Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Een toevallige gedragseconoom kan het niet laten

Koen Smets
Pralines
Het zou wel eens kunnen dat wat we liever hebben veel vaker onze beslissingen beïnvloedt dan we willen toegeven, ook al zijn er stevige argumenten aan de andere kant. (CC BY NC ND 2.0 Sarah Richter (Flickr))

Zonder een pandemie om stokken in de wielen te steken, waren we weer klaar voor de jaarlijkse trip naar het dierbare vaderland, en eens te meer kon uw correspondent het niet laten enige gedragsobservaties te maken.

Bij het parkeren is tijd geld… toch?

De regeling voor het parkeren in de badplaats waar we elk jaar een lang weekend doorbrengen is over de jaren flink veranderd. De plaatsen, zeker voor parkeren langs de straat, zijn schaars en worden dus onvermijdelijk gerantsoeneerd. In de oude tijd, toen er weinig beperkingen waren, gingen ze vooral naar vroege vogels en geluksvogels, of naar diegenen die dat eerder waren geweest en vervolgens hun voertuig niet hadden verplaatst.

Vandaag is parkeren beperkt in elke straat, van de dijk tot een tweetal kilometer landinwaarts. Dichtst bij de zee, in de rode zone, is het betalend (en niet goedkoop: een tarief van 2,5 euro per uur tussen 9 en 19u ontmoedigt beslist langparkeren).

De meeste andere straten liggen in de blauwe zone, waar je gratis parkeert maar met een maximum van twee uur. Niet geschikt voor dagjesmensen of vakantiegangers, maar wel goed nieuws voor de arme bewoners (voor wie die tijdsbeperking niet geldt). Zij moeten het voorheen almaar lastiger hebben gevonden om in de nabijheid van hun huis te parkeren wanneer ze terugkwamen van een tripje naar de supermarkt.

De overige straten, het verst van het strand, vormen de oranje zone: ook met een uurtarief van 2,5 euro, maar daarnaast een dagtarief van 7,5 euro tussen 9 en 19u. Dat was geschikt voor ons.

Parkeermeter
Je betaalt in geld bij deze meter, maar je betaalt ook in tijd. (Google Streetview)

Twee zaken vielen me op. In het verleden hadden we het altijd een tegenvaller gevonden de auto zo ver te moeten parkeren – bijna een kwartier stappen in elke richting. Nu was ik bijzonder blij daar nog een plaatsje te vinden zonder eindeloos om de ene na de andere blok te moeten rijden in de ijdele hoop geluk te hebben. Wat eens slecht was, was nu heel goed – context is belangrijk.

Het andere wat me trof was wat meer intrigerend. Op onze eerste volledige dag vertrokken we voor een lokaal uitstapje net na de middag (wat ons al een besparing van 2,5 euro opleverde door het dagticket dat we de avond tevoren hadden gekocht). We keerden terug rond halfzes, en hadden dus nog anderhalf uur over op dat ticket. Tof – nog meer besparing! Nu had ik daar meteen ook een nieuw dagticket kunnen kopen, geldig tot 5.30 de volgende dag, maar dat zou natuurlijk verspilling zijn geweest, omdat ik zo dubbel zou betalen voor dezelfde periode. Niemand bij zijn zinnen zou zoiets doen.

Of toch? Op de terugweg van de auto begon ik te twijfelen. Door dat ticket nog niet te kopen, had ik mezelf eigenlijk verplicht de volgende morgen, voor 9 uur, 25 minuten te stappen om dat nieuwe parkeerticket te kopen. (Had ik al vermeld dat ons kleine flatje op de vierde verdieping was van een oud huis zonder lift, 79 treden boven de begane grond?)

Een nieuw dagticket gekocht op donderdagavond om 17u30 zou weliswaar zijn verstreken voor 19u op vrijdag. Maar als we opnieuw een uitstapje zouden maken hadden we hetzelfde scenario kunnen volgen, en als we ter plaatse zouden blijven zouden we makkelijk onze dag zo kunnen plannen dat we, zonder veel extra moeite, langs de auto wandelden kort voor het ticket verstreek en er een nieuw kopen. Mijn intuïtie – “Niet verspillen! Betaal zeker niet dubbel!” – wist echter natuurlijk beter dan rekening te houden met de niet te verwaarlozen transactiekosten.

Zou ik zomaar 25 minuten stappen (en 79 trappen af, en weer op) om 5 euro te besparen? Niet waarschijnlijk. Zou ik het doen in ruil voor een extra 5 euro? Nog minder waarschijnlijk (wat meteen ook de asymmetrie illustreert waarmee we winst en verlies beschouwen). Misschien onthoud ik het wel tot de volgende keer.

Bedrieglijke of niet zo bedrieglijke (on)nauwkeurigheid

Op een ochtend besloten we naar de restauratiewerken aan de pier te gaan kijken. Het originele beton, gegoten in 1933, had het onderspit moeten delven tegen de maritieme elementen, en kon niet meer worden hersteld. Een informatiebord gaf de totale kost en de duurtijd van de restauratie aan.

Beide getallen waren, zoals kon worden verwacht, vrij groot, maar wat me trof was dat het ene werd vermeld met een buitengewone nauwkeurigheid, terwijl dat bij het andere net het tegenovergestelde was: het prijskaartje is 10.298.773 euro en 87 cent, en de werken zullen 800 dagen duren. Waarom voor de kost een zo absurd precies getal, en tegelijk een onwaarschijnlijk rond getal voor de duur?

Toevallig was mijn gezel op deze wandeling mijn schoonbroer, een architect die goed bekend is met openbare aanbestedingen in de bouwsector, en hij gaf tekst en uitleg. De prijsopgaves voor dergelijke contracten moeten alle relevante details bevatten en niets aan de discretie van de uitvoerder overlaten, waardoor elk individueel item moet worden gekwantificeerd.

Dat zou natuurlijk nog steeds een ronde, budgettaire schatting kunnen zijn. Maar stel je voor dat een aannemer zo’n schatting zou gebruiken in zijn offerte. Een schatting aan de lage kant zou de kans dat hij het contract binnenhaalt vergroten, maar hij loopt het risico het werk te moeten uitvoeren met verlies indien de schatting te laag is. Een hoge schatting vermijdt dat risico, maar hij riskeert dan wel dat hij het bod verliest aan een concurrent die wel zijn huiswerk deed en de kost in detail uitwerkte. Precisie is dan de beste optie, hoe raar het er ook uitziet.

informatiebord
Hoe lachwekkend zijn deze getallen? (Niet zo lachwekkend als ik dacht.) (Koen Smets)

Kost is meestal het belangrijkste criterium waarop dergelijke contracten worden toegekend, maar de duurtijd is vaak ook van belang. Er is wel zelden een afweging tussen de twee, en typisch is het niet erg waarschijnlijk dat het kostenplaatje kleiner zou zijn als de werken worden uitgerekt over een langere periode. De overeengekomen duurtijd is dus meer een randvoorwaarde – ‘oplevering binnen X dagen’ – wat dan weer het veel rondere getal verklaart.

Zo blijkt dus dat we best niet te snel zijn iets als absurd te bestempelen wanneer we de achtergrond niet echt kennen. Het is bijna net zo dwaas als iemands gedrag als irrationeel karakteriseren zonder te weten wat hun doel is. Niet dat zoiets ooit gebeurt natuurlijk …

Een idiosyncratische aankoopbeslissing (zijn ze dat niet allemaal?)

Niets is beter geschikt om deze reeks van gedragsschetsen tijdens een reisje naar België afsluiten dan een anekdote over pralines. Over de jaren hebben we het laten gebeuren dat onze familie en vrienden in Groot-Brittannië nu zonder mankeren verwachten dat we voor hen een doosje van de aldaar zo gegeerde Belgische pralines meenemen. Zo ook deze keer.

Mijn wederhelft had, zoals ze al enkele jaren doet, net voor we de kust verlieten voor het tweede deel van ons verblijf bij familie net buiten Brussel, aan zee al de nodige pralines gekocht – een volle week voor we weer naar Engeland zouden terugkeren. Je vraagt je wellicht af waarom ze daarmee niet wachtte tot vlak voor onze terugreis, vooral als je weet dat er een vestiging is van dezelfde keten net om de hoek van onze tijdelijke verblijfplaats. Dat deed ik dus ook, en dit jaar verzamelde ik de nodige moed om het haar te vragen.

Ze kwam op de proppen met een resem vergezochte rechtvaardigingen – het was makkelijker dat vroeger af te handelen en niet op het laatste nippertje, het was dichterbij, de pralines worden toch in de koelkast bewaard en worden lang niet zo snel slecht als men beweert, enzovoort.

Ik herkende meteen gemotiveerd redeneren. Gemakkelijk als het er zo dik op ligt. Omdat ik toch nog wat moed overhad, stelde ik al deze punten in vraag, en het was duidelijk dat ze nergens op sloegen. Uiteindelijk hield ze op met argumenteren en zei gewoon, “omdat ik dat liever zo doe”.

Ze was zich beslist bewust van de nadelen van die lekkernijen een week vroeger dan nodig te kopen, maar toch maakte ze een weloverwogen afweging, waarin die nadelen niet opwogen tegen wat ze liever had.

Het zou wel eens kunnen dat wat we liever hebben veel vaker onze beslissingen beïnvloedt dan we willen toegeven, ook al zijn er stevige argumenten aan de andere kant. Mijn moed was inmiddels echter opgebruikt, en ik besloot niet dóór te vragen waarom ze nu precies déze keuze liever had. Misschien was dat maar goed ook.

LEES OOK
Koen Smets / 19-01-2024

Activistisch denken een vloek en een zegen?

Activisme heeft zeker tekortkomingen maar is het helemaal te verwerpen?
just stop oil
Koen Smets / 08-12-2023

Een moeilijk evenwicht

De afweging bepaalt bijna al onze beslissingen maar we passen ze vaak niet helemaal correct toe.
500 blogs
Koen Smets / 17-11-2023

Hoe we erin slagen van gedachten te veranderen

We beschikken over twee mechanismen die ons helpen om beslissingen te nemen.
thinking and feeling