Jaarlijks publiceert de parlementaire controlecommissie die toekijkt op de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen de financiële verslagen over de boekhouding van de politieke partijen.
Die publicatie leert jaar na jaar dat de politieke partijen in ons land op een gigantische, aanzwellende berg geld zitten. Dat leidt keer op keer tot een snel uitdovend debat over de wenselijkheid daarvan. Politieke partijen worden immers zwaar gesubsidieerd. Dat belastinggeld wordt opgepot en belegd of in sommige gevallen – zoals in het geval van N-VA – geïnvesteerd in vastgoed dat op zijn beurt extra geld in het laadje brengt.
Dat politieke partijen zelf beslissen hoeveel geld ze aan zichzelf uitkeren, werd al meermaals gehekeld, onder meer door de Leuvense politicoloog Bart Maddens, die al langer pleit voor een aanpassing van het systeem van partijfinanciering.
Vlaamse partijen
De cijfers van 2020 tonen aan dat het eigen vermogen ook in coronajaar 2020 fors aangroeide. Samen boekten de partijen die vertegenwoordigd zijn in de Kamer een winst van ruim 12,1 miljoen euro. Meer dan 7,6 miljoen euro daarvan valt op het conto van de Vlaamse partijen te schrijven.
Logischerwijze gaat het eigen vermogen van de partijen in stijgende lijn. In 2007 hadden de Vlaamse politieke partijen samen een eigen vermogen van 28,7 miljoen euro. Vijf jaar later, in 2012 was dat gestegen tot 50,3 miljoen euro. Intussen staat de teller op 77,3 miljoen euro.
Het gros van de inkomsten (gemiddeld ongeveer 80%) van de politieke partijen bestaat uit subsidies die worden bepaald op basis van de electorale resultaten. De partijen die het bij de verkiezingen van 2019 goed deden bij de kiezer, boeren ook financieel goed. Vlaams Belang boekte in 2020 bijna 4,12 miljoen euro winst. Daarna volgt de enige unitaire Belgische partij PVDA/PTB met een winst van 3,45 miljoen euro. Aan Franstalige kant valt ook de stevige winst op van Ecolo: 2,27 miljoen euro.
De enige partij die vorig jaar een significant verlies boekte, is Vooruit. De Vlaamse socialisten schreven een verlies van 1,38 miljoen euro in de boeken. Het electorale verlies in 2019 zorgde voor minder overheidssubsidies (4,71 miljoen euro in 2020 tegenover 5,54 miljoen euro in 2019) terwijl de partij wel 570.000 euro extra investeerde in personeelsbeleid.
Vastgoed
Kijken we naar de inkomstenzijde, dan valt vooral de situatie van PVDA/PTB op. De electorale score in 2019 zorgde voor een forse stijging van de subsidies, maar in tegenstelling tot alle andere partijen haalt PVDA/PTB ook een aanzienlijk deel van haar (extra) inkomsten uit lidgelden en uit afdrachten van haar mandatarissen.
De partij haalt zo 2,45 miljoen euro inkomsten uit afdrachten van mandatarissen en 1,9 miljoen euro uit lidgelden. Dat is veel meer dan andere partijen. Om een idee te geven: met 577.000 euro aan afdrachten en 224.000 aan lidgelden situeert Vooruit zich zowat in de middenmoot.
Ook N-VA wijkt aan de inkomstenzijde af van de andere partijen. Het is de enige partij die een aanzienlijk deel van haar inkomsten – ruim 776.000 euro – haalt uit de opbrengsten van eigen onroerend goed. In 2015 legde N-VA 19 miljoen euro op tafel voor de aankoop van een groot partijgebouw in de Koningstraat, na een opvallende dubbelverkoop via een projectontwikkelaar. Een aantal verdiepingen daarvan wordt verhuurd en dat zorgt voor extra inkomsten.
Vlaamse propaganda
De twee belangrijkste uitgavenposten voor alle partijen zijn propaganda-uitgaven en personeelskosten. Hoewel 2020 geen verkiezingsjaar was, gaven de Belgische partijen samen 12,26 miljoen euro aan propaganda uit.
Opvallend is het verschil tussen Franstalige partijen en Vlaamse partijen (inclusief het Belgische PVDA/PTB). Franstalige partijen gaven samen 2,47 miljoen euro uit aan propaganda. Vlaamse partijen, inclusief PVDA/PTB gaven samen 9,79 miljoen euro uit aan propaganda.
Ook tussen de partijen onderling zijn de verschillen groot. Drie partijen springen in het oog. Met 2,9 miljoen euro geeft N-VA met voorsprong het meest uit aan propaganda. Daarna volgen het Vlaams Belang (2,38 miljoen euro) en PVDA/PTB (2,21 miljoen euro). Het contrast met partijen zoals Open VLD (0,51 miljoen euro) en CD&V (0,33 miljoen euro) is groot.
Personeel
De uitgaven aan personeel – denk aan investeringen in de studiedienst – geven ongeveer het spiegelbeeld: partijen die veel uitgeven aan propaganda geven verhoudingsgewijs merkelijk minder uit aan personeel. Vlaams Belang is daar het absolute buitenbeentje: met een uitgave van amper 280.000 euro voor personeel investeert de partij slechts een fractie (11,7%) van het bedrag dat ze veil heeft voor propaganda. Opvallend: Vlaams Belang halveerde in 2020 haar uitgaven voor personeel ondanks de ruime verkiezingsoverwinning in 2019 en de ruim vier miljoen extra overheidssubsidies die de partij daardoor vangt (7,93 miljoen euro in 2020 tegenover 5,22 miljoen euro in 2019),
PVDA/PTB is de uitzondering op de regel dat grote uitgaven voor propaganda hand in hand gaan met bescheiden investeringen in personeel. De unitaire partij spendeert weliswaar een smak geld aan propaganda, maar met 2,66 miljoen euro (tegenover 1,45 miljoen euro in 2019) investeert ze ook in personeel.
Geldkraan
De vaststelling dat Belgische politieke partijen niet alleen zeer rijk zijn, maar ook nog eens jaar in jaar uit steeds rijker worden, is niet nieuw. Dat die situatie de Belgische particratie en het bijhorende democratisch deficit voedt, werd al meermaals gehekeld. Maar politieke partijen lijken niet bij machte om het eigen subsidieslurpen te stoppen. Dat ze tegelijk de geldkraan bedienen en zich eraan laven, is daar ongetwijfeld niet vreemd aan.
Maar in crisistijd is dat anders. En zeker in een langdurige crisis zoals de huidige die reeds sinds 2008 duurt en door steeds meer mensen wordt gevoeld.
Het is evenwel een trend die niet alleen België treft: drastisch slinken van het aantal leden van politieke partijen, steeds maar dalend vertrouwen in de overheid, voorspelbare parlementaire debatten, meer en meer mensen die zich niet vertegenwoordigd voelen, ondanks stemplicht steeds meer mensen die thuisblijven. En zie maar Frankrijk: pas één op drie ging stemmen bij de recente regio-verkiezingen.
Dat de partijen met hun geld op de Beurs spelen, is maar één facet van onze falende politieke instellingen.