De schreeuw van Ruisbroek (bis)

Karl van den Broeck
Filip & Mathilde
Koning Filip en koningin Mathilde bezoeken Pepinster op 15 juli 2021. (© Bruno Fahy (Belga))

Op 3 januari 1976 verging de wereld in Ruisbroek. De dijken begaven het tijdens een storm van 12 Beaufort en zowat het hele dorp kwam onder water te staan, ook de straat met de omineuze naam Hellegatstraat. Pas op 6 januari kwam koning Boudewijn ter plaatse, wat de woedende en radeloze bewoners hem niet in dank afnamen. Een van hen, Frans Verelst, hield de harkerige en schichtige vorst staande en wierp hem voor de voeten: “30 miljard voor de vliegers en 300 miljoen voor de dijken in heel België, hoe is het mogelijk!” Het was een niet mis te verstane verwijzing naar de beslissing van de regering-Tindemans II, een half jaar eerder, om 116 F-16’s te kopen voor de Luchtmacht.

Flash forward, 45 jaar later.

Het bestuur vandaag investeerde 3 miljard euro in F-35’s maar schoot duidelijk financieel te kort voor de hulpverlening aan de getroffen overstromingsgebieden. Wel waren koning Filip en koningin Mathilde dit keer meteen op het terrein toen de hemel openscheurde boven hun Koninkrijk. Op 15 juli 2021, een dag na de zondvloed, boden ze troost aan de slachtoffers in Chaudfontaine. ’s Anderendaags trokken ze naar Pepinster. Ze waren duidelijk van plan de PR-blunder van hun oom Boudewijn niet te herhalen. Ook federale en regionale ministers, gouverneurs en zelfs Europese Commissievoorzitter Ursula Von der Leyen kwamen poolshoogte nemen en beloofden massale steun.

Onder de radar

Een zomer lang staat hoofdredacteur Karl van den Broeck tweewekelijks stil bij een aantal belangrijke vraagstukken van deze tijd. Hij kijkt daarbij vooral naar feiten en analyses die in het hitsige debat van alledag onder de radar blijven. Soms praat hij met de olifant in de kamer, een andere keer borstelt hij voorzichtig het puin weg van een uitzichtloze stellingenoorlog.

Een maand na de overstromingen zijn de excellenties met vakantie vertrokken om van daaruit telefoontjes te doen naar de Belgische medaillewinnaars in Japan. Ondertussen zijn de slachtoffers op zichzelf en de hulp van (gelukkig vele duizenden) vrijwilligers aangewezen om te overleven. De officiële hulpverlening draait vierkant.

Tekort bij civiele bescherming

Dat de federale regering het Rode Kruis aanwees om de acties te coördineren, is vreemd in een land dat beschikt over een leger, civiele bescherming, brandweerlui en andere diensten

Vanaf de eerste dag waren er tekenen van paniek. Dat de federale regering het Rode Kruis aanwees om de acties te coördineren, is vreemd in een land dat beschikt over een leger, civiele bescherming, brandweerlui, regionale, provinciale en gemeentelijke onderhoudsdiensten en andere. Een doordacht rampenplan met richtlijnen voor de coördinatie had moeten volstaan om al die professionele krachten aan te sturen in plaats van alle last op schouders van vrijwilligers te leggen. In zo’n plan zijn de basisbehoeften cruciaal: onderdak, verzorging en voedsel. Daarna volgen het opmeten van de schade, het opruimen van de rommel en het opvangen van de getroffen burgers. En het begraven van 41 doden. Een cijfers om stil van te worden: dat zijn er dertien meer dan er destijds vielen bij de aanslagen van de Bende van Nijvel en zes meer dan bij de aanslagen in Brussel in 2016.

Alles wat mis kon gaan na 14 juli ging mis: de Waalse vleugel van het Rode Kruis bleek niet te beschikken over een platform dat coördineert waar al die vastberaden vrijwilligers moeten worden ingezet. Op een bepaald moment werden er in Pepinster koude maaltijden uitgedeeld die in de oven moesten worden opgewarmd aan mensen die zelfs geen huis meer hadden en in tentjes of in hun auto overnachtten. De federale fase van het rampenplan werd, op vraag van het Waalse Gewest en de provincies, al snel afgesloten. Enkele weken later moest minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) alsnog een federale coördinatiecel oprichten.

Het leger hielp in het begin waar het kon, maar beschikt al lang niet meer over de capaciteit (noch qua personeel, noch qua materiaal) om grootschalige acties op te zetten. Het kan niet op korte termijn vluchtelingenkampen bouwen, zwaar materiaal inzetten voor de opkuis, bruggen bouwen of veldhospitalen ontplooien. Hun helikopters konden niet opstijgen vanwege het slechte weer. De voedselbedeling die sinds kort door militairen wordt verzorgd is nodig, maar had evengoed door civiele hulpverleners kunnen worden verstrekt.

Daags na de overstroming kon de civiele bescherming zes reddingsboten inzetten. Vijftig andere boten moesten uit het buitenland komen

De civiele bescherming, dé instelling bij uitstek die moet helpen bij rampenbestrijding, werd onder het bewind van Jan Jambon (minister van Binnenlandse Zaken voor N-VA in de regering-Michel) vakkundig uitgekleed: meer dan 300 van de oorspronkelijk 650 personeelsleden moesten afvloeien en vier van de zes kazernes moesten sluiten. Die in Brasschaat, toevallig (?) de woonplaats van Jambon, mocht openblijven. Daags na de overstroming kon de civiele bescherming zes reddingsboten inzetten. Vijftig andere boten moesten uit het buitenland komen.

Ondertussen zijn het de vrijwilligers die, net zoals bij de vaccinatiecampagne, de meubels redden voor de politiek. Zonder hun inzet en solidariteit was het leed nog veel groter geweest. Maar door het gebrek aan coördinatie gaat veel tijd, energie en enthousiasme verloren.

De Eerste Grote Vloed

De overstroming van 1976 in Ruisbroek was een ramp, maar er vielen geen dodelijke slachtoffers. Het water was snel weer weg en vandaag blijft alleen de herinnering. Die is nog heel levendig en traumatisch, ook elders in het land. Ruisbroek zal altijd in één adem met ‘overstroming’ worden uitgesproken. En in Ruisbroek zal men zich dat jaar altijd herinneren als het jaar dat ‘Brussel’ hen in de steek liet. Iedereen in het dorp wist dat de dijken niet goed werden onderhouden.

Koning Boudewijn bezoekt Ruisbroek
'In Ruisbroek zal men zich 1976 altijd herinneren als het jaar dat ‘Brussel’ hen in de steek liet.' (© Belga Photo Archives)

Dat geeft te denken. Hoe zullen de Belgen in 2066 denken over de overstromingen van juli 2021? Wat zullen ze zich herinneren? Hoe groot zal België dan nog zijn? Zal Antwerpen het nieuwe Atlantis zijn, overstroomd samen met de kerncentrale van Doel? Zal de kustlijn dan door Brugge en Diksmuide lopen? Misschien zullen onze kleinkinderen de overstromingen van 2021 herinneren als de Eerste Grote Vloed, het eerste onomstotelijke en voor iedereen voelbare bewijs dat er iets grondig mis is met onze planeet en haar temperatuurhuishouding. En dat luttele weken voor het meest alarmerende klimaatrapport van het IPCC ooit.

Een ander rapport van een intergouvernementeel panel van de VN had in 2019 al geschreven dat het tij enkel kon worden gekeerd door 'transformatieve verandering'. “Met transformatieve verandering bedoelen we een fundamentele, systeembrede reorganisatie van technologische, economische en sociale factoren, inclusief paradigma's, doelen en waarden”, zo schreven de experts op een moment dat Donald Trump nog pijpleidingen kriskras door de VS liet bouwen en steenkoolmijnen subsidieerde. 

Een groot verschil met 1976 en de meeste andere grote overstromingen (zoals die van 1953) is dat in 2021 het water uit de hemel kwam en niet uit de getijdenwerking gestuwd vanuit de zee. De zeespiegel hoeft dus niet te stijgen om toch catastrofale overstromingen te veroorzaken. De zondvloed komt gewoon uit de lucht gevallen.

2021 is ook het jaar dat de burgemeester van Antwerpen zijn mijmeringen van een Vlaams-Nederlandse confederatie uitsprak en waarschuwde voor burgerlijke onlusten als er geen beter bestuur komt. Misschien zal men zich dus in 2066 het jaar 2021 herinneren, als het jaar van de ‘stilte voor de storm’, een storm die zich in het stemhokje in 2024 uitte in een nog extremer stemgedrag dan dat van 2019.

Excuses

In Griekenland bood de premier zijn verontschuldigingen aan toen de brandweer de infernale bosbranden niet onder controle kreeg. Hij erkende dat er te weinig geïnvesteerd was in mensen en materieel. Griekenland heeft daar echter een goed excuus voor: de snoeiharde saneringen die de Europese Unie het land heeft opgelegd na de Grexit-crisis, die uitdraaide op een smadelijke nederlaag van minister van Financiën Yanis Varoufakis. Europa en het IMF (Internationaal Monetair Fonds) hebben Griekenland zo uitgekleed dat het land bijna compleet ontmanteld is en zijn dienstverlening aan de bevolking op een heel klein waakvlammetje heeft gezet.

De federale overheid heeft zijn capaciteit om hulp te bieden in tijden van nood zo goed als ontmanteld

Heeft België ook zo’n excuus? Als je Bart De Wever moet geloven is de chaos in Pepinster en de andere getroffen gemeenten te wijten aan het Belgische bestel dat helemaal vastgelopen is. De opeenvolgende staatshervormingen hebben ons land zo goed als onbestuurbaar gemaakt. De federale overheid heeft zijn capaciteit om hulp te bieden in tijden van nood zo goed als ontmanteld. Het enig wat ons leger de ‘natie’ nog kan bieden zijn een paar honderd militairen die patrouilleren in de hoofdstad om een vals gevoel van veiligheid te creëren na de aanslagen van 2016. Over de civiele bescherming hadden we het eerder al. Ook de politie krijgt zijn kaders niet ingevuld.

De gemeenschappen en gewesten beschikken vaak niet over de volheid van bevoegdheid om hun eigen beleid te voeren. Dat werd tijdens de coronacrisis ook duidelijk. Maar zelf in de materie waarvoor ze wel bevoegd zijn, schieten ze tekort. Ooit zullen onze kleinkinderen met afschuw terugblikken op de eerste lockdown van de coronacrisis van 2020, toen onze rusthuizen in sterfhuizen werden omgetoverd door het hallucinante paniekbeleid van de Vlaamse regering.

Ze zullen zich 2021 ook herinneren als het jaar dat Bart De Wever de schuld voor de kolossale vervuiling van het Antwerpse havengebied in de schoenen van de arme burgemeester van … Zwijndrecht schoof.

Weg van Wallonië

Bart De Wever
Volgens Bart De Wever is de chaos in Pepinster te wijten aan het Belgische bestel dat helemaal vastgelopen is. (CC BY 2.0 Miel Pieters (Wikimedia))

Januari 1976, toen Ruisbroek bijna verzoop, was ook de maand dat de grote nationale fusieoperatie werd doorgevoerd. Het aantal Belgische gemeenten werd van 2359 naar 596 teruggebracht. Reden: de efficiëntie van het beleid verbeteren. Ruisbroek zelf werd een deelgemeente van Puurs.  

Wordt 2021 ook de start van een nieuwe ‘fusiebeweging’? Zullen de rampen van de voorbije jaren de politici ertoe brengen om de basisvoorzieningen die de burgers van de overheid verwachten (veiligheid, gezondheid, sociale bescherming) opnieuw te federaliseren? Wordt dat de uitkomst van de grote bevraging van de federale regering? Of gebeurt het omgekeerde? De Wever klampt zich vast aan het baanbrekende akkoord dat hij met Paul Magnette (PS) sloot tijdens de (voor hem) mislukte regeringsonderhandelingen, nu een jaar geleden. Magnette leek bereid om een confederaal België te aanvaarden in ruil voor een verankering van de sociale zekerheid op federaal niveau. Als dat niet lukt, moet Vlaanderen maar een confederatie met Nederland vormen; een droom die in een Nederlandse tv-studio als een nieuwe Belgen(sic)-mop werd onthaald.

De Wever lijkt zich bij dit alles niet al te zeer te bekommeren over het wel en wee van de Waalse buren. Hij lijkt vooral te betreuren dat Wallonië een blok aan het Vlaamse been is. Als Vlaanderen zelf alle touwtjes in handen zou krijgen, zou het zijn burgers veel beter kunnen beschermen, denkt hij. En het moet nu maar eens gedaan zijn met die transfers. Op een moment dat Wallonië tegen een rekening van 1,7 miljard voor de wederopbouw van de getroffen gebieden aankijkt, is dat een wel erg harteloze boodschap.

Macht en middelen

Het blijft een historische vergissing te denken dat ‘beter bestuur’ automatisch een gevolg is van een verdere federalisering of een nieuwe herfederalisering. (Of een fusie. Wordt Groot-Antwerpen vandaag beter bestuurd dan vroeger? In Wilrijk of Borgerhout denken ze daar ongetwijfeld het hunne van). Of het nu over een unitair België gaat, een federaal of confederaal België, of over een onafhankelijk Vlaanderen en mini-België (Brussel en Wallonië), het zal alleen maar goed bestuurd kunnen worden als politici ook effectief de macht en de middelen hebben om een beleid te voeren dat impact heeft.

De grote krachten waaraan de wereld onderhevig is en die vooral gestuurd worden door een meedogenloos economisch systeem dat mens en planeet steeds meer schade toebrengt, moeten vooral op mondiaal niveau worden bedwongen. Politici moeten hun kiezers niks wijsmaken: ze zullen hun geen veiligheid en welvaart kunnen bieden als de onmenselijke uitwassen van het casinokapitalisme niet worden bedwongen. Dat kan het onafhankelijke Vlaanderen niet alleen. Dat kan zelfs Europa niet alleen. Bij elke overstroming, elke bosbrand, elke storm en elke verschroeiende hittegolf groeit het besef bij eenieder dat het anders moet. De strijd tegen de klimaatverandering is geen strijd tegen de natuur, maar tegen de gulzige mens. De ‘transformatieve verandering’ die ons kan redden komt altijd neer op het vergroten van de politieke controle op de economie.

De strijd tegen de klimaatverandering is geen strijd tegen de natuur, maar tegen de gulzige mens

Dat dit een enorme strijd zal worden tegen machtige tegenstanders, staat buiten kijf. Ondertussen is het de plicht van elke politicus, of hij of zij nu burgemeester, minister-president, premier, president of koning(in) is, om de burgers van zijn stad, deelstaat, land of continent te beschermen. Die bescherming is zowel fysiek (tegen oorlog, tegen een pandemie, tegen rampspoed) als sociaal (een menswaardig inkomen, een waardige oude dag, een betaalbare gezondheidszorg, een dak boven het hoofd).

Politici beschikken over een machtig wapen om die bescherming te realiseren: ze kunnen wetten maken. Ze kunnen budgetten vrijmaken om die veiligheid te garanderen. En ze kunnen het geld daarvoor halen bij wie aan de basis ligt van de onveilige wereld waarin we nu leven. Ze kunnen ook keuzes maken: een paar F-35’s minder en een paar bootjes voor de civiele bescherming meer, bijvoorbeeld.

Daarvoor is maar vijf minuten politieke moed nodig.

Burgers verwachten van politici niet dat ze na een overstroming hun laarzen aantrekken en puin beginnen ruimen. Hun bloed begint ook te koken wanneer ze zien hoe politici – spade en emmer in aanslag en modder op hun gezicht – met een brede glimlach poseren voor een foto op Facebook of Instagram.

Ze verwachten dat ze hun werk doen: krachtig besturen tot nut van ’t algemeen.

LEES OOK
Karl van den Broeck / 05-07-2021

Het duivelse dilemma: kernafval begraven of niet?

Wat gaat België met zijn kernafval aanvangen?
Doel
1 REACTIE
Dirk Maes30-08-2021 23:50:34
En wat dan met de golf van klimaatnomaden? Afschieten? Verzuipen in de middellandse-noordzee?
Nuke theme ?
Hierover hoor ik den Dries niet.
Neen dit gaat zo niet.
Laat ons de klimaatverandering terplaatse ( sahel en omliggende streken ) daar op een natuurlijke ( agroforestrie ) manier aanpakken en we zullen al heel wat migranten vermijden. Learn the fisherman to fish and he will feed himself