerslachtig toe.

Wie zal na het WK nog verontwaardigd blijven over de erbarmelijke condities waarin deze arbeiders moeten werken?

Hij vreest de dag na het WK, wanneer het glitter-gebeuren achter de rug is. Wie zal op dat moment nog verontwaardigd blijven over de erbarmelijke condities waarin deze arbeiders moeten werken? Zonder hen zou de grote massa van het wereldvoetbal met zijn massapubliek (meer dan de helft van de planeet keek naar het WK in Rusland in 2018) niet kunnen plaatsvinden. Zonder hen zou Qatar niet dezelfde ultra-welvarende natie zijn, dit belastingparadijs dat door de hele wereld het hof wordt gemaakt en zich alles kan veroorloven: eilanden, golven, artificiële bergen. En dat verwikkeld is in een race om nog meer bling-bling-gigantisme met rivaal Dubai.

Onzichtbare paria's zijn het, maar ze zijn toch zo zichtbaar in de openbare ruimte. Veel meer dan de autochtone Qatari's in hun witte dishdasha's of zwarte abaya's (de traditionele kleding van het Arabische schiereiland, red.). Overal krioelen de essentiële schakels in de Qatarese economie rond, met hun helmen en fluorescerende vesten, hun gezichten in sjaals of mutsen gehuld om het brandende kwik tegemoet te treden, druk bezig met de bouw van bruggen, wegen, luxehotels, wolkenkrabbers, fanzones en promenades...

Mohammed vraagt of "wij journalisten" terugkomen. Morgen is het vrijdag, zijn enige vrije dag deze week. Dat geldt niet voor alle "slavenbroeders". "Velen van hen werken zeven dagen per week en weten niet wat rust is." Hij heeft niet echt een vrije dag, want de telefoon staat roodgloeiend van de noodoproepen, maar hij probeert wat te slapen, naar de moskee te gaan om te bidden en de Koran te lezen: zijn toeverlaat.

Hij begrijpt niet "hoe mensen in een zo religieus land hun gelijken kunnen uitbuiten tot de dood en hoe zij kunnen spugen op islamitische waarden". Laatst ontdekte hij een hadith: "Geef de werknemer zijn loon voordat zijn zweet opdroogt." Hij zou die aan de profeet Mohammed toegeschreven uitspraak overal willen ophangen in de wereldstad die op het punt staat meer dan 1,2 miljoen voetbalfans te ontvangen.

Vertaling: Frank Olbrechts

LEES OOK
Rachida El Azzouzi / 06-10-2022

Voor huishoudpersoneel is Qatar de hel

Huishoudhulpen worden in Qatar mishandeld en hun arbeidsrechten systematisch geschonden.
Qatar-9
1 REACTIE
Raoul Delveaux19-11-2022 16:52:46
Mijn verachting gaat voornamelijk naar die velen die elk een ietsiepietsie hadden kunnen bijgedragen hebben om een dergelijke toestand aan te klagen en daarmede relatief gemakkelijk wereldwijd een "effet boeuf" hebben bereikt.
Bedoeld worden hiermede niet enkel de waarschijnlijk minstens gedeeltelijk corrupte raad van bestuur van de FIFA maar vooral de vele vele enthousiasten die gewoon niet willen weten hoe het er in de wereld aan toe gaat of het niet kunnen weten door gebrek aan algemene opleiding.
Het had inderdaad een "Effet boeuf" kunnen zijn omdat men zeer weinig moest doen (= gewoon niet gaan) en toch een geweldig effect veroorzaken (= het tonen van lege stadia door de wereldmedia").
Maar ja als speler verdient men grof geld. Als supporter krijgt men het ticket gratis (maar men moet wel hard supporteren = de overeenkomst). Als bestuurslid waant men zich toch voor een korte tijd "VIP" (buiten andere voordelen). Voor de zakenmensen wordt het voornamelijk "kassa, kassa" (hopefully for many years to come) en de staat QATAR krijgt een erediploma van de wereldgemeenschap als voorbeeld van menselijkheid en eervol regeren zonder discriminatie.
Hoe diep gaat het menselijk zoogdier nog vallen voor financiële voordelen ?
RAOUL DELVEAUX