Boskap om asbest te verbergen én Oosterweel te depanneren

Steven Vanden Bussche
Een van de visvijvers in het natuurgebied Kleiputten Terhagen.
Een van de visvijvers in het natuurgebied Kleiputten Terhagen. (if)

Aan de Rupel in Boom scheiden rijwoningen van de Bosstraat het provinciaal recreatiedomein De Schorre van het aanpalende natuurgebied Kleiputten Terhagen. Dat biologisch waardevol gebied ontwikkelde zich de afgelopen dertig jaar op volgestorte kleigroeven. In de groeve grenzend aan de tuinen van de woningen stortte Eternit tot 1983 cementgebonden asbest en vervuild slib uit haar nabijgelegen productiesite in Kapelle-op-den-Bos. In 1993 kocht waterwegbeheerder De Vlaamse Waterweg het asbeststort en kort nadien startte buurtprotest tegen het gebrekkige onderhoud van het stort.

In 2015, na een vier jaar durend bodemonderzoek in de Kleiputten, besliste de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (Ovam) dat het 4,5 hectare grote asbeststort binnen het jaar gesaneerd moest worden over een oppervlakte die ruim dubbel zo groot is. Ondanks een bevel van de burgemeester gebeurde dat tot dusver niet. “Het bevel van de burgemeester van Boom van 28 juni 2019 vermeldt inderdaad dat alle zones waar zichtbaar en ongebonden asbest blootligt, moet worden afgedekt”, erkende Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) in het najaar van 2020 in het Vlaams Parlement.

Eind 2021 ligt er nog steeds zichtbaar gebonden asbest op het terrein

Eind 2021 ligt er nog steeds zichtbaar gebonden asbest op het terrein, al is de nakende boskap, waarvoor tot kerstavond een openbaar onderzoek liep, de voorbode van de toekomstige afdekking. Ovam heeft recentelijk geen overschrijdingen van normen gemeten. Maar monsters die buurtbewoners verzamelden en lieten analyseren, wijzen op de aanwezigheid van onder meer gevaarlijke asbestvarianten zoals crocidoliet.

Economische aanwending

De aanslepende ‘urgente’ sanering heeft te maken met de grootse infrastructuurwerken om de Antwerpse ring te sluiten. De sanering en de grondberging van de site stonden halverwege april 2016 al geagendeerd bij de Antwerpse deputatie. In de argumentatie werd toen ook weinig verhullend gesproken over de ‘economische aanwending’ van het projectgebied.

De provincie keurde toen een samenwerkingsovereenkomst goed met waterwegbeheerder Waterwegen en Zeekanaal. Die twee overheden waren eigenaar van de gronden. Omdat er voor die sanering over gronden van steenbakkerij Wienerberger gereden zal worden, werd ook die in de samenwerking opgenomen.

In de argumentatie over de sanering werd in 2016 al weinig verhullend gesproken over de ‘economische aanwending’ van het natuurgebied

Vijf jaar geleden werd een saneringsbudget van 4,6 miljoen euro vrijgemaakt. De bedoeling is wel om die kosten de komende jaren volledig te recupereren via inkomsten uit grondverzet. Want, zo staat in het besluit, over de sanering werd al lang gesproken maar de gesprekken werden geïntensifieerd “naar aanleiding van de vraag van de BAM om plekken ter beschikking te stellen voor berging van gronden van het Oosterweelproject vanaf 2018”. Beheersmaatschappij BAM is de voorganger van Lantis als bouwheer van de Oosterweelverbinding.

De focus komt de komende tien tot vijftien jaar dus op het bergen van 4,5 miljoen kubieke meter Oosterweelgrond. Winst maken staat evenwel niet centraal, 'wel het betaalbaar maken van sanering en grondberging/verontdieping', staat in de overeenkomst. Wanneer Oosterweel niet of veel later dan gepland gerealiseerd wordt, dan zouden andere grondoverschotten uit de Vlaamse infrastructuurmarkt gehaald worden. Wel zijn alle partijen zich op dat moment bewust ‘van de grote maatschappelijke gevoeligheid’, staat in het besluit.

Asbest

Die grote maatschappelijk gevoeligheid draait niet alleen rond de jarenlange strijd die buurtbewoners en een actiegroep voerden rond het fatsoenlijk afdekken van het gevaarlijke asbeststort, maar ook de kap van bijna 42 ha bos om ook twee andere stortvakken naast het asbeststort beter af te schermen voor de toekomst.

Overigens vreest de actiegroep dat in de feiten tot 55 ha bos gekapt zal worden. In hun berekening namen ze ook de toegangswegen mee, net als een stuk bos ter hoogte van een vijver die deels gedempt zal worden. De actiegroep Red onze Kleiputten wijst erop dat de laatste gronden in 1995 aangevoerd werden. Daardoor is volgens hen alle bebossing ouder dan 22 jaar, een grens die gebruikt werd om het compensatiedeel te beperken. Door te spelen met die grens moet maar 31,6 ha nieuw bos gecompenseerd worden op het projectgebied zelf, zo blijkt uit de boscompensatie-overeenkomst.

Openbaar onderzoek

Op 24 december liep het openbaar onderzoek af voor de omgevingsvergunning (kap en aanvoer gronden) waarover Vlaanderen allicht in maart een beslissing neemt. Daarna start een openbaar onderzoek voor het bodemsaneringsproject waarover in de zomervakantie een beslissing verwacht wordt. De start van de werken wordt in maart 2023 gepland.

Grenzend aan het asbeststort heeft De Vlaamse Waterweg begin jaren 90 vermoedelijk tot 70.000 kubieke meter gipshoudende grond laten storten van fosfaat- en fluorideproducent Prayon uit een werf van de zeesluis in Hingene-Bornem (de verbinding tussen de Schelde en het zeekanaal Brussel-Schelde). Dat staat althans in het beschrijvend bodemonderzoek, maar dat kon geen uitsluitsel geven.

“Tijdens het uitvoeren van boringen werd geen gips waargenomen, noch radioactiviteit gemeten. Mogelijk is dus geen radioactief gips op het terrein aanwezig of bevindt het zich dieper of op een andere locatie”, vermeldt het onderzoek. De Waterweg wijst erop dat boringen de stortput wellicht misten en dat door de diepe berging er allicht geen straling gemeten werd. 

Aangrenzend stortte de stad Antwerpen wel in de jaren 70 en 80 met zekerheid zowat 600.000 kubieke meter huishoudelijk afval. Op dat stort komt een berg grond van maar liefst 25 meter hoog.

Sulfaat 

De bodemdeskundigen adviseerden om het huishoudelijk afvalstort te saneren wegens grondverontreiniging met sulfaten. Dat zette Ovam later om in een saneringsplicht. Vraag is of die sulfaten wel degelijk uit vervuiling van het oude huisvuilstort komen, want over de hele onderzoekslocatie zijn er verhoogde waarden gemeten en daar niet alleen.

In het milieueffectenrapport (MER) staat dat het voormalige stort met huishoudelijk afval zich ‘min of meer’ als brongebied gedraagt. Ook in het bodemonderzoek wordt dat ‘aangenomen’. “Verspreiding van de aanwezige sterke verontreinigingen in het grondwater naar de onderliggende winbare aquifer (grondwaterlaag) is door de aanwezigheid van de afsluitende kleilaag niet aan de orde”, stelt de risico-evaluatie in het bodemonderzoek. Een verspreiding via het afvalwater naar de Rupel wordt wel niet uitgesloten.

“Er is een ernstige bedreiging die uitgaat van de bodemverontreiniging en een sanering is noodzakelijk”, luidt de algemene conclusie in het meer dan 600 pagina's tellende rapport over het bodemonderzoek. In het samenvattende besluit wordt naast sulfaat ook gesproken over andere ionen (anionen en kationen) waaronder aluminium of ammonium. Net wegens de natuurlijke omzetting van pyriet in de Boomse klei naar onder meer sulfaat werd een tweede stof gekozen (chloride) gekozen als indicator om de verspreiding van die andere vervuilende stoffen te meten. 

Het oriënterende en beschrijvende bodemonderzoek meldt dat de sanering noodzakelijk en urgent is. Toch wordt in de conclusies van analyseresultaten geschreven dat de lozing van sulfaatrijk water de kwaliteit van het water in de Rupel minimaal beïnvloedt. “Niettemin is een beïnvloeding van het oppervlaktewater niet uitgesloten”, vermeldt het onderzoek.

In een afwateringsgracht werd 357 mg sulfaat per liter water gemeten, zo staat in het bodemonderzoek. Een saneringsnorm bestaat niet, wel een drinkwaternorm van 250 mg per liter water

De actiegroep Red onze Kleiputten betwist de focus op sulfaat om het hele gebied te saneren. Hun bedenkingen worden gesteund door experts en documenten. In een afwateringsgracht werd 357 milligram (mg) sulfaat per liter water gemeten, zo staat in het bodemonderzoek. Een saneringsnorm voor sulfaat bestaat niet, wel een drinkwaternorm van 250 mg per liter water, wat hier overigens niet aan de orde is.

Er is onzekerheid of het stort de specifieke bron van de sulfaatvervuiling is, want op sommige plekken (aan de rand) van het gebied werden nog hogere waarden aangetroffen. Verschillende experts stellen zich vragen of de aanwezigheid van sulfaten de enige onderbouw is om het gebied te saneren. Een vergelijking tussen de gemeten waarden uit het bodemonderzoek en verschillende milieuvergunningen toont zelfs dat bedrijven uit de buurt in elk geval ook hoge(re) concentraties in de Rupel mogen lozen.

Fosfaat- en fluorideproducent Prayon kreeg in 2013 een milieuvergunning om rechtstreeks maximaal 700 milligram sulfaat per liter afvalwater in de Rupel te lozen

Fosfaat- en fluorideproducent Prayon kreeg in 2013 nog een milieuvergunning om rechtstreeks maximaal 700 milligram sulfaat per liter afvalwater in de Rupel te lozen. Het bedrijf mag volgens diezelfde vergunning jaarlijks maximaal 1,75 miljoen kubieke meter bedrijfsafvalwater in de Rupel laten stromen. Dat is bijna het driedubbele van de totale hoeveelheid (met sulfaten vervuild) grondwater dat jaarlijks uit de Kleiputten Terhagen naar de Rupel zou kunnen stromen, zo leert het bodemonderzoek. Omdat er geen hydrologische studie gemaakt werd, is het niet duidelijk hoeveel water uit welk deel van de Kleiputten naar de Rupel kan stromen.

Kleigroeve van Wienerberger
Kleigroeve van Wienerberger. (if)

Pyriet in Boomse klei

Er is bovendien ook nog een natuurlijke verklaring mogelijk. In de milieuvergunning van de nabijgelegen groeve van Wienerberger wordt dieper ingegaan op verhoogde concentraties ijzer, sulfaten, mangaan en nikkel. “Dit komt omdat de Boomse klei van nature uit onder meer pyrieten bevat, die bij ontginning en contact met zuurstofrijk hemelwater zullen oxideren, waarbij een aantal stoffen oplost in het te verpompen water”, staat in het document uit 2011. Metingen uit 2018 tonen overigens waarden tot 4.950 mg per liter in hun groeve.

Er wordt ook nog geargumenteerd waarom een lozing in de Rupel niet problematisch zou zijn en waarom ook geen normen worden opgelegd. “Aangezien de gracht naar waar het water overgepompt wordt, uitgeeft op de Rupel en deze ingedeeld is als overgangswater van het type zwak brak, laaglandestuarium met maximaal vier meter getijden (‘macrotidaal’), zijn voor sulfaten geen richtwaarden van toepassing”, luidt het. Dat komt omdat de Rupel invloed van het getij ondervindt en er gemiddeld 2.700 milligram sulfaat in een liter zeewater zit.

De Rupel staat onder invloed van het getij waar gemiddeld 2.700 milligram sulfaat in een liter zeewater zit

Een voorlopig eindrapport over de ecologische mogelijkheden van de plassen in het natuurgebied maakt ook melding van de natuurlijke reacties die ontstaan wanneer Boomse klei in contact komt met zuurstofrijk regenwater. Daar wordt ook een inschatting gemaakt van milieurisico’s. “Op basis van de (beperkte) data kon geen indicatie worden gevonden dat het ecologisch functioneren door de massale aanwezigheid van zwavel (sulfaat) zou worden gestremd.” In dat rapport staan sulfaatwaarden van 650 mg/l. Toch was er geen zekerheid of dat ook in de toekomst geen risico zal vormen.

Wandelpaden in het natuurgebied Kleiputten Terhagen.
Wandelpaden in het natuurgebied Kleiputten Terhagen. (if)

Afdekmateriaal

De actiegroep stelt zich voorts ook nog vragen over de gevolgen van de gebruikte methode. In essentie wordt het stort met een folie afgedekt, waarop een ondoordringbare kleilaag en grond komen. “In ideale omstandigheden zou een HDPE-folie het tot 500 jaar kunnen uithouden”, staat op de projectsite van de provincie en De Vlaamse Waterweg. De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (Vito) houdt het voor dat type bodemafdichtingen op een beperkte levensduur van dertig tot vijftig jaar en diezelfde inschatting wordt ook in Nederland gemaakt.

“Zware belasting van de folie kan extra zettingen veroorzaken waardoor de folie kan scheuren”, merkt actievoerder Frank Van Houtte (Red onze Kleiputten) op. “In het bodemsaneringsproject wordt beschreven dat er boven op de HDPE-folie een laag grond wordt aangebracht, die tot 25 meter dik kan zijn. Het is de bedoeling van het project om snel te herbebossen. Door deze massa grond is het risico op zettingen zeer groot. Ook zal het zeer moeilijk zijn om de waterdichtheid van de folie te controleren. Wanneer de folie dan zal moeten vervangen worden, moeten eerst alle bomen gerooid worden en de berg grond weggegraven worden.”

Vraag is waarom er vastgehouden wordt aan het sulfatenverhaal om te saneren, terwijl de manier waarop slechts enkelen tientallen jaren kan standhouden. Bovendien blijkt uit verschillende studies dat chemische reacties met het van nature aanwezige pyriet uit de Boomse klei tot meer sulfaten in de bodem kunnen leiden waardoor een ‘verontreiniging’ evengoed een ‘natuurlijke aanreiking’ zou kunnen zijn.

"Het klopt dat Boomse klei, wanneer die bloot aan de oppervlakte ligt, een sulfaatbron is omdat pyriet die aanwezig is in de klei dan oxideert", stelt De Waterweg. Toch wijzen ze erop dat dit enkel het geval is voor plekken waar klei aan de oppervlakte komt omdat er ofwel gewonnen wordt of omdat de klei in oude groeven onvoldoende afgedekt is. Ook merken ze op dat de vervuiling niet alleen draait om sulfaat en chloriden maar dat die stoffen als 'gidsstoffen' gekozen worden voor een reeks andere stoffen met verhoogde concentraties. 

De Vlaamse Waterweg en de provincie Antwerpen zijn grondeigenaars maar benadrukken dat ze geen bevoegdheid hebben om de goedkeuring (conformverklaring) van het bodemonderzoek door Ovam in vraag te stellen. De twee besturen wijzen er ook op dat ze de saneringsmethodiek of -omvang niet vrij kunnen kiezen. Naast de grondeigenaars zijn de bouwheer van Oosterweel Lantis en de gemeenten Rumst en Boom projectpartners in de sanering. Natuurpunt is geen projectpartner, maar kocht eerder wel 32 ha gebied van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM).

Ook de natuurverenging pleit voor de sanering van de oude kleiputten met Oosterweelgronden tot een groene nabestemming. “We zijn er ons van bewust dat op korte termijn de sanering en daarbij horende ontbossing geen goede zaak zijn voor het klimaat”, stelden ze eerder. De natuurvereniging wijst op voordelen op lange termijn. “De omvorming van de visvijver tot een moeraszone en de verondieping van de meeste vijvers in het natuurgebied hebben zowel op vlak van biodiversiteit als naar opslag van CO2 een positief effect in vergelijking met de huidige situatie.” Natuurpunt pleit wel voor een gefaseerde aanpak van de ontbossing, sanering en natuurinrichtingswerken, zodat de natuur de kans krijgt zich te herstellen.

Het wordt dan wel een tweede keer ‘herstellen’, aangezien er zich de voorbije drie decennia bos ontwikkelde op afgegraven en volgestorte kleigroeven. Het ritme van de ‘gefaseerde aanpak’ zal, als de sanering vergund wordt, dan weer bepaald worden door de voortgang van de werken aan Oosterweel.

Wandelpaden in het natuurgebied Kleiputten Terhagen.
Wandelpaden in het natuurgebied Kleiputten Terhagen. (if)
LEES OOK
Tom Cochez / 13-10-2022

Voor Oosterweel moet alles wijken

De Vlaamse Regering zet economie altijd boven volksgezondheid.
Demir Peeters
Tom Cochez / 14-06-2017

StRaten-generaal wint eerste slag om Oosterweel

Vlaamse Regering en BAM laten ‘beslist beleid’ officieel los en laten light-variant Oosterweelverbinding onderzoeken bij dienst MER.
POLITICS FLEMISH GOVERNMENT PRESS CONFERENCE OOSTERWEEL
Tom Cochez / 24-06-2016

'Oosterweel aanleggen en overkappen moet in één keer'

Is Alexander D'Hooghe de man die Antwerpen leefbaar en mobiel maakt? Een uitgebreid interview met de overkappingsintendant.
Schermafbeelding 2016-06-23 om 17.25.18
1 REACTIE
erik lauriks28-12-2021 11:24:53
De ongenuanceerde, kritiekloze samenwerking van Natuurpunt met BNP-Paribas - de meest klimaat en milieu rampzalige Belgische bank- laat mij erg twijfelen aan hun standpunt. Versplinterde opportunistische keuzes helpen immers het leefmilieu enkel symbolisch vooruit. Reclame maken voor een bank die massaal investeert in fossiele brandstoffen en vervuilende industrie (omdat je er wat centjes van krijgt) en dan pleiten voor een klein moerasgebiedje. Dat lijkt mij onder climate dressing te vallen.