
Ik probeer als een homo economicus mijn eigenbelang na te streven maar ik ben een homo deliveroo, een menselijke speelbal in handen van een ondoorzichtige, alwetende app. Je kan geen goede beslissingen nemen zonder informatie. Je kan je werk niet zelfstandig uitvoeren wanneer je geen informatie hebt over verloningssystemen en geen invloed op het werk dat je wordt aangeboden.
Socioloog Herman Loos registreerde zich eind 2019 als zelfstandig fietskoerier in dienst van Deliveroo, de Amerikaanse multinational die synoniem geworden is voor maaltijdleveringen. Het was het begin van een calvarietocht door Leuven die uiteindelijk een jaar zou duren en die hem van alle mogelijke soorten restaurants met alle mogelijke soorten bestellingen tot bij alle mogelijke soorten klanten zou brengen.
Een tocht door regen, wind en een storm (met een naam), die begon als een missie om te tonen dat maaltijden bezorgen in opdracht van Deliveroo niet zo erg is als door zoveel mensen beweerd wordt. “Ik dacht dat ik het negatieve beeld ging kunnen bijstellen. Dat is niet echt het geval gebleken.” Zijn ervaringen schreef hij neer in een nieuw boek, met de veelzeggende titel Homo deliveroo, Dwangarbeider van de weg.
Maak nu 1 maand gratis kennis met onze diepgravende onderzoeksjournalistiek.
Loos begon zijn tijd bij Deliveroo om twee redenen, vertelt hij op een steenworp van Hogeschool Odisee in het centrum van Brussel, waar hij sociologie doceert. “Enerzijds had ik in die periode weinig te doen. Ik verveelde me en ging vrijwilligerswerk doen in de zorg en voor Deliveroo maaltijden rondrijden.”
“Anderzijds kwam Deliveroo-koerier in debatten over de arbeidsmarkt steeds aan bod als voorbeeld van een verschrikkelijke job. Er werd heel veel over gesproken, maar nooit door mensen die effectief als koerier gewerkt hadden. Ja, een journalist ging wel eens een paar dagen maaltijden bezorgen en vergeleek de werkomstandigheden dan met die op een redactie. Dat is eigenlijk geen eerlijke vergelijking. Je moet maaltijden bezorgen vergelijken met ganzen pluimen, wijngaarden snoeien, dozen plooien, werk dat ik zelf heb gedaan en waar ik mijn vorige boek Menselijke grondstof over heb geschreven.”
Een app als werkgever
Loos zal tijdens het jaar dat hij met de kenmerkende Deliveroo-rugzak door Leuven fietst, nooit met iemand van Deliveroo zelf spreken. Alle communicatie loopt via de app of de website. Enkel wanneer hij voor zijn boek met Head of Corporate Affairs van Deliveroo Belgium Rodolphe Van Nuffel aan tafel schuift, kan hij een gezicht op het bedrijf plakken. Zijn echte baas is de rider-app van Deliveroo. Een nukkig heerschap dat bovendien niet zo slim is als wordt gezegd, zo blijkt.
Loos beschrijft in geuren en kleuren hoe ondoorgrondelijk de wegen van de app zijn. Niet alleen stuurt de ingebouwde gps hem niet altijd langs de meest efficiënte weg, ook aan de toewijzing van bestellingen is geen touw vast te knopen. Krijgen koeriers die dicht bij een restaurant wachten sneller bestellingen toegewezen of niet? Heeft een koerier die langer zonder bestelling zit voorrang op een koerier die er net een heeft afgeleverd? Geen koerier die het met zekerheid kan zeggen.
Wat wel zeker is: een koerier heeft zelf niks in de pap te brokken. “De app bepaalt wie welke bestellingen krijgt toegewezen. Het enige dat ik als koerier kan, is accepteren of weigeren. Hetzelfde geldt voor de verloning. Deliveroo bepaalt de vergoeding voor elke bestelling, en je kan die accepteren of weigeren. Ik kan zelf geen zoekopdracht ingeven in een bepaalde zone, ik kan niet vragen om een restaurant met een lange wachttijd te vermijden, ook niet om enkel korte of net lange ritten te doen.”
De onderhandelingsruimte is onbestaand. Nochtans werken alle koeriers op zelfstandige basis voor Deliveroo. Ze zijn ‘partners’ van het bedrijf, die volgens Deliveroo kunnen werken wanneer ze dat zelf willen. “Dat is onzin. Het is: ‘log in wanneer je wil en verdien geld wanneer wij je werk toestoppen’. Deliveroo zegt wel dat je als koerier een keuze hebt, maar daar is niets van aan. Een echte keuze zou betekenen dat ik bijvoorbeeld vijf mogelijke bestellingen aangeboden krijg, waar ik vervolgens zelf een bedrag kan opkleven, waarna beide partijen die prijs aanvaarden en ik de bestelling uitvoer.”
“Als zelfstandige ‘partner’ van Deliveroo zou ik toch over dit soort zaken moeten kunnen onderhandelen? Dat kan ik dus niet. Deliveroo geeft mij een opdracht en een stukloon. Dat is een klassieke relatie tussen werkgever en werknemer. Ik ben in die situatie geen echte zelfstandige. Terwijl ik wel zelf voor een verzekering moet zorgen, zelf sociale bijdragen betaal, zelf een fiets moet kopen en onderhouden en zelf een smartphone en abonnement moet betalen.”
Zo zijn we bij het cruciale element uit Loos’ betoog gekomen. De koeriers van Deliveroo zijn schijnzelfstandigen en zouden als werknemers moeten worden ingeschreven. “Schijnzelfstandigheid is een abstracte term. Je moet het aan den lijve ondervinden om te weten hoe het systeem in elkaar zit. Deliveroo combineert de gunsten van het ‘partnerschap’ tussen zelfstandige koeriers, restaurants en de app met de gunsten van de relatie tussen werkgever en werknemer. De lasten legt het volledig bij de koeriers. Deliveroo bepaalt, verdeelt en controleert het werk.”

Loos is niet de enige met dat standpunt. Het Arbeidsauditoraat heeft na een onderzoek van de sociale inspectie een rechtszaak aangespannen tegen Deliveroo. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, vakbonden ABVV en ACV en enkele koeriers hebben zich hierbij aangesloten. Donderdag 28 oktober wordt de zaak gepleit in Brussel. Het Arbeidsauditoraat eist dat Deliveroo sociale bijdragen betaalt, dat de koeriers betaald worden volgens de voorwaarden van de transportsector en dat ze recht hebben op betaalde vakantie en andere voordelen. De uitspraak wordt later dit jaar verwacht.
Deliveroo verzet zich tegen het standpunt van het auditoraat. Een statuut als werknemer zou de flexibiliteit wegnemen die de koeriers volgens Deliveroo net zo waarderen. Hierdoor zou Deliveroo het met veel minder koeriers moeten doen, waarschuwde Van Nuffel eerder al: “Minder koeriers betekent dat we minder restaurants kunnen bedienen en dus ook aan minder klanten kunnen leveren.”
Loos vertrouwt de eigen onderzoeken van Deliveroo niet, maar denkt wel dat de koeriers flexibiliteit willen. “Het is een job voor vrijbuiters en ik kan geloven dat die geen werknemer willen worden. De vraag is: is het een argument, dat de koeriers ook niet willen dat de wet wordt toegepast?”
“Bovendien kan je ook het werk van werknemers flexibel inrichten. Interimbureaus zien hier ook een gat in de markt. Met interimcontracten kan je flexibiliteit bieden en ook meer rechten garanderen voor de koeriers. Ik ben niet de grootste voorstander van interimwerk, maar het is wel zo dat het meer zekerheid zou bieden dan de situatie vandaag.”
“Deliveroo moet kiezen. Voor mijn part mag Deliveroo met zelfstandigen werken, maar maak dan ook dat ze echt zelfstandig zijn, dat ze kunnen onderhandelen over hun vergoeding, dat ze zelf hun werk kunnen organiseren. Maar om hen dat effectief te kunnen laten doen, is de app gewoon niet slim genoeg. Als ze het technisch niet aankunnen om koeriers als zelfstandige te kunnen laten werken, dan moeten ze met werknemers werken. Of Deliveroo dat kan betalen, is weer een andere vraag.”
Lage drempel
In zijn vorige boek deed Loos verslag uit van zijn wedervaren op de Franse arbeidsmarkt na zijn verhuis naar Tarbes, een stadje in de Pyreneeën. Hij hopte er van job naar job, de ene al slechter betaald dan de andere. Het eerste dat hem opviel bij Deliveroo: het gemak waarmee hij aan de slag kon gaan. Geen sollicitatiebrief nodig, ook geen gesprek of testen: gewoon een formulier invullen, enkele documenten opsturen en klaar is kees. Opvallend laagdrempelig. “Er is veel discriminatie op de arbeidsmarkt, en ook heel veel andere drempels, zelfs voor een tijdelijk interimcontract. Niets van dat bij Deliveroo.”
De laagdrempeligheid van het werk wordt ook vaak als argument gebruikt. Deliveroo zou zo kansen bieden aan mensen die elders niet aan de bak komen. Loos heeft bijvoorbeeld weet van koeriers die hun login onderverhuren aan, onder meer mensen die illegaal in het land verblijven. “Deliveroo laat die onderverhuur ook toe, want mensen met een login zijn zelfstandigen en kunnen dus in principe met onderaannemers werken. Dat ze hiermee de wet overtreden, is volledig op eigen risico.”
“Natuurlijk, als Deliveroo met werknemers moet werken, wat gaat dan gebeuren met mensen die in de illegaliteit leven en via dit systeem toch wat geld kunnen verdienen? Als asielzoeker zijn je keuzemogelijkheden om geld te verdienen enorm beperkt. Over vrije keuze kan je eigenlijk niet spreken. Die mensen gaan wel slechter af zijn als het niet meer mogelijk is om illegaal als onderaannemer te werken. Ik vind dat moeilijk, maar anderzijds is het niet aan een multinational als Deliveroo om te profiteren van de steken die ons sociaal beleid laat vallen.”
De drempel is dan wel laag, je moet niet rekenen op een korte opleiding voor je de eerste bestelling levert, of op begeleiding tijdens de eerste werkdagen. “Werken voor Deliveroo moet je in je eentje uitvlooien. De job leren is, net zoals koeriers rekruteren, een overbodige kostenpost”, schrijft Loos in zijn boek. “Het is het werk zelf dat de selectie maakt.” Een koerier die afhaakt, is voor Deliveroo geen probleem. “Er is wanhoop genoeg in de samenleving.”
Al is er ook wel sprake van enige onderlinge solidariteit tussen de koeriers. “In de loop van het jaar leer ik verschillende collega’s functies van de app aan terwijl we samen wachten op een bestelling”, beschrijft Loos in zijn boek. “Meteen begrijp ik waarom Deliveroo hierin niet investeert. We doen dat toch allemaal zelf, gratis en voor niets.”
Echt veel contact met zijn collega-koeriers heeft Loos tijdens het werk nochtans niet. Als koerier ben je alleen op weg en kom je elkaar enkel kortstondig tegen terwijl je wacht op een bestelling. Koeriers verenigen om collectief in actie te komen en hun rechten te verdedigen, is allesbehalve evident. “Van samen aan een restaurant staan wachten, komt zelden collectieve actie. Ik heb veel met vakbondsmensen gesproken die aangeven dat het gigantisch moeilijk is om koeriers te bereiken, op alle vlak. Er is een gigantisch wantrouwen ten aanzien van instellingen en ook van onderzoekers.”
“De vakbonden proberen wel om de koeriers te vertegenwoordigen, maar dat gaat echt heel moeizaam. Dat het verloop bij koeriers heel groot is, heeft er ook mee te maken. Zeker studenten rijden een aantal weken en dan is het gedaan. Ik heb een jaar gewerkt als koerier, en de gezichten die blijven zijn bijna allemaal jonge mannen van kleur.”
Loos vindt dat de term ‘neoliberalisme’ te snel en te vaak wordt bovengehaald in dit soort discussies. In zijn vorig boek en in debatten over de arbeidsmarkt meed hij het woord ook bewust. In zijn boek over Deliveroo haalt hij het wel boven. “Platformbedrijven zoals Deliveroo zijn de ultieme neoliberale droom, als je het neoliberalisme wil verstaan zoals Pierre Bourdieu het ooit definieerde: een programma met als doel de vernietiging van collectieve structuren die een zuivere marktlogica belemmeren”, schrijft hij.
Essentieel werk
Loos begon eind 2019 als koerier te werken. In maart 2020 bleek dat hij daarmee een essentiële functie in de maatschappij uitvoert. “Als docent mocht ik niet meer op de campus komen, maar ik mocht als koerier wel vrolijk blijven rondrijden van mens naar mens”, vertelt hij.
“Voor mij is er als koerier nooit een lockdown geweest. Dat was voor alle essentiële werkers het geval. Voor de mensen in de zorg, of voor onderhoudspersoneel hadden we eigenlijk geen oplossing. Ze kregen een schouderklopje en wat applaus. Maar wat nu? Mogen ze ook iets extra krijgen? Of is dat te veel gevraagd?”
Al weet Loos niet of maaltijden rondrijden wel effectief een onmisbare functie is. “Je kan het zeker decadent vinden. Soms moest ik om één McFlurry bij een student te leveren 50 meter afleggen op de fiets. Dan denk je toch: ‘hef uw gat eens op!’. Anderzijds wil ik het niet moraliseren, dit is gewoon hoe het er vandaag aan toegaat. Deliveroo maakt het ook goedkoper om een pak friet te laten leveren dan er zelf om te gaan.”
“De pandemie heeft wel versterkt hoe vreselijk de voorwaarden eigenlijk zijn en hoe belangrijk een deftig arbeidsstatuut is”, zegt Loos. “Je kon niet op iets terugvallen als je ziek werd, terwijl je jezelf en dus anderen wel in gevaar bracht. Deliveroo vroeg om niet te rijden als je symptomen vertoonde, maar wat kreeg je daarvoor in de plaats? Eerst was het niks, uiteindelijk was er wel het Rider Support Fund, maar dat is niet echt gul”, zegt Loos.
In het boek verwoordt hij het zo: “Gedurende twee weken kan je bijstand krijgen, geen seconde langer, en die bijstand is verre van voldoende om je inkomensverlies op te vangen. Een voltijdse koerier die bij lichte symptomen zichzelf in quarantaine zet, is een dief van zijn eigen portemonnee. Een koerier die echt ziek wordt, valt na nauwelijks twee weken terug op de onderkant van de bijstand.”
Slimmer
Loos eindigt het boek met twee toekomstscenario’s, een waarin Deliveroo de rechtszaak over schijnzelfstandigheid heeft gewonnen en een waarin het de rechtszaak verloor. In het eerste van de twee is de onderlinge concurrentiestrijd tussen koeriers fel opgedreven en de vergoeding naar een dieptepunt gezakt, want om opdrachten binnen te halen, werken veel koeriers onder de prijs. Deliveroo heeft de kennis die het al die jaren via de app over de Leuvense horeca kon verzamelen, bovendien gebruikt om zelf marktleider te worden met eigen restaurants.

De data die koeriers vandaag al - onbetaald - voor Deliveroo verzamelen, is een element dat in de discussie volgens Loos vaak over het hoofd wordt gezien. Ondanks al die informatie blijft de app wel “oerdom” voor koeriers. Toch is de verzamelde informatie zeer waardevol voor Deliveroo. “Deliveroo weet wie wat eet op welk uur van de dag en hoeveel die daarvoor wil betalen”, vat hij het samen. “Deze informatie bezorgt Deliveroo potentieel veel marktmacht. Dat is volgens mij de verklaring waarom onder meer Amazon nog fors investeert in Deliveroo, een bedrijf dat sinds zijn ontstaan alleen maar verlies heeft gemaakt.”
In het andere toekomstscenario dat Loos schetst zijn de koeriers in dienst als werknemers. Ze krijgen een opleiding en worden ook betaald voor andere taken. “Deliveroo voorziet ook een centraal punt waar ze pauze kunnen nemen, zich even kunnen opwarmen met een koffie, schuilen voor de regen, of naar het toilet kunnen gaan. Dat vind ik echt belangrijk. Nu is hun werkplaats de straat. Er is daarbij ook nog een verschil tussen mijzelf, een mannelijke koerier, die moet wildplassen op straat en een vrouwelijke koerier die bijvoorbeeld ongesteld is en tijdens de pandemie vaak nergens terecht kon.”
In Loos’ tweede toekomstscenario is maaltijden bezorgen in opdracht van Deliveroo een plezier. Koeriers hebben betaalde pauzes en congé payé. Aan restaurants zijn de wachttijden korter en kunnen koeriers de bestellingen oppikken aan een afgescheiden afhaalpunt in plaats van zich met hun draagtas door een overvol restaurant te moeten wurmen. Het kan dus anders, meent Loos.
“Ik heb ook vandaag op zich niks tegen Deliveroo. Het is een bedrijf dat probeert de gaten in de wetgeving te zoeken en te gebruiken. Ik hoop wel dat ze veroordeeld worden, dat de rechtbank bevestigt dat ze de wet niet naleven. Als ze daaruit leren en koeriers op een correcte manier behandelen, dan heb ik geen enkel probleem met een multinational als Deliveroo.”
“De job van fietskoerier is niet verschrikkelijk. Ja, je werkt buiten en het is soms koud en het regent af en toe, maar als je een koudepremie zou krijgen, zal het al iets warmer aanvoelen. Ik werk nog steeds als fietskoerier, alleen niet meer voor Deliveroo, want hun systeem is gewoon oneerlijk. De voorwaarden zijn gruwelijker dan ik dacht.”
Ik heb een handicap: beenamputatie en een goede aangepaste tricke. Ik kan geen delivroo tas op mijn rug dragen. Op 1 dec. heb me aangemeld als kandidaat (mailverkeer zit in mijn mailbox) met de vraag om een persoonlijk contact zodat we samen kunnen bekijken hoe we dit fysiek kunnen organiseren. Hun antwoord was dat ze alles regelen via mail. Op die manier was er geen plek boor mij.