Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

De vloek van het gelijk aan je kant

Koen Smets
blessing guns
Er is beslist iets mis wanneer er in een land meer vuurwapens dan inwoners zijn. (Twitter)

Er zijn niet veel gebakjes die zo controversieel zijn als de Britse scone. Dat is een klein, rond cakeje, dat wordt geconsumeerd met clotted cream en aardbeienjam, als essentieel onderdeel van de populaire cream tea in het zuidwesten van Engeland. Naast een triviaal meningsverschil over de uitspraak van het gebakje, leidt vooral de vraag wat de juiste manier is om scones te eten al lang tot verhitte debatten, zonder enige hoop op een definitieve conclusie of zelfs maar een consensus. Wat zit daarachter?

Prioriteit voor jam of room?

In het graafschap Devon wordt de scone (aldaar uitgesproken zodat het rijmt met ‘gone’) horizontaal doormidden gesneden, en vervolgens worden beide helften eerst bestreken met de room, met vervolgens een klodder jam erbovenop. Meer naar het zuiden in Cornwall worden beide delen van de scone (die daar rijmt op ‘stone’) echter eerst met jam belegd, met daarop dan de room.

Beide kanten verdedigen met verve de superioriteit van hun methode. De Devonianen stellen dat de room verhindert dat de jam binnendringt in het losse kruim van de doorgesneden scone. In Cornwall beweren ze dat precies de verspreiding van de jam in het kruim ervoor zorgt dat de room netjes bovenaan blijft liggen, en dat je door de room eerst aan te brengen riskeert dat de jam eraf glijdt, met alle gevolgen van dien.

scones
Voor elk wat wils, maar wie heeft het gelijk aan zijn kant? (Twitter)

Koningin Elizabeth neigt blijkbaar naar de Cornwallmethode: volgens een kok die dertig jaar geleden op het paleis werkte had ze “altijd eerst huisgemaakte jam uit Balmoral, met daarbovenop clotted cream, tijdens de tuinfeestjes in Buckingham Palace”. Maar zelfs de autoriteit van de Britse monarch zal wellicht niet in staat zijn de meer fervente Devonianen ertoe aan te zetten de volgorde waarin ze jam en room aanbrengen te wijzigen. Zij geloven immers niet enkel dat hun methode beter is, maar dat het de enige juiste is. (En in Cornwall denken ze natuurlijk evenzeer het gelijk aan hun kant te hebben.)

Het is precies deze overtuiging, dat we het gelijk aan onze kant hebben, die ons kan beroven van onze capaciteit om duidelijk te redeneren, de argumenten van een tegenstander te erkennen en ze correct te evalueren. Dat is misschien niet echt zo’n groot probleem wanneer het om een folkloristisch gebruik gaat.

Voor ik over dit eeuwenoude dispuut tussen twee naburige graafschappen hoorde had ik geen idee dat de rangorde waarin jam en room worden aangebracht van zo’n groot belang kon zijn. Ik heb beide varianten wel vaker gegeten, en van allebei evenzeer genoten. Bovendien, zolang niet een enkele methode wordt opgelegd ten koste van de andere, heeft de hele zaak weinig om het lijf: beide kunnen immers prima naast elkaar bestaan, zonder dat iemand daarbij schade lijdt.

Maar als we in staat zijn tot zulke intense gevoelens rond gelijk en ongelijk in verband met dergelijke frivoliteiten, dan is dat natuurlijk ook mogelijk voor meer betekenisvolle zaken. Een zo’n thema haalde recent – voor de zoveelste keer – weer eens de krantenkoppen, na de tragische schietpartij in een lagere school in het Texaanse stadje Uvalde.

Wapens, wetten en rechten

Ik hou niet van vuurwapens. Ik had als klein pateeke, zoals veel andere kleine pateekes, wel een speelgoedpistool, maar ik heb er me nooit aangetrokken toe gevoeld. In mijn geboorteland België, net als in mijn adoptieland, het Verenigd Koninkrijk, zijn persoonlijke vuurwapens – zelfs voor de jacht – relatief zeldzaam en zo goed als onzichtbaar in het dagelijkse leven. Mochten vuurwapens opeens, op een of andere manier, enkel in handen zijn van politie en strijdkrachten, dan zou dat perfect in orde zijn voor mij (en nauwelijks verschil maken).

Vanuit die norm is het gemakkelijk voor mij om impliciet de kant te kiezen van diegenen die ijveren voor een strengere wapenwetgeving in de VS. Wijdverspreid wapenbezit (1 op 3 Amerikanen heeft een vuurwapen) is mij vreemd, en het is dus makkelijk om het als verkeerd te zien. 

Als ik sowieso geen reden zie waarom iemand een vuurwapen zou moeten hebben, laat staan vijf of meer, is het makkelijk de ogen ten hemel te richten wanneer ik tegenstanders van beperkingen op wapens hoor beweren dat het niet wapens, maar mensen zijn die andere mensen doden.

Als er niet zoveel wapens waren, dan konden die mensen niet zomaar mensen neerschieten in shoppingcentra of lagere scholen. Er is beslist iets mis wanneer er in een land meer vuurwapens (bijna 400 miljoen in de VS) dan inwoners (326 miljoen) zijn. Het kan dan toch geen verrassing zijn dat er zoveel moorden met zulke wapens plaatsvinden?

Het argument is overduidelijk en ondubbelzinnig, en alles is ermee gezegd – want ik heb gelijk, natuurlijk. Er is immers helemaal geen reden waarom er zoveel wapens moeten zijn, en ze dienen wel degelijk om te doden (iets minder dan 20.000 moorden in 2020, en daarbovenop nog eens 20.000 zelfmoorden).

Maar mijn overtuiging van mijn eigen gelijk maakt me tot een luie pleitbezorger met zwakke redeneringen. Ze verhindert me de advocaat van de duivel te spelen bij mijn eigen argument, en dat van de andere kant aan de man van staal te onderwerpen (ik schreef hier al eerder over).

Maar laten we even aannemen dat ik het geloof dat ik het gelijk aan mijn kant heb opzijzet, en dat ik het perspectief aanneem van een verantwoordelijke liefhebber van vuurwapens die de wet naleeft, en die van zijn liefhebberij geniet zoals ook een fan van muziekinstrumenten, modeltreintjes of Belgische bieren dat doet. Ik doe niets verkeerds: zoals zij schep ik genoegen in het omgaan met mijn wapens, ik neem ze geregeld mee naar een schietstand, en daarbuiten blijven ze secuur opgeborgen. En dat is ook wat mijn vele miljoenen Amerikaanse medevuurwapenbezitters doen (we zijn met meer dan 80 miljoen).

“Wacht even”, hoor ik iemand zeggen, “muziekinstrumenten en modeltreintjes doden toch geen mensen.” Zeker, antwoord ik dan, maar dat doen mijn wapens, en die van de overgrote meerderheid van wapenbezitters ook niet. Het aantal vuurwapens in de VS is enorm, maar het aantal wapens dat daadwerkelijk wordt gebruikt om mensen te doden is erg laag. Het aantal moorden per vuurwapen (1 op 10.000) is zelfs lager dan in Nederland (1,6 per 10.000). Voor elk wapen dat doodt, zijn er 10.000 die dat niet doen.

whisky bottles
Alcohol doodt meer dan twee keer zoveel mensen als vuurwapens. Twee maten en twee gewichten? Goede vraag. (© Monica Volpin (Pixabay))

En als we het over Belgisch bier, of meer algemeen, over alcohol hebben – dat doodt ook mensen (bijna 100.000 in 2020). Volgens het Amerikaanse Departement van Verkeer waren er in 2019 meer dan 10.000 verkeersdoden als gevolg van alcohol achter het stuur – 28% van het totale aantal. Beeld je in dat je een van de miljoenen verantwoordelijke consumenten van alcohol bent, die er niet aan denkt achter het stuur te kruipen na een pint of een borrel. Wanneer activisten dan beperkingen willen opleggen over hoeveel, en welke soort alcohol je mag kopen, dan zou je dat wel eens als een aanval op je rechten kunnen ervaren. 

Een uitgebreid rapport over wapenbezit van het Pew Research Center stelde vast dat 74% van de wapenbezitters (en 35% van de niet-wapenbezitters) het recht op wapenbezit beschouwt als een essentiële vrijheid. Niet zo moeilijk dus om te zien hoe wapenliefhebbers pogingen tot een verstrenging van de wapenwetgeving als een zware inbreuk op hun rechten zien.

Natuurlijk denken ook veel wapenliefhebbers dat zij het gelijk aan hun kant hebben. Ook daar zie je dan een gelijkaardige aantasting van het redeneervermogen. Ze klampen zich bijvoorbeeld vast aan het grondwettelijke recht op wapendracht, of beweren dat meer wapens (bijvoorbeeld door leraren te bewapenen), eerder dan minder, tot meer veiligheid zullen leiden.

Is het echt mogelijk gelijk te hebben? Misschien. Maar geloven dat we gelijk hebben is zeker niet genoeg. Helaas kan zo’n geloof bij iedereen opduiken, ook bij wie doorgaans controverses op de meest evenwichtige manier benadert. En dan ben je al gauw overtuigd dat je argumentatie stevig is en je oordeel gezond. Het is best niet te geloven dat je gelijk hebt, zeker wanneer je gelooft dat je gelijk hebt.

LEES OOK
Arno Meijnen / 15-02-2021

Verstopt in de nacht: het verbod op warmtekijkers bij everzwijnenjacht

's Nachts op zoek naar voedsel, zijn everzwijnen steeds minder veilig door de opkomst van warmtekijkers. Zij zien de jagers niet, maar de jagers zien hen wel.
Nachtbeeld
Redactie Apache / 25-03-2016

Het nieuws dat je deze week mogelijk miste

Net als andere media focuste Apache deze week hoofdzakelijk op de aanslagen in Brussel. Daarom selecteert onze redactie een aantal nieuwsfeiten die je deze week mogelijk miste.
Alain-Mathot