Als de geschiedenis op de deur bonkt

Jan Walraven
De Maarschalk Zora del Buono bijgesneden
De Zwitserse auteur Zora del Buono verweeft ‘kleine' familieverhalen met de ‘grote’ historische bewegingen. (Uitgeverij Meulenhoff)

Elke ochtend dronken Zora en Pietro Del Buono als start van hun dag een kop koffie in bed. Met de verse kranten in hun handen, bespraken ze met elkaar de toestand van de wereld vanuit hun statige villa in Bari. Aan die wereld was geen ontsnappen. De fascisten veroverden Italië.

De Del Buono’s stonden aan de andere kant van de geschiedenis. Hun huis en radiologiepraktijk was een rode pleisterplek, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog de Joegoslavische partizanenleider Tito op spoedcontrole kwam. De X-stralen die Pietro op hem losliet, zouden uiteindelijk onrechtstreeks Tito’s leven redden.

De kleindochter van Zora en Pietro, die ook door het leven gaat als Zora del Buono (met kleine in plaats van hoofdletter d), beschrijft dit ochtendritueel met bewondering in haar boek De Maarschalk. “Ik vond het zo leuk dat ze het de hele tijd over politiek hadden. En zo interessant. Maar sinds de Russische invasie van Oekraïne praten ook mijn vrienden en ik de hele tijd over politiek. Niemand heeft het over iets anders. Het raakt je zo erg.”

Vond ze het eerst nog “chique en cool” dat politiek zo centraal stond in het leven van haar grootouders, dan beseft de kleindochter vandaag dat ze weinig andere keus hadden. “Ze moésten wel. Met dit besef zou ik het boek vandaag misschien anders schrijven.”

Want vandaag draait het ook in Europa weer om leven of dood. Met vrienden bespreek je de lastigste en meest onmogelijke vragen. Bijvoorbeeld of je de wapens zou opnemen of niet. Zora del Buono weet het niet. “Ik ben Zwitsers. Ik denk dat ik de bergen in zou gaan om te wachten en te hopen dat het voorbij gaat.”

Zora del Buono
Zora del Buono is behalve auteur ook architect en journalist. 'De Maarschalk' is haar derde roman en de eerste die in het Nederlands vertaald is. (© Yvonne Boehler)

De roodharige auteur is niettemin één brok energie en passie, die met veel smaak en kleur vertelt over haar boek, haar familie en haar leven in een door haar opgeknapt voormalig Berlijns hospitaal. Del Buono is behalve auteur ook architect en journalist. De Maarschalk is haar derde roman en de eerste die in het Nederlands vertaald is.

Het huis

Grootmoeder Zora — de maarschalk uit de titel — ontwierp zelf de imposante villa waar de familie woonde en waar dus ook de radiologiepraktijk van haar man, professor Del Buono gevestigd was. Het enorme huis is intussen verkocht en werd verbouwd tot appartementencomplex.

“Voor mij was dit huis de wereld. Ik hou van dit huis. Ik denk dat ik architectuur ben gaan studeren vanwege dit huis. Ik was er altijd naar op zoek. Het had altijd die specifieke geur van de chemische producten die je nodig had voor radiologie in die tijd. Ik heb altijd van ziekenhuizen gehouden. Nu woon ik in Berlijn zelf in een oud ziekenhuis.”

Zora del Buono: 'Ik heb echt geprobeerd om een verhaal te vertellen van vlees en bloed. Dus het moest ook een hart hebben. En mijn nonna is het hart van het boek'

“Ik was wel zowat de enige die goede herinneringen had aan het huis. Voor mij was dit het paradijs. Al was het dat voor de meesten niet, want het was ook een systeem van onderdrukking. Zora was zo dominant.”

Haar grootouders Pietro en Zora ontmoetten elkaar tijdens de Eerste Wereldoorlog, in het Sloveense dorp Bovec waar Zora opgroeide en Pietro als arts bij het leger gestationeerd was. Ze stichtten een gezin in de Zuid-Italiaanse stad Bari, waar ze drie zonen kregen. Manfredi, de jongste, was de vader van kleindochter Zora. Hij stierf na een auto-ongeluk toen Zora nauwelijks 1 jaar oud was. Toen al was Manfredi met zijn Zwitserse vrouw Marie-Louise naar Zwitserland verhuisd, waar de kleine Zora opgroeide.

“Ik heb mijn vader niet gekend, ik was zo jong toen hij stierf. Dit boek schrijven heeft mijn hart voor hem geopend”, vertelt Del Buono. “Iedereen zei altijd: 'Ach, arme meid, je hebt geen vader. Oh, je moet zo verdrietig zijn.' Maar ik was helemaal niet verdrietig, omdat ik hem niet kende. Hij was een spook voor mij. Ik was niet geïnteresseerd in deze man en voelde me daar ook niet schuldig over. Ik dacht er ook niet aan hem te leren kennen toen ik het boek begon te schrijven. Het gebeurde gewoon. Het was een heel leuk neveneffect.”

“Tijdens het schrijven vond ik brieven van hem aan mijn moeder, brieven van nonna aan hem. Hoe meer ik zag uit welke familie hij kwam, hoe meer ik hem begreep.” Die familie zet ze met verve neer. En vooral de nonna, de zon waarrond alle familieleden als planeten draaiden. “Ik heb echt geprobeerd om een verhaal te vertellen van vlees en bloed. Dus het moest ook een hart hebben. En zij is het hart van het boek. Ik identificeerde me natuurlijk altijd met haar vanwege haar naam.”

“Ze was een koningin, een monarch. Zij en haar man gingen heel goed samen, maar ik denk dat het moeilijk was voor de drie zonen. Mijn vader nam de juiste beslissing door te verhuizen naar Zwitserland. Hij en mijn moeder werkten er in een ziekenhuis. Hij bevrijdde zo zichzelf. Maar niet echt, want volgens mijn moeder belde Zora hen vanuit Bari elke zondagmorgen om zes uur op, op hun enige vrije dag. Mijn vader was ver weg, maar bleef toch onder haar vleugels, onder haar controle.”

“Mijn moeder was door die afstand wel een vrijer persoon, want de maatschappij in Zuid-Italië, zeker in de high society waarin mijn grootouders vertoefden, is nogal repressief.” Toch waren de Del Buono’s meer familie voor haar moeder dan haar eigen familie. “We waren er vaak. Ik was er soms ook zonder haar, als ze moest werken.”

Saloncommunisten

Hoewel de Del Buono’s welgesteld zijn, fungeert hun imposante villa ook als pleisterplek voor de Zuid-Italiaanse communisten voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Niet enkel Pietro en Zora discussiëren er over de stand het land en van de wereld, hun al even welgestelde vriendenkring bestaat uit even gepassioneerde saloncommunisten, zoals de kleindochter hen noemt. Niet toevallig kreeg De Maarschalk als motto een uitspraak van Ramón María del Valle-Inclán: “Communisme is aristocratie voor iedereen”.

'Het is pas op het allerlaatst dat mijn grootmoeder het zag en besefte dat het communisme verkeerd liep. Hoe vreselijk moet dat zijn? Dat je aan het eind terugkomt en dan ziet: dit is onzin'

Dat overgrootvader Giuseppe Del Buono op het gevangeniseiland Ustica tijd doorbracht met de verbannen communistenleider Antonio Gramsci, droeg de familie als een ereteken. Dat Pietro zelf tweemaal partizanenleider Tito aan een radiologisch onderzoek mocht onderwerpen, was voor nonna Zora het absolute summum.

Haar grootouders waren dan wel saloncommunisten, volgens kleindochter Zora waren de ideeën er wel echt. Aan de basis van die rode overtuiging liggen volgens Zora enkele toevalligheden.

“Mijn overgrootvader was alleszins geen communist. Dat ding met Gramsci op het eiland is wel een mooi verhaal. Mijn grootvader ontmoette enkele trotskisten in Napels, en toen hij in Duitsland ging studeren, belandde hij in een zeer rode vriendenkring. Hun manier van denken was logisch voor hem. Voor haar, voor nonna, was het, omdat ze zo krachtig was, absoluut het juiste.”

En toch eindigt nonna Zora als een verbitterde oude vrouw in de jaren 80 in een rusthuis in het communistische Slovenië. “Op het einde was ze zoals veel communisten, denk ik. Ze besefte niet dat het communisme verkeerd liep. En ze kon het ook niet beseffen want ze bleef altijd in Zuid-Italië. Ze leefde niet in Joegoslavië. Het is pas op het allerlaatst dat ze het zag en besefte. Hoe vreselijk moet dat zijn? Dat je aan het eind terugkomt en dan ziet: dit is onzin.”

De gebeurtenis

Het boek eindigt met een indrukwekkende monoloog van deze misnoegde vrouw, die zich door alles en iedereen in de steek gelaten voelt. Het is verbazend hoe de kleindochter haar nonna tot leven wekt, hoe ze in de huid kruipt van de vrouw waar ze ooit zo naar opkeek.

“Mijn nicht, nog een andere Zora, kende mijn grootmoeder heel goed en zei: 'Het is verbazingwekkend hoe je haar gevonden hebt’. Maar ik denk dat het niet zo ingewikkeld is om in te zien hoe moeilijk het oude leven is. Oud zijn is onzin.”

'Ik denk dat het niet zo ingewikkeld is om in te zien hoe moeilijk het oude leven is: oud zijn is onzin'

“We denken allemaal dat we een van die grappige oude dames zullen zijn die koffiekletst met vriendinnen, maar volgens mij is dat slechts 1% van de oude mensen. De rest is depressief, zit alleen in een verrekt verpleeghuis met afwasbare muren. Oud worden is volgens mij echt moeilijk, dus dat kon ik me vrij goed voorstellen. Ik denk dat het Jean-Paul Sartre was die zei: ‘Het verhaal van een leven, hoe het ook loopt, is het verhaal van een mislukking'."

Doorheen de slotmonoloog weerklinkt het tergende besef dat je op je oude dag enkel nog kan terugkijken op je fouten en dat je ze niet meer kan rechtzetten. Voor nonna Zora is één fout allesbepalend. Deze ‘gebeurtenis’ overschaduwt de rest van haar leven, en is volgens haar de reden voor alles wat nadien faliekant fout liep, waarom haar zonen jong stierven of ongeneeslijk ziek werden.

Over deze ‘gebeurtenis’, een uit de hand gelopen bankoverval door een met de familie bevriende communist, hoorde de kleindochter zo vaak fluisteren. De ware toedracht kreeg ze pas tijdens het onderzoek voor dit boek te horen, en dan nog met een fikse waarschuwing. “Vergeet niet dat je haar naam draagt, had tante Mila gewaarschuwd. Je moest geheimen laten waar ze hoorden: in het rijk van het zwijgen”, opent de proloog.

“Na ‘de gebeurtenis’ stapte de realiteit hun leven binnen. Het spel was voorbij, het saloncommunisme was voorbij”, zegt de kleindochter. Nadien zouden de Del Buono’s steeds over hun schouder kijken. Vooral bang voor ‘de partij’. "Ze hadden echt veel angst, omdat ze dachten dat de partij hen zou vermoorden. De partij probeerde meer dan tien jaar na de feiten ook het huis in beslag te nemen. Ze hadden geld nodig in die tijd.”

“Dat is ook Italië. Politiek gezien is het zo'n puinhoop. Dat was het altijd al en dat is het nog steeds.” Hoewel de dadendrang van de pagina’s spat, schreef Zora del Buono geen optimistisch boek. En hoewel ze zelf bruist van het leven, is ze ook zelf niet optimistisch gestemd. “Als je naar de mensheid kijkt, kun je dan een optimistische kijk hebben? Ik niet.”

De Maarschalk van Zora del Buono is in het Nederlands verschenen bij uitgeverij Meulenhoff
'De Maarschalk' van Zora del Buono is in het Nederlands verschenen bij uitgeverij Meulenhoff.

Zora del Buono is samen met enkele andere Zwitserse auteurs te gast op Behoud de Begeerte, op donderdag 2 juni in Antwerpen en op vrijdag 3 juni in Gent.  

LEES OOK
Tine Verschueren / 10-04-2018

BBC streeft naar gendergelijkheid, VRT hinkt achterop

BBC belooft om tegen 2020 het aandeel vrouwen op televisie en radio op te drijven tot 50 procent. Dat contrasteert fel met het streefdoel van onze eigen VRT.
VRT--
Carlo Van Baelen / 28-03-2013

Welke crisis in de boekensector?

Steeds luider klinkt de roep dat de boekensector lijdt aan overproductie. Er zouden te veel boeken van de band rollen. Maar de economische problemen van het boekenbedrijf liggen…
Verschillende boeken (Foto: Azrasta/ Oktober 2010/ Flickr-CC)
2 REACTIES
Rudiger Wouters01-06-2022 14:13:35
Mooie tekst, interessant wegens de koppeling van grote geschiedenis met individuele…
Jan Walraven01-06-2022 15:59:19
Dank. Ik heb het boek alvast graag gelezen. Zeer gelaagd, en helaas opnieuw zeer actueel.