Rudi Laermans: 'Angst is een bijzonder sterk verdienmodel'

Frederik Polfliet
volk mensen massa
Socioloog Rudi Laermans hekelt de individualisering van angst en neemt de achterliggende maatschappelijke tendensen in het vizier. (Timon Studler (Unsplash))

Dat we in angstige tijden leven, lijkt een breed gedeelde overtuiging. Ook in academische middens. Zo spreekt de Brits-Hongaarse denker Frank Furedi over een ware angstcultuur en bestempelt de Franse politicoloog Dominique Moïsi in De geopolitiek van de emotie angst als de dominante emotie in het Westen.

Angst lijkt alomtegenwoordig. Socioloog en essayist Rudi Laermans (63) plaatst bij die analyse vraagtekens en kanttekeningen. “Ons publieke spreken over angstgevoelens wordt overheerst door de psychologie. Het verkondigt vooral de neoliberale boodschap dat je hier zelf iets aan kan doen. Door de individualisering en therapeutisering van angst hoeven we het dan niet te hebben over de sociale oorzaken hiervan.”

Rudi Laermans: 'Het neoliberalisme kent alleen de hemel als limiet, dus kan je er niet in meedraaien zonder de kans op een burn-out'

“Neem nu de burn-out. De behandeling daarvan is veelal symptoombestrijding, want eigenlijk gaat het om een sociaal verschijnsel. Het heeft vooral te maken met arbeidsdruk en nieuwe systemen van kwantitatieve prestatiemeting. In een verzorgingsinstelling moet je bijvoorbeeld x-aantal mensenlichamen hebben gewassen, aan de universiteit moet je tig publicaties op jouw naam hebben staan…”

“Het neoliberalisme kent alleen de hemel als limiet. Slapen doe je later wel in je doodskist. Je kan er dan ook niet in meedraaien zonder de kans op een burn-out”, legt Laermans uit.

rudi laermans
Socioloog Rudi Laermans gaat op zoek naar de maatschappelijke oorzaken van onze vele angstgevoelens (©Boom Uitgevers)

In concurrentie met jezelf

Laermans schreef eerder over hoe in het neoliberalisme - de hedendaagse manifestatie van het kapitalisme - de vermarkting in alle sferen van ons leven doordringt. In zijn vorige boek Ik, wij, zij. Sociologische wegwijzers voor onze tijd (2020) omschreef hij hoe individuen in dit systeem zichzelf gaan beschouwen en gedragen als een soort Me Inc, een ondernemer van zichzelf.

“In het neoliberalisme wordt kwaliteit voortdurend tot kwantiteit getransformeerd. In dit kwantificeerbaar vooruitgangsgeloof ben je niet alleen in concurrentie met anderen, maar ook met jezelf." Hij verwijst daarbij naar de Fitbit-apparaten, die onder meer het aantal stappen telt dat de gebruiker dagelijks zet. "Het cijfermatig streven naar gezondheid komt in de plaats van gezondheidsbeleving en je wordt voortdurend opgeroepen om meer en beter te doen.”

'In het neoliberalisme wordt kwaliteit voortdurend tot kwantiteit getransformeerd'

Voor werkenden komt het neoliberalisme in de eerste plaats neer op meer flexibilisering en precariteit. Dit genereert volgens Laermans een heel scala aan angsten: faalangst, statusangst, angst voor sociale besmetting…

“Binnen de kwetsbare klasse gaat het eerder om overlevingsangst. Wie ternauwernood rondkomt en nauwelijks aanzien heeft, kan weinig prestige verliezen. Dan gaat het eerder om de angst of je binnen je uurrooster wel het opgegeven aantal burelen of hotelkamers kan schoonmaken.”

“In de zogeheten creatieve - en kenniseconomie zit dan weer een grote groep mensen die eigenlijk aan zelfuitbuiting doet. Daar heerst immers de belofte dat je voluit jezelf kan ontplooien, dus werk en zelfontplooiing grijpen op elkaar in. Dan is er geen maat meer en staan de uren werk niet in verhouding tot de inkomsten. Maar omdat het deels om zelfontwikkeling gaat, voelt het niet aan als uitbuiting. Eigenlijk is dit de gouden formule van het kapitalisme.”

Daarnaast lokt de concurrentieretoriek van het ‘marktisme’ een meedogenloos discours uit over winners en losers, stelt Laermans. De schrik om voor een loser te worden versleten, jaagt ook hoogopgeleiden zodanig op dat ze een zesdaagse werkweek normaal zijn gaan vinden, net als avondwerk en een permanente digitale bereikbaarheid.

Al situeren verschillende angsten zich ook buiten de werksfeer. “Zo is faalangst vandaag de dag ook de vrees voor een post op sociale media die weinig reacties uitlokt. Er heerst ook aardig wat angst rond partnerkeuze en relaties. Of pedagogische faalangst: doe je wel genoeg om je kind alle kansen te bieden?”

Populistische angstpolitiek

Met het verlies van die sociaal-economische zekerheid en de status die daarmee gepaard gaat, komt ook angstpolitiek om de hoek kijken. “Mensen met statusangst maken rare sprongen en zijn politiek makkelijk te mobiliseren door die statusangst te koppelen aan globalisering en de vrees voor de ander”, zegt Laermans.

“De geglobaliseerde wereld is bijzonder complex en ongrijpbaar, wat een onbestemde angst oproept. Populistische partijen transformeren deze angst in een vrees door de gevaren van globalisering te reduceren tot de effecten van migratie en multiculturaliteit. Door deze transformatie krijgt de vrezende agency of handelingsvermogen, ook al is die illusoir.”

'Angst-entrepreneurs zetten angst om in woede: ze maken iemand anders verantwoordelijk voor jouw angst en die kan je dan beginnen haten'

“Eigenlijk zetten angst-entrepreneurs angst om in woede. Dat is veelal de transformatie die men aantreft aan de rechterzijde van het politieke spectrum. Ze maken iemand anders verantwoordelijk voor jouw angst en die kan je dan beginnen haten.”

“Angst is dan ook zowel politiek als economisch een bijzonder sterk verdienmodel. Kijk naar de reclame, waar men voor een groot deel van producten en diensten weet in te spelen op een mogelijk gevaar of verlies.”

Dat is evenzeer het geval in de media, zegt Laermans. “In een oververzadigd informatielandschap is het vaak het angstaanjagende nieuws wat de aandacht trekt en verkoopt. Zo zuigt Het Laatste Nieuws lezers aan met een kop die ons bijvoorbeeld enkel de keuze laat tussen ofwel kleinere kinderen met een mondmasker naar school sturen ofwel oma en opa die besmet zullen geraken. Dat is angstcommunicatie in het kwadraat.”

Rationele corona-angst

Laermans bekijkt de gerichte ‘angstcommunicatie’ door de overheid anders dan de sensationele en vaak overdrijvende mediacommunicatie over de coronapandemie.

“Een deel van de antivaxbeweging zegt dat de overheid qua angstcommunicatie over het coronavirus in overdrive gaat om greep te krijgen op onze levens via regelgeving. Zich onkwetsbaar wanende laaggeschoolden en hoogopgeleide spiritualisten vinden elkaar in het geloof dat het besmettingsrisico wordt overdreven en dat de burger onnodig de stuipen op het lijf krijgt gejaagd.”

'Hoe verhoudt de angstcommunicatie van de overheid zich tot het reële gevaar?'

“Dan hebben we het nog niet over de vele complottheorieën daaromtrent, die stellen dat de overheid en media ons bewust angst inblazen om onze vrijheid aan banden te leggen. Eigenlijk is dat het seculiere equivalent van het geloof in een duivel die ons manipuleert.”

“Maar die complottheorieën over corona enten zich wel op reële angsten van een andere orde. Niet zelden gaat het om bestaansangst van mensen die moeten worstelen om rond te komen en die zich in de steek gelaten voelen door onze verzorgingsstaat. Het is maar zeer de vraag of die protesterende hoogopgeleiden zich met deze mensen werkelijk solidair voelen en of het hen niet eerder te doen is om zelfbeschikking en hun eigen levensstijl.”

“Wat hier relevant is: hoe verhoudt de angstcommunicatie van de overheid zich tot het reële gevaar? Nu luidt die communicatie: ofwel hou je je als burger aan de regels, zo niet moeten we terug in een totale lockdown. Dit boezemt vrees in, maar er is onmiskenbaar een reëel gevaar, dus de angstcommunicatie van overheidswege is dus zeker rationeel te noemen.”

“Natuurlijk had de overheid dit soort angstcommunicatie kunnen vermijden door te anticiperen op een vierde golf en sneller de boostervaccinatie op gang te trekken. Dan hadden we gewoon in een modus van preventiecommunicatie kunnen blijven zitten”, meent Laermans.

Angstcultuur?

Laermans betwijfelt dan ook sterk dat we leven in een angstmaatschappij. Toch signaleert hij gevoelens van malaise. Die worden gevoed door de sterk toegenomen twijfels over de houdbaarheid van het moderne vooruitgangsgeloof.

'Problematisch bij eco-angst is dat deze omslaat in eco-defaitisme'

“Dat geloof is tegenwoordig sterk geïndividualiseerd. Het idee leeft dat je vooruitgaat in je individuele leven door je talenten en potentie te realiseren. In de eerste plaats door werk, maar ook in relaties en in de vrije tijd.”

“Tegelijk zit de klad in het overkoepelende, collectieve vooruitgangsgeloof. Hoewel we wel degelijk waarde hechten aan collectieve gezondheidszorg is er de crisis van de welvaartsstaat. Voorts heeft de klimaatcrisis het vooruitgangsgeloof ernstig ondergraven, ondanks vooruitgangsoptimisten als Maarten Boudry die blijven wedden op de vooruitgang dankzij markt, wetenschap en technologie.”

“Problematisch bij eco-angst is dat deze omslaat in eco-defaitisme, omdat de angst zich hier moeilijk concreet laat vertalen naar vrees. Wat uit de modellen komt van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is een soort hyperobject, zoals de Engelse filosoof Timothy Morton het omschrijft.”

“De ecologische crisis zit overal om ons heen en is te groot en te onvoorstelbaar om het als object te kunnen zien. Dat zorgt voor een angst die verlammend is want te groot om iets tegen te kunnen ondernemen: we weten niet wat we moeten doen.”

Laermans suggereert om die grote eco-angst als het ware op te delen in kleinere ‘vrezen’. “Dan creëert bijvoorbeeld de vrees voor waterschaarste een specifiek handelingsvermogen: we kunnen iets ondernemen tegen watertekort.”

klimaat protest
Betogers vragen actie tegen klimaatopwarming tijdens een protestmars in Duitsland. (Markus Spiske (Unsplash))

Hoopgevende verhalen

Angst appelleert. De vraag is natuurlijk: hoe mobiliseer je angstige mensen binnen een hoopgevend project? Dat is een veel moeilijker verhaal, weet ook Laermans. “Angst wegnemen betekent in de eerste plaats het neoliberalisme aanpakken. Een marktbeeld van de samenleving schept geen vertrouwen, maar creëert angst door de veralgemening van het concurrentiebeginsel.”

'We moeten de doorgeschoten flexibilisering van arbeid terugdraaien en een systeem van homogene rechten voor alle werkers ontwikkelen, ongeacht hun arbeidsstatuut'

Naast een economische transitie ziet Laermans ook de nood aan enerzijds zekerheidspolitiek, en anderzijds ‘solidarisering’, die vertrekt vanuit de erkenning van gedeelde angsten. Die komen in de plaats van angstpolitiek en individualisering. Onzekerheden en de daaraan verbonden angsten afweren, is nu al te zeer een persoonlijke zaak.

“Zo zou de overheid de normale loopbaan als norm moeten nemen om het sociale zekerheidsstelsel verder uit te werken. We moeten de doorgeschoten flexibilisering van arbeid terugdraaien en een systeem van homogene rechten voor alle werkers ontwikkelen, ongeacht hun arbeidsstatuut. Dat zijn allemaal ingrediënten voor een broodnodig nieuw sociaal contract.”

Laermans vindt het woord ‘zorg’ zeer belangrijk om een nieuw politiek project rond te articuleren. “Zorgzaamheid richt zich niet enkel op alle mensen, maar tevens op de gehele natuur.”

Tenslotte zouden de media, maar ook de kunsten, meer verhalen van hoop kunnen brengen”, meent Laermans. “In het licht van bepaalde ontwikkelingen is het rationeel om wanhopig te zijn. Toch is het van kapitaal belang om angsten te delen en deze om te zetten in collectieve initiatieven, die aantonen dat we ook in tijden van crises actie kunnen ondernemen. Dat gebeurt vaak in eerste instantie lokaal. Maar media kunnen deze hoopgevende verhalen verder verspreiden.”

“Dat betekent dus meer positief ingestelde media. Nieuwsplatformen als Apache kunnen daarin een grote rol spelen.”

LEES OOK
Koen Smets / 19-01-2024

Activistisch denken een vloek en een zegen?

Activisme heeft zeker tekortkomingen maar is het helemaal te verwerpen?
just stop oil
Koen Smets / 08-09-2023

Het raadsel van de intrinsieke waarde

Waarde kan niet altijd uitgedrukt worden als een som geld.
halo guy
Pascal Debruyne, Hans Grymonprez / 28-08-2023

Een Gentse sprong voorwaarts naar een 'sense of belonging'

Pascal Debruyne en Hans Grymonprez vragen actie voor de vele Gentse kinderen en gezinnen met grote noden.
Een man laat zeepbellen vliegen door Gent.