Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

CD&V is burgerzin kwijt

Walter De Smedt
cd&v
(© Dirk Waem (Belga))

De Raad van State geeft niet alleen adviezen over wetten, maar kan op vraag van de burger ook bestuurlijke beslissingen vernietigen. Zo kan iemand beroep doen op de Raad wanneer bijvoorbeeld vergunningen of aanbestedingen in ‘zijn’ gemeente niet volgens de regels zijn verlopen. Vooral dat laatste is voor de uitvoerende macht, voor het politieke beleid op ieder niveau, meermaals een opdoffer van formaat gebleken.

Het recente spoedarrest van de Raad over de attesten van Lantis, de bouwheer van de Oosterweelwerken, is zo’n voorbeeld. Die attesten moesten zorgen voor de verplaatsing van met PFOS vervuilde grond, maar werden door de Raad onwettig verklaard. Het spoedarrest geeft duidelijk aan dat de brave burger zich met succes kan verzetten tegen onbehoorlijk overheidsbeleid.

Waarom wil minister Annelies Verlinden de werking van de Raad hervormen? In De Standaard van 29 april 2021 werd daar al een antwoord op gegeven: “Minister Verlinden wil komaf maken met jarenlange procedures tegen vergunningen, met na afloop vaak geen finale oplossing. De hervorming van de Raad van State moet het 'investeringsklimaat' bevorderen.”

De minister heeft gelijk wanneer ze op de jarenlange procedures en het gebrek aan finale oplossing wijst. Milieuadvocaat Isabelle Larmuseau gaf in Knack echter een juiste verklaring voor deze toestand. “Als de Raad van State of de Raad voor Vergunningsbetwistingen bij ons jaren na dato een overheidsbesluit vernietigt, komt het vaak voor dat de overheid aansluitend op dat vernietigingsarrest precies hetzelfde besluit neemt. Wij hebben bedrijven die al decennialang illegaal aan het exploiteren zijn ondanks een veelheid aan vernietigingsarresten. Zo werkt dat bij ons. Dat is onze publieke moraal. Een relativeringszin die nu tegen zijn grenzen aanbotst. Het moment is gekomen dat we een voorbeeld moeten nemen aan Nederland, want het absolute dieptepunt is nu wel bereikt.”

Dat er finaal geen oplossing komt ligt dus eerder aan de arrogante houding van het politieke beleid, dat op elk niveau en zelfs tegen een beslissing van de Raad zijn willekeur wil doorzetten. Ook de “bevordering van het investeringsklimaat”, dat al decennialang tot illegaal exploiteren leidt, roept grote vragen op. Want daarover gaan de betwistingen veelal. Veel klachten van burgers tonen inderdaad een merkbaar verschil in wat de burger wil en wat de overheid aan investeringen beoogt. Het begrip ‘klimaat’ is hier overigens ook volkomen op zijn plaats omdat het voor veel nieuwe klachten van ontevreden burgers kan zorgen.

Principe-arrest

Alle door meester Larmuseau aangegeven elementen vind je ook in een ander arrest van de Raad, uit 2019. Enkele inwoners van Boechout stapten naar de Raad over het Ruimtelijk Uitvoeringsplan voor het Vijverhof, een landhuis omringd door een park. Ook hier ging het over de investeringen van een bouwpromotor. In het park van het landhuis wou die appartementen neerpoten. In een voorafgaande ‘verbintenis’, gooiden het gemeentebestuur en de bouwpromotor op voorhand op een akkoord. De bouwpromotor nam bovendien de kosten voor het RUP voor zijn rekening.

Omdat de burgemeester geen oor had naar de kritiek van de inwoners, stapten gemeenteraadsleden van de lokale partij ’t Dorp en enkele burgers naar de Raad van State. De Raad deed uiteindelijk een opmerkelijke uitspraak: “Gelet op deze verbintenis valt niet in te zien hoe de gemeente twee jaar later in alle objectiviteit, zonder vooringenomenheid en zonder gebonden te zijn door deze eerdere overeenkomst, de verschillende op het spel staande belangen gelijktijdig heeft kunnen afwegen”.

Dit arrest mag als een principe-arrest worden beschouwd. Het maakt immers alle voorafgaande akkoorden tussen een gemeente en een bouwpromotor vatbaar voor vernietiging. Als je het toepast op de bouwwoede van Antwerps burgemeester Bart De Wever (N-VA), die eveneens vorm kreeg door dergelijke akkoorden, zijn de meeste daarvan erg wankel.

Ook de reactie van de Boechoutse burgemeester Koen T'Sijen (PRO Boechout&Vremde) past in wat meester Larmuseau stelt. “Ik had dit verwacht, maar vind het bijzonder jammer”, zei T’Sijen in 2019 aan de Gazet van Antwerpen. “Wij staan nog altijd achter het project, dat bovendien breed wordt gedragen, zo niet waren we met de gemeenteraadsverkiezingen electoraal afgestraft. Als de eigenaars dezelfde weg willen bewandelen, zullen we een nieuw RUP opmaken, rekening houdend met het arrest zodat er geen verdenking kan zijn van verdediging van private belangen.”

Uitvoerende macht boven

De ‘publieke moraal’ lijkt een absoluut dieptepunt te hebben bereikt. Het plaatst het hervormingsplan van minister Verlinden op een heel wat breder en diepgaander niveau. Het is ook lang niet de enige uiting van de nieuwe publieke moraal. Wie wat verder wil kijken dan de neus van iedere dag lang is, komt daarbij tot een opmerkelijke vaststelling.

Op 6 oktober 2011 diende toenmalig staatssecretaris voor Staatshervorming en Regie der Gebouwen Servais Verherstraeten (CD&V) een wetsvoorstel in om een college van de hoven en rechtbanken op te richten. Dit om ‘uniforme kwaliteitsstandaarden’ in te voeren:

Gelet op het feit dat iedere magistraat onafhankelijk is in de uitoefening van zijn rechtsprekende functie, maakt deze bepaling een onderscheid tussen, enerzijds, de vereisten van een kwaliteitsvolle openbare dienstverlening en, anderzijds, de vereisten van een kwaliteitsvolle rechtspraak. In het eerste geval kan het college dwingende richtlijnen uitvaardigen teneinde uniforme kwaliteitsstandaarden en methodes voor toezicht op die kwaliteit in te voeren.

Wat is het verschil tussen de kwaliteit van een individueel vonnis en de kwaliteit van de rechtspraak in het algemeen? Wat wordt juist bedoeld met “dwingende richtlijnen teneinde uniforme kwaliteitsstandaarden en methodes voor toezicht op die kwaliteit in te voeren”? Waar gaan we naar toe indien de uitvoerende macht aan de rechter dwingende richtlijnen kan opleggen voor wat een uniforme rechtspraak wordt genoemd?

Intussen is dat college een feit en ‘overlegt' het ook met de justitieminister. Daar bleef het echter niet bij. Neemt het strafrechtelijke beleid bijvoorbeeld. Dat werd voorheen bepaald door de rechtspraak van de hoven en rechtbanken, onder toezicht van het Hof van Cassatie en mits bespreking door de rechtsleer, de commentaar van advocaten en professoren. Wel, dat is nu de enkele en persoonlijke bevoegdheid van de justitieminister geworden. Enkel en alleen de minister bepaalt de richtlijnen die door de procureurs-generaal verplicht moeten uitgevoerd worden.

De vorige justitieminister, Koen Geens (CD&V), maakte hier dankbaar gebruik van om zijn ‘hervormingen’ door te duwen. Gelukkig werd zijn afkoopwet door een ander hoog college, het Grondwettelijk Hof, afgekeurd omdat het niet in overeenstemming was met de vereisten van het eerlijk proces en omdat het een aanfluiting was van het gelijkheidsprincipe.

Hier mag ook het Arco-dossier niet vergeten worden. Ter herinnering: de coöperatieve holding Groep Arco, voorheen Landelijk Verbond van Christelijke Coöperaties, had 800.000 particuliere aandeelhouders voor een totaal van 1,7 miljard euro. Deze aandelen werden verhandeld langs de BACOB-bank, de vroegere bank van de christelijke arbeidersbeweging. In de praktijk bleek Arco dit geld vooral geïnvesteerd te hebben in één bank: Dexia. Door het ineenstorten van die bank ging Arco failliet en werden de aandelen zo goed als waardeloos.

Werden de 800.000 leden van het ACW door hun eigen organisatie bedrogen? De regering-Leterme beloofde er een mouw aan te passen. Maar de regeling werd voor de Raad van State betwist. De Raad vroeg een advies aan het Grondwettelijk Hof en dat richtte zich tot het Europees Hof van Justitie. Daarna besliste de Raad om de twee KB’s over de waarborgregeling te vernietigen.

Rechtse lijn

In al deze uitingen van een gelijkaardige hervormingsdrift zit een rechte en zelfs een rechtse lijn. Zowel Verherstraeten, als Geens en nu Verlinden, die overigens advocaat was van de Belgische Staat in het Arco-dossier, zijn advocaten uit dezelfde partij met dezelfde universitaire komaf. Behoren zij tot dezelfde denktank?

In ieder geval delen ze de ideeën over de versterking van de uitvoerende macht. Zelfs wanneer daartoe de rechten van de burger en zijn toegang tot de rechter het moeten ontgelden. Nooit werd een tot justitieminister gepromoveerde zakenadvocaat als Koen Geens dermate teruggefloten door één of ander rechtscollege als het Grondwettelijk Hof en de Raad van State, Wil de minister van Binnenlandse zaken, zoals meester Larmuseau het zo kernachtig omschrijft, het vernietigingsarrest van de Raad van State in het Arco-dossier negeren om, mits een hervorming van de Raad, tot precies hetzelfde besluit te kunnen komen?

Ooit was het bij CVP anders. Dat kan je in de memoires van voormalig premier Wilfried Martens lezen:

Ik kan ervan getuigen dat Poupehan geen elitaire bijeenkomst was van topfiguren uit de politieke, syndicale of financiële wereld. Ik zie ons daar nog zitten: Fons (Verplaetse, die toen werkte op het kabinet van Martens, red.) de zoon van een veevoederfabrikant uit Zulte; Hubert (Detremmerie, de toenmalige voorzitter van de BAC-bank), een arme maar begaafde student; ikzelf, een boerenzoon; en Jef (Houthuys, ACV-vakbondsleider), de kleermaker. Hij naaide daar overigens eens vakkundig een knoop aan mijn jas. Niemand van ons behoorde tot het establishment. We hadden ons allemaal opgewerkt via verschillende wegen. Ik via mijn studies, Houthuys via de kajotters. Les forces vives noemen de Waalse socialisten dat: geen opportunisten of arrivisten, maar mensen die in een zeer idealistisch milieu zijn grootgebracht en op basis van hun overtuiging en opvoeding iets goeds willen bereiken in de samenleving. Samen verlegden we de grens van het economisch nodige naar het sociaal draagbare.

Blijkbaar is nadien een andere geest in de christelijke volkspartij gaan waaien, en hebben de zakenadvocaten het er nu voor het zeggen. Dat de partij daardoor de 800.000 bedrogen militanten verloor, dat Beweging.net de banden doorknipte, en CD&V riskeert de kiesdrempel te missen, lijkt geen bezwaar te zijn voor de huidige partijtop.

Dat België door dergelijke hervormingen de weg van Polen en Hongarije opgaat, waarbij rechtse ideeën tot miskenning van de rechten van de burger leidden, moet toch ook voor de andere partijen een reden zijn om zich te verzetten. Het is alles bij elkaar genomen veel ingrijpender dan een zogezegde miskenning van het recht om niet gevaccineerd te worden.

LEES OOK
Karl van den Broeck / 20-12-2021

CD&V kiest voor verplichte samenlevingsdienst in opvallend groen en sociaal programma

De koerswijziging staat in schril contrast met het beleid van de Vlaamse regering.
CD&V congres
Anton Jäger / 16-09-2020

Politieke bewegingskoorts

De klassieke partijen vervellen alledrie tot 'bewegingen' of 'netwerken'. De partij is dood, lang leve de beweging? Een nieuw ‘techno-populistisch’ tijdperk dient zich aan.
POLITICS KERN MEETING PARTIES CHAIRMEN COVID-19
Jan Walraven / 09-07-2018

Politieke partijen nooit rijker dan vandaag

Vlaamse politieke partijen zien eigen vermogen pieken boven 70 miljoen euro. Alweer een forse stijging tegenover 2016, toen het eigen vermogen al historisch hoog was. N-VA spant…
POLITICS LOCAL ELECTIONS NVA ANTWERPEN
1 REACTIE
Paul Deby09-02-2022 12:09:01
Een heel interessante bijdrage.
Ik verschil wel met de auteur van mening waar hij de memoires van Wilfried Martens als voorbeeld kiest van "Ooit was het bij CVP anders". Ik moet dan altijd denken aan een ander interview met Martens, in Vrij Nederland. Op de vraag naar het geheim van zijn grote succes, (hij leidde acht regeringen en duwde met volmachten een hard besparingsbeleid door), klonk zijn antwoord: "dat dank ik aan mijn grote bescheidenheid".
Martens had zich in die periode de status van een god veroverd, almachtig, incontournable, vergelijkbaar met de status van De Wever nu.
Mij lijkt de persoon van Martens precies die overgang naar versterking van de uitvoerende macht te belichamen.
En wat hem als persoon betreft zie ik veel in het volkse gezegde : "Als niet komt tot iet, dan kent iet zichzelve niet".