De tango tussen Lantis en 3M

Tom Cochez
Greenpeace actie 3M
Greenpeace voerde in juli actie bij 3M in Zwijndrecht (© Johanna de Tessières)

Die vaststelling botst met het beeld dat de voorbije maanden werd gezet door de Vlaamse Regering, als zouden Lantis, de bouwheer van de Oosterweelverbindingen het chemische bedrijf 3M uit Zwijndrecht in de eerste plaats elkaars tegenpolen zijn geweest.

Het is ook de stelling die Lantis zelf naar voor schuift. "Lantis en 3M hebben op geen enkel moment een gezamenlijk doel nagestreefd, onze belangen waren tegengesteld. We konden het niet meer oneens zijn met elkaar, maar we moesten verder."

Hete hangijzers

Het verhaal is intussen bekend. De terreinen in de omgeving van 3M waar de Oosterweelverbinding wordt gebouwd, zijn zeer zwaar vervuild met PFAS. Dat zijn zogenaamde forever chemicals die ernstige risico’s inhouden voor mens en milieu. Het grootste probleem vormt PFOS. Die chemische stof, die tot de groep PFAS behoort, ligt aan de basis van een gigantische historische bodemverontreiniging in Zwijndrecht en op Linkeroever in Antwerpen.

Die situatie leidde tot een objectieve botsing tussen 3M en Lantis over de vraag naar de verantwoordelijkheid voor de zwaar vervuilde terreinen. Ligt die bij historisch vervuiler 3M? Of moet Lantis de bijkomende kosten dragen voor het verzet van de verontreinigde gronden?

3M en Lantis spraken af samen een communicatieplan op te stellen

Maar die vraag, zo blijkt uit de documenten, werd in belangrijke mate ondergeschikt gemaakt aan het gedeelde economische belang van beide partijen. In plaats van een (juridische) clash aan te gaan ging Lantis aan tafel zitten met 3M om een overeenkomst en later een dading te maken.

Die overeenkomst, zo leert de interne memo Motivering overeenkomst 3M Belgium, moest er onder meer toe leiden dat er "een afgestemde communicatie tussen BAM (Lantis) en 3M Belgium plaatsvindt over de PFC-verontreiniging (PFAS) en de maatregelen om deze te bestrijden en in te perken. Dit verhoogt het draagvlak en vertrouwen in de aanpak."

In de overeenkomst zelf werd dat verder concreet gemaakt. 3M en Lantis spraken daarin af om een communicatieplan op te stellen en over een aantal hete hangijzers gezamenlijk en in overleg te communiceren:

De partijen zullen loyaal en te goeder trouw samenwerken met betrekking tot communicatiezaken verband houdend met de PFC-concentraties, de veiligheidsberm, de waterzuiveringsinstallatie en de tijdelijke werfinrichtingen. De partijen zullen hierover niet publiek communiceren zonder voorafgaand onderling overleg. Zij spannen zich in om samen te communiceren over deze zaken wanneer haalbaar en gepast. Daartoe stemmen partijen in om een gezamenlijk communicatieplan op te stellen.

Niet alle mogelijke pistes

Op 9 februari 2018 ontvangt de top van Lantis een vertrouwelijke mail van advocatenkantoor Stibbe. "U verzoekt ons te onderzoeken welke mogelijkheden 3M en BAM hebben bij het omgaan met door PFC’s verontreinigde grond en grondwater", luidt de aanhef.

Elk woord van de mail doet ertoe, maar vooral het woordje ‘en’ is van belang: Stibbe onderzoekt immers hoe 3M én BAM moeten omgaan met de PFOS-vervuiling op de zwaar verontreinigde terreinen van Lantis waar de Oosterweelverbinding wordt gebouwd.

Ook de verdere inhoud van de mail en het bijhorende juridische advies tonen dat het bekende advocatenkantoor handelt op verzoek van Lantis, maar duidelijk de gedeelde belangen van de bouwheer van Oosterweel en het chemische bedrijf voor ogen heeft.

Dat kan ook moeilijk anders: via een overeenkomst die later zou uitmonden in een concrete dading zouden beide bedrijven zich immers uitdrukkelijk aan elkaar vastklinken. De veelbesproken geheime dading, waarin Lantis quasi volledig opdraait voor de kosten van het grondverzet, werd pas ondertekend in november 2018. Maar die dading is niet meer dan de concrete invulling van de principes die eerder al in de overeenkomst werden vastgelegd.

De overeenkomst tussen Lantis en 3M was sturend voor de juridische mogelijkheden die Stibbe zag voor een aantal cruciale beslissingen

Het is die overeenkomst tussen Lantis en 3M die sturend is geweest voor de juridische mogelijkheden die Stibbe zag voor een aantal cruciale beslissingen die te maken hebben met de berging van de verontreinigde gronden en met het oppompen en zuiveren van vervuild grondwater. Het zijn beslissingen met mogelijk verregaande implicaties, niet enkel voor mens en milieu, maar ook voor de Vlaamse belastingbetaler.

De impact daarvan is groot: bij de concrete oplossingen voor de problemen eigen aan het gigantische grondverzet stonden immers niet de belangen van Lantis – en dus de Vlaamse belastingbetaler – voorop, maar wel de gedeelde belangen van Lantis en het chemische bedrijf. Zo was het immers afgesproken in de overeenkomst. De mail met juridisch advies van Stibbe maakt dat ook duidelijk: "Dit advies gaat uit van de gemaakte afspraken tussen BAM en 3M Belgium en geeft aldus niet alle mogelijke pistes weer."

Vervuild grondwater

Het beeld van Lantis en 3M die een gedeeld belang nastreven, strookt niet met de officiële communicatie van Lantis, de Vlaamse Regering en de stad Antwerpen. Daarin is 3M de vervuiler en Lantis (een deel van) de oplossing. De terreinen waar Lantis werkt aan de Oosterweelverbinding zitten propvol PFOS. Lantis, zo wil de officiële overheidscommunicatie, zuivert het vervuilde grondwater en pakt de zwaarst vervuilde grond in, deels op de terreinen van 3M. Iedereen zou beter worden van die aanpak.

Maar enkele juridische adviezen van Stibbe vertellen een ander verhaal. In het eerder genoemde advies van 9 februari 2018 buigt het advocatenkantoor zich over een aantal belangrijke kwesties met een mogelijk grote impact op mens en milieu. Wat moet er gebeuren met het tijdens de werken opgepompte, zwaar vervuilde grondwater? En belangrijker: hoe kunnen de zwaar met PFOS-vervuilde gronden op de terreinen van 3M worden gestort?

Lantis wilde weten of een retourbemaling van het zwaar met PFOS vervuilde grondwater mogelijk was

De eerste vraag verrast vooral door het feit dat ze überhaupt werd gesteld: Lantis wil weten of een retourbemaling van het zwaar met PFOS vervuilde grondwater mogelijk is. Bij zo’n retourbemaling wordt het opgepompte verontreinigde grondwater gewoon terug in de grond gepompt.

Maar de chemische troep eenvoudigweg terug in de grond stoppen blijkt juridisch geen optie. De wet voorziet immers in een absoluut verbod voor het lozen van gevaarlijke stoffen, waartoe met PFOS verontreinigd grondwater behoort. "We merken op dat wij geen andere mogelijkheden vinden binnen de vigerende regelgeving om hiervan af te wijken", concludeert Stibbe.

Dumpen op stort

Belangrijker dan de kwestie van het te zuiveren grondwater is de vraag naar de stockage van de zwaar verontreinigde gronden. Lantis voorzag bij aanvang dat het bij de werken op Linkeroever en aan de Scheldetunnel 460.000 kubieke meter (m3) zeer zwaar met PFOS verontreinigde grond zou opgraven (en deels hergebruiken). Voor de berging van 190.000 m3 daarvan keek Lantis naar 3M. Dat zwaarst vervuilde deel van de grond zou Lantis op de terreinen van het chemische bedrijf storten en inpakken in een folie. Intussen plant Lantis maar 160.000 in plaats van 460.000 m3 zwaar vervuilde grond meer op te graven. De rest zou onaangeroerd blijven liggen.

Intussen plant Lantis maar 160.000 in plaats van de oorspronkelijke 460.000 m3 zwaar vervuilde grond op te graven

Maar terug naar de vraag van Lantis waarover advocatenkantoor Stibbe zijn licht diende te laten schijnen: hoe zit het met het storten van die vervuilde grond op de terreinen van 3M? Kan dat zomaar? Milieu-advocaat Isabelle Larmuseau noemde de finale beslissing om er een ‘veiligheidsberm’ mee aan te leggen op het terrein van 3M eerder al illegaal.

Maar Stibbe zag twee opties. De eerste piste is het aanwenden van de vervuilde grond voor een ‘bouwkundige toepassing’, lees: de aanleg van de fameuze veiligheidsberm op het terrein van 3M. Niet gewoon de grond inpakken en dumpen dus, maar de berg vervuilde grond omschrijven als ‘veiligheidsberm’.

De truc die daarbij naar voor werd geschoven, is de uitbreiding van de bestaande kadastrale werkzone van Lantis met (een deel van) de terreinen van 3M. Binnen zo’n kadastrale werkzone mag de zwaar vervuilde grond gewoon hergebruikt worden in een ‘bouwkundige toepassing’. Daarbuiten kan dat hoegenaamd niet. Het hergebruik buiten de kadastrale werfzone komt wettelijk neer op het dumpen van zwaar vervuilde grond op een stort.

Werken aan de Oosterweelverbinding
Werken aan de Oosterweelverbinding (© Apache)

Groen licht van OVAM

Blijkbaar kreeg Lantis vooraf informeel groen licht van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) voor de creatieve oplossing om, middels de uitbreiding van de werkzone en dus met één simpele pennentrek, een stort te veranderen in een bouwkundig hergebruik. "OVAM heeft in de voorafgaandelijke mondelinge besprekingen aangegeven dat zij zich hierin zou kunnen vinden", vermeldt het advies van Stibbe.

Mocht er nog twijfel bestaan over het feit dat de aanleg van een ‘veiligheidsberm’ enkel een juridische spitsvondigheid was om de creatie van een stort te verbloemen, dan wordt die helemaal weggenomen door een ander juridisch advies van Stibbe.

Dat dateert van 12 februari 2018 en handelt over een andere kwestie, maar er wordt wel naar het storten op de terreinen van 3M verwezen. In dat juridisch advies staat:

Uit onze recente besprekingen met OVAM (over de zgn DOP op de terreinen van 3M Belgium) blijkt evenwel dat OVAM voor een zgn DOP van PFOS-gronden toch de rubriek 2 (storten van afvalstoffen) van toepassing acht, bij gebrek aan andere functie van de zgn DOP

DOP staat voor Definitieve Opslagplaats. Of, zoals Stibbe het formuleert: "Waarbij PFOS-gronden zonder enige bouwkundige toepassing in een definitieve opslagplaats worden verwerkt."

Anders gezegd: de verwerking van de grond in een "bouwkundige toepassing" is een manier om te vermijden dat de veiligheidsberm officieel een stort heet.

De juridische spitsvondigheid om zo’n stort om te toveren tot een bouwkundige toepassing wordt communicatief wel in de markt gezet als een ecologische oplossing voor de vervuiling: de grond wordt immers netjes ingepakt in een folie.

Stibbe zag overigens nog een tweede, vanuit maatschappelijk oogpunt veel evidentere oplossing, om de vervuilde gronden aan te pakken: een vrijwillig bodemsaneringsproject (VBSP). Wie eigenaar is van een historisch vervuild terrein kan vrijwillig de bodem saneren, ook al is die eigenaar niet verantwoordelijk voor de vervuiling.

De eerdergenoemde overeenkomst tussen Lantis en 3M maakt die piste echter onmogelijk:

Wij begrijpen dat de sanering de vorm zou aannemen van een stortplaats voor een saneringsberging (…). Aangezien contractueel werd uitgesloten dat 3M Belgium een stortplaats op haar terrein zou aanvaarden, is deze optie niet aan de orde. De piste van opmaak van een VBSP is contractueel uitgesloten.

Negatieve connotatie

Drie dagen na het advies over de aanleg van het als veiligheidsberm verpakte stort op de terreinen van 3M kreeg de top van Lantis opnieuw een mail met een advies van Stibbe. Deze keer legde het advocatenbureau drie pistes op tafel over de vervuilde gronden die zouden verwerkt worden in de taluds - onder het grondwaterniveau - van de Scheldetunnel.

Dat zou, gegeven de kleinere hoeveelheid grond die finaal wordt uitgegraven, niet meer gebeuren. Maar de verschillende opties en de voor- en nadelen die het advocatenkantoor daarbij opsomde, zijn relevant omdat ze een inkijk geven in de aard van de argumenten die op tafel kwamen.

De eerste piste is een doorslagje van de creatieve oplossing die werd uitgetekend voor het storten van de verontreinigde grond op de terreinen van 3M: de uitbreiding van de kadastrale werkzone. Een van de voordelen die Stibbe voor die piste zag, springt in het oog. Ze klinkt immers wel heel hard als een poging om de publieke opinie in het ongewisse te laten over het feit dat zwaar vervuilde gronden in de taluds van de tunnel zouden verdwijnen:

Ook zal het stockeren van de PFOS-gronden slechts indirect aan een openbaar onderzoek worden onderworpen ingevolge het openbaar onderzoek over de omgevingsvergunningsaanvraag en project-MER voor Rechteroever. Aldus zal er minder ruchtbaarheid gegeven worden aan de stockage van de PFOS-gronden aan de Scheldetunnel.

Het advocatenkantoor zag echter ook een belangrijk nadeel aan de piste: OVAM wringt tegen. De afvalstoffenmaatschappij beschouwde het storten van zwaar met PFOS verontreinigde gronden in de taluds als het storten van afvalstoffen. Maar, zo besloot Stibbe: "Gelet op de voordelen van deze piste loont het de moeite om OVAM (en de Grondbank) te trachten overtuigen ermee in te stemmen."

De tweede piste – een vrijwillig bodemsaneringsproject – werd aanbevolen door OVAM, maar als te lastig beoordeeld omdat ze bijkomende administratieve lasten impliceerde en "een ongunstige impact zal hebben op de timing".

De derde piste – de aanvraag van een stortplaats voor PFOS-gronden – had volgens Stibbe het voordeel van de duidelijkheid. Maar het advocatenkantoor zag ook heel wat nadelen. Die hadden voornamelijk te maken met perceptie:

De aanvraag van een ‘stortactiviteit’ (heeft) meteen een zeer negatieve connotatie (vergeleken met het louter aanvragen van een Scheldetunnel met taluds)

En nog:

Zelfs indien het project-MER en passende beoordeling uitmaken dat er geen significante effecten te verwachten zijn, kan dit naar perceptie moeilijk liggen en bijkomende bezwaren uitlokken die er anders misschien niet zouden komen

Proactief communiceren

De technische kwesties mogen dan al complex zijn, ze doen vragen rijzen over hoe intens de samenwerking tussen Lantis en 3M was (en is) en welke belangen vooropstonden (en vooropstaan) bij de gemaakte keuzes.

De interne memo Oosterweelverbinding Memo Afspraken overeenkomst BAM en 3M lijkt daarbij weinig ruimte te laten voor interpretatie: "Partijen komen overeen om de totale schade voor beide partijen te minimaliseren."

3M maakte al meermaals duidelijk dat economische belangen voorop staan. Het bedrijf lijkt niet bepaald wakker te liggen van de risico’s die PFAS met zich meebrengen voor mens en milieu. Lantis daarentegen is een semi-overheidsinstelling met een maatschappelijk doel. De juridische adviezen geven aan dat Lantis bij de concrete organisatie van de werken op zijn minst ook de economische belangen van 3M meenam.

Lantis betwist die lezing van de documenten. Volgens de bouwheer van de Oosterweelverbinding werd op geen enkel moment een gezamenlijk doel nagestreefd en waren de belangen tegengesteld. Om dat te onderlijnen verwijst Lantis naar de eerste pagina’s van de dading: "Lantis stelt 3M verantwoordelijk voor de verontreiniging, 3M betwist dat."

Van een gezamenlijke communicatie met 3M is er volgens Lantis nooit echt sprake geweest

Lantis wijst ook op de lastige onderhandelingspositie. "Wij stelden een verontreiniging vast in de zone waar we moeten werken, er was geen enkele twijfel over de verantwoordelijke van die vervuiling. Maar tegelijkertijd had die verantwoordelijke op dat moment geen enkele verplichting op het terrein waar wij aan de slag zouden gaan. Dat creëert niet meteen de beste onderhandelingspositie. En toch hebben we een oplossing gezocht."

"Een project van deze omvang zal nog op vele problemen stuiten. Dat kan bijna niet anders gezien het sterk geïndustrialiseerde landschap waarin we moeten werken. Moeten we dan telkens weglopen, de boel stilleggen of laten escaleren? Nee, we zoeken een oplossing. Dat is wie wij zijn en hoe wij dit project wensen te realiseren."

Van een gezamenlijke communicatie met 3M is er volgens Lantis nooit echt sprake geweest. "In het kader van de communicatie naar de bevolking omtrent de aangetroffen vervuiling wilden we tegenstrijdigheden vermijden en zo open mogelijk communiceren naar de bevolking. We (Lantis en OVAM) vonden het belangrijk dat 3M in deze betrokken was en mee aan tafel zou zitten. Er zijn nooit heel concrete afspraken gemaakt, omdat voor dit kon gebeuren OVAM liet weten niet te willen communiceren."

Lantis wijst er ook nog op dat, wanneer er door advocatenkantoor Stibbe twijfelachtige argumenten werden aangebracht, zoals het geven van "minder ruchtbaarheid" die "totaal niet werden meegenomen in de eindbeoordeling".

Finaal legt de bouwheer van de Oosterweelverbinding de bal in de schoot van de Vlaamse Regering en haar administratie(s). "We willen er nogmaals op wijzen dat Lantis er geen probleem mee had om dit te communiceren, integendeel. We hebben altijd gesteld dat het beter was om open en proactief te communiceren."

LEES OOK
Steven Vanden Bussche / 08-09-2021

Regering voerde plan af om vervuilende bedrijven transparanter te maken

De Vlaamse regering torpedeerde het plan om controleverslagen van vervuilende bedrijven te bundelen.
Joke Schauvliege
Tom Cochez / 16-06-2021

3M stootte jarenlang enorme hoeveelheid zwaar broeikasgas uit

De extra uitstoot leidde tot een herziening van de gerapporteerde broeikasgasemissies.
3M in Zwijndrecht (Foto: © Eric Lalmand (Belga))