Hoe lossen we de wooncrisis op? Hoe maken we wonen opnieuw betaalbaar? Het falen van het Vlaamse woonbeleid noopt burgers en middenveldorganisaties tot experimenteren, waarmee ze ook geijkte ideeën over bezit en eigenaarschap uitdagen. “Winst moet buiten het verhaal van wonen gehaald worden.”
De Woonraad stelde in 2017 vast dat er een wooncrisis heerst in de onderste lagen van de private huurmarkt. Een derde van de private huurders, ongeveer 165.000 gezinnen, houden na het betalen van de huur onvoldoende middelen over om een menswaardig te leven te hebben.
Tijdens Café Apache in de Gentse Vooruit stelden zich drie organisaties voor die vernieuwende woonmodellen in de praktijk brengen. Stijn Oosterlynck van Collectief Goed, Karel Lootens van wooncoop, en Lukas Vanelderen van 100 huizen van de Brugse Poort analyseerden samen met architecte Oana Bogdan de problemen van het Vlaamse woonbeleid, én keken naar vernieuwende oplossingen voor het woonprobleem.
Stijn Oosterlynck, voorzitter van wooncoöperatie Collectief Goed, beaamt dat “er een probleem is aan de onderkant van de woonmarkt”. Die situeert zich volgens hem vooral bij huurwoningen. “Het aanbod van betaalbare huurwoningen is beperkt.” Oosterlynck merkt op dat veel lage inkomensgezinnen in slechte, kleine en dure woningen wonen, en dat veroorzaakt volgens hem stress-en gezondheidsproblemen voor ouders en kinderen.
Ongelijkheid
Oosterlynck (Collectief Goed): ‘Huizen zijn om in te wonen, niet om mee te speculeren’
“Onze steden zijn machines die ongelijkheid produceren”, zegt Oosterlynck. Collectief Goed wil een haalbaar en zelfstandig model ontwikkelen dat de leegstand aanpakt en het woonaanbod verruimt voor kwetsbare doelgroepen.
Door leegstaande sociale woningen te renoveren en via een sociaal verhuurkantoor te verhuren, biedt de wooncoöperatie een alternatief voor grote, maatschappelijk kwetsbare gezinnen. Het model werkt, maar is volgens Oosterlynck erg fragiel. Relatief kleine wijzigingen in het Vlaams of lokaal beleid leiden soms tot grote problemen voor het project.
De belangrijkste oplossing van de woonproblematiek is volgens Oosterlynck een uitbreiding van sociale huisvesting. Daarnaast en in afwachting daarvan is het volgens het panel logisch en noodzakelijk dat er geëxperimenteerd wordt.
In de Gentse wijk de Brugse Poort organiseren buurtbewoners zich om ervoor te zorgen dat mensen met een lager inkomen in hun buurt kunnen blijven wonen. 100 huizen van de Brugse Poort is het doel en de naam van het burgerinitiatief.
Lukas Vanelderen legt uit dat ze mensen uit de buurt bij elkaar proberen brengen die een steentje kunnen en willen bijdragen bij betaalbaar wonen. Het burgerinitiatief wil daarom onder meer eigenaars van panden naar bestaande ondersteuning en projecten leiden, om bijvoorbeeld huizen betaalbaar te renoveren.
Karel Lootens, van wooncoöperatie wooncoop, stelt dat nieuwe woonmodellen niet enkel nodig zijn voor de onderkant van de samenleving. “We hebben het niet enkel over kwetsbare mensen, maar over mensen die bezorgd zijn om tal van redenen. Ik heb kinderen, hoe gaan zij in de toekomst wonen? Hoe zullen onze kleinkinderen wonen?”, vraagt hij zich af.
Winst rijmt niet met wonen
Oana Bogdan: ‘Winst moet buiten het verhaal van wonen gehaald worden’
Architecte Oana Bogdan, die samen met huidig Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck het bureau Bogdan & Van Broeck oprichtte, hekelt de manier waarop vandaag gebouwd wordt, en over wonen wordt nagedacht. Ze ziet de druk op architecten stijgen om goedkope woningen er zo duur mogelijk uit te laten zien.
Speculatie en financieel rendement staan vandaag centraal, en dat moet volgens haar anders, want het recht op wonen is een fundamenteel mensenrecht. “Winst moet buiten het verhaal van wonen gehaald worden.” Grondbezit herdenken is daarbij cruciaal. Ze pleit er daarom voor dat grond niet langer als product verhandeld wordt, en mensen enkel eigenaar zijn en blijven van de stenen en de gebouwen die op die grond gebouwd worden.
Oosterlynck benadrukt dat de overheid in het woonbeleid verzaakt te doen wat ze nochtans goed kan: belasten. Hij legt uit dat heel wat mensen die enkele jaren geleden bijvoorbeeld in Gent een huis kochten intussen bij wijze van spreken slapend rijk zijn geworden, en louter door de stijgende huizenprijzen van de gewone middenklasse ‘verhuisden’ naar de rijke middenklasse.
Iedereen die zich op de woonmarkt begeeft, is een speculant, stelt hij. Nochtans heeft een individu de meerwaarde van zijn huis onder meer te danken aan overheidsinvesteringen, en aan de inspanningen om wonen in de stad aantrekkelijker te maken. Die meerwaarde moet dus meer en beter worden afgeroomd, én rechtstreeks worden ingezet voor het woonbeleid, stelt hij.
Woonrecht
Oosterlynck beaamt dat wonen een mensenrecht is, en ook in de grondwet staat, maar dat dat het niet juridisch afdwingbaar is. “De overheid kan argumenteren dat men daar geen middelen voor heeft.” De frustratie over het Vlaams woonbeleid van de laatste decennia zorgt er volgens hem voor dat er nu door verschillende organisaties geëxperimenteerd wordt met nieuwe woonmodellen.
Lootens (wooncoop): ‘We hebben nog niet veel mensen laten wonen in een coöperatie maar we hebben mensen wel anders laten kijken naar woningen en woonrecht’
Lukas Vanelderen weet dat de Brugse poort ook een geschiedenis van actievoeren heeft rond de woonproblematiek, maar dat dit uiteindelijk weinig resultaat heeft gehad. “We proberen onze houding te veranderen. We willen samenwerken met de stad, niet zo zeer protesteren. We willen gewoon een klein verschil maken.”
Hoe maak je verschil, en wie kan dat doen? Oana Bogdan ziet op dit moment onvoldoende draagvlak in de politiek om de wooncrisis op andere manieren aan te pakken. “Er komt niet zomaar een ander woonbeleid: er moet een kritische massa zijn”, stelt ze.
Volgens Lootens is er ondertussen wel steeds meer vraag van onderuit naar coöperatieve woonvormen. “Veel mensen zijn geïnteresseerd, en dat mis ik bij de overheid.” Volgens Lootens beperken politici zich tot praten, maar staat daar weinig echt tegenover. “Toon het dan, doe er dan iets mee,” zegt hij.
De overheid kan nieuwe woonmodellen aantrekkelijk maken door goedkope leningen te verschaffen en gronden goedkoper te maken, oppert architecte Bogdan dan weer.
“Dat is niet zo vanzelfsprekend”, zegt Lootens. Volgens hem is er nog wantrouwen van en onwetendheid over nieuwe modellen zoals wooncoöperaties. Volgens hem kunnen de goede voorbeelden in ons land mensen wel inspireren. “We hebben nog niet veel mensen laten wonen in een coöperatie maar we hebben mensen wel anders laten kijken naar woningen en woonrecht.”
Oosterlynck vindt dat deze projecten goed zijn om mee uit te pakken: “We kunnen zeggen: zo kan het ook. Wij gebruiken de tools van de overheid om er mee uit te pakken. Huizen zijn om in te wonen, niet om mee te speculeren”, besluit hij.
Video: Arne Focketyn
Word jij lid van Apache? Lees direct verder en steun onafhankelijke onderzoeksjournalistiek. Nu al vanaf 6,25 euro per maand.
Ja, ik word lid
Bogdan ziet te weinig kritische massa voor haar ideeën. Waarschijnlijk bedoelt ze daarmee afstappen van het model waarbij iedere Vlaming zijn eigen lapje heeft. Maar privaat grondbezit moet niet opgegeven worden om een duurzaam en leefbaar woonbeleid te voeren. De Vlaamse Bouwmeester is daar nogal radicaal in zijn ideeën, ten opzichte van het verlangen van de Vlaming om zekerheid te verwerven op zijn eigen stukje, waar dat vaak het enige kapitaal is dat hij/zij heeft op het einde van het leven.
Afstappen van het neo-liberale beleid waarbij de markt moet zorgen voor huisvesting zou al veel verschil maken. De overheid groene en gezellige wijken laten bouwen met een esthetische waarde en uniformiteit, waar lage inkomens kunnen huurkopen en lage vaste kosten hebben, zou waanzinnig populair zijn. Bogdan werkt vooral in Brussel en zij ontwerpen veelal Stalistisch ogende woontorens, die op de gemiddelde Vlaming geen enkele aantrekking hebben. Daarmee wordt er weinig rekening gehouden. We hebben geen top-down beleid nodig maar lokaal verankerd sociaal beleid met een hart en met visie. Gezien de vraag naar integratie van wijken met scholen en wooncentra voor senioren, kan het niet moeilijk zijn zulke projecten vanuit de overheid te lanceren als de wil er is. En men behoudt daarbij best de appreciatie voor ons cultureel erfgoed, gezien veel mensen niet in kale moderne blokken willen wonen. We hebben een eigen Vlaamse architectuur en ze wordt niet eens meer onderwezen op universiteit. Dan is het logisch dat onze ruimtelijke ordening een rommeltje is, terwijl het niet zo hoeft te zijn.
Hoe komt het toch dat mensen stelselmatig geloven dat ze rijker worden als de prijs van hun huis stijgt of zoals in het artikel gesteld wordt dat mensen slapend rijk geworden zijn doordat hun enkele jaren geleden gekocht huis zoveel duurder geworden is? Het omgekeerde is waar! De mensen zijn armer geworden want voor de aankoop van het huis moet langer en harder gewerkt worden omdat de lonen in geen enkele mate gelijke tred houden met de prijs stijgingen. Er is een sluipende inflatie gaande, die buiten het kunstmatige inflatie korfje gehouden wordt, als gevolg van de overvloed aan geld op de markt door het beleid van de ECB en de race om kapitaal veilig te stellen door in onroerend goed te investeren. Een beleid dat de speculant uit de markt houdt door de koper te verplichten daadwerkelijk in het pand te wonen zou deze trend kunnen remmen.