De brandstapel van (social) media

Tom Cochez
De afsluiterpraktijken van de populaire kranten van Rubert Murdoch brachten de media wereldwijd grote schade toe. (Foto RV)
De afsluiterpraktijken van de populaire kranten van Rubert Murdoch brachten de media wereldwijd grote schade toe. (Foto RV)
10933781_10153032341684770_8972851607422078428_n

Het was even schrikken afgelopen donderdag bij het bekijken van de voorpagina van De Morgen. "Rechter praat verkrachting goed", stond er in grote letters. De onderkop gaf daar wat duiding bij: "Man krijgt geen straf want vrouw ging mee in verleidingsspel." Voor de snelle lezer was het plaatje meteen duidelijk en prompt regende het begrijpbare verontwaardiging op sociale media.

Lomp

Na stap één, een zwaar aangezette titel, en stap twee, een storm op sociale media, volgde onvermijdelijk stap drie: de politieke recuperatie. Er was Koen Geens die meteen vond dat rechters dringend les moeten volgen over seksueel geweld en er was Elke Sleurs die prompt oordeelde dat de rechter "een fout signaal gaf aan slachtoffers van misbruik."

De vraag is wat het meest lompe is: de titel die de lading niet dekt, een minister die zich niet van de tegenstrijdigheid bewust is wanneer ze zegt "er is een scheiding der machten, dus ik kan niet ingaan op deze specifieke zaak, maar ik kan er niet bij dat een verkrachting veroordeeld wordt, maar niet bestraft” of een andere minister die op basis van één uitspraak prompt de wetgeving wil veranderen en gelijk rechters wegzet als seksisten.

De dagen daarna volgden er gelukkig wat opiniestukken die de hele hetze temperden, maar het kwaad was geschied en de oplossing van minister Geens klaar: de opschorting van straf kan maar beter afgeschaft worden. Beleid maken in België: vaak gebeurt er jarenlang niets, maar soms kan het blijkbaar heel snel. Vijf minuten politieke moed, of net niet?

Links en rechts

Het is lang niet de enige gebeurtenis waarbij de innige dans tussen (sociale) mediastormpjes en politiek brokken maakt. Hoe meer "emo" en hoe meer conflict een bericht in zich draagt, hoe beter. Het verkoopt de krant en het wordt op sociale media geliked en gedeeld dat het een lieve lust is. En passant worden er ook nog wat journalistieke ego's gestreeld. De zoektocht naar waarheid als een soort journalistiek eindproduct wordt er in sneltreinvaart ondergeschikt aan gemaakt.

Iedereen bezondigt zich daar overigens aan. Het is des mensen en we pleiten onszelf hoegenaamd niet vrij. Toen sp.a-voorzitter John Crombez zich een tiental dagen geleden voorzichtig achter het omstreden plan-Samsom schaarde, stelden wij ons hier tijdens de redactievergadering meteen de vraag vanwaar die plotse bocht kwam. Niemand had het bewuste fragment op televisie gezien. We hadden enkel kranten gelezen, uittreksels uit het interview zien passeren of sociale media gevolgd. Pavloviaans deden we ook hier wat redacties overal doen (en kennelijk steeds meer): politiek in termen van conflict vertalen. Het ging al snel nauwelijks nog over de inhoud van het plan, wel over de 'politique politicienne'. Gelukkig kwam er een gastbijdrage van Stefan van den Broeck om ons terug met beide voeten op de grond te brengen.

Op emotionaliteit en conflict staat geen politieke gezindheid. Iedereen schiet vandaag losjes vanuit de heup

Bewust hebben we hierboven voorbeelden "van links" genomen. Voorbeelden van overreactie, waarbij de kritiek vooral vanuit progressieve, linkse hoek kwam. Op emotionaliteit en conflict staat immers geen politieke gezindheid. Iedereen schiet vandaag losjes vanuit de heup. Een asielzoeker die genoemd wordt in een verkrachtingszaak? Massaal gedeeld door rechts. Eén punt voor rechts. Een asielzoeker die een oud vrouwtje over straat helpt? Massaal gedeeld door links. Eén punt voor links.

Hitsigheid

Waar we het bij gebrek aan emotionaliteit en conflict intussen allang niet meer over hebben, is over de maatschappelijke schade die op die manier wordt aangericht. Reguliere media die de boel oppoken, sociale media die als katalysator dienen en de politiek die op al die emotie een haastig antwoord formuleert. Tot daar het "debat". Ieder heeft dan z'n zegje gedaan, de luidste schreeuwers gehoord. Het blijft een zeer wankele basis voor beleid, en toch ontstaat de indruk dat net over belangrijke uitdagingen waar onze maatschappij mee wordt geconfronteerd zoals de asielcrisis en de omgang met terreur, het beleid zeer sterk wordt aangestuurd door (sociale) media. Echt debatteren zijn we blijkbaar verleerd. We horen de uitersten. De these en soms een beetje antithese. Aan de synthese wagen we ons niet meer.

Nee, we mogen niet zeggen dat het allemaal de schuld van de media is. Maar gewoon doen alsof met de goede stukken, reportages en analyses - die er gelukkig ook nog zijn - de zaak geklaard is, helpt ook niet. Journalisten die voor reguliere media werken, politici die er door aangejaagd worden of gewoon de vele mensen die met de beste bedoelingen stukken delen of becommentariëren op sociale media voelen aan dat de snelheid toeneemt, dat ze intern, binnen de krant of de partij meer strijd moeten leveren tegen de oprukkende hitsigheid. Het "systeem" lijkt het over te nemen en het eindigt onvermijdelijk bij mensen die naar elkaar roepen. Niet meteen de definitie van debat, maar wel steeds vaker de realiteit.

DM verkrachting
Screenshot De Morgen, donderdag 4 februari 2016

Systeem

Heeft dat systeem een naam? We kunnen het er niet toe herleiden, maar we verliezen weleens uit het oog dat het eerste doel van mediabedrijven, ook 'sociale' mediabedrijven, geld verdienen is. Net zoals banken, energieproducenten of farmaceutische bedrijven. Je hebt daarbij bedrijven die ethisch(er) ondernemen en je hebt er andere. Er is echter geen reden te bedenken waarom de commerciële drijfveer van de financiële wereld tot excessen zou leiden, maar diezelfde drive mediabedrijven wel netjes binnen de lijntjes zou laten kleuren.

We kunnen ons troosten met de gedachte dat het hier gelukkig nog niet zo'n vaart loopt als in de Verenigde Staten of Groot-Brittannië, maar het valt moeilijk te loochenen dat we de voorbije jaren een flink eind zijn opgeschoven. De zelfregulering in de sector werkt misschien wel voor individuele uitschuivers maar structureel vermag ze weinig of niets. Of zoals Luc Huyse enkele jaren terug al schreef: "Geen enkel mediabedrijf geneest zichzelf (...) Waar de markt de dominante speler is, werkt zelfregulering niet of nauwelijks."

Censuur

Als je als overheid ingrijpt op media valt al snel het woord "censuur". Logisch, iedereen beseft de gevaren van een overheid die vertelt wat kranten wel en niet mogen schrijven. Maar er is een andere manier om iets te doen en op z'n minst een zandkorreltje in "het systeem" te draaien. Reguliere media worden vandaag jaarlijks voor ongeveer 400 miljoen euro indirect gesubsidieerd, voornamelijk onder de vorm van distributiesteun via bpost en een btw-vrijstelling. Die steun aan de pers kwalitatief maken in plaats van kwantitatief zou op zijn minst een trigger kunnen zijn om te gaan voor journalistieke kwaliteit.

Vandaag is het simpel: hoe meer gazetten of boekskes worden verkocht, hoe meer je als mediabedrijf geniet van de indirecte subsidies. Cru gesteld: Het Laatste Nieuws en Dag Allemaal worden indirect veel meer gesubsidieerd dan De Standaard of Knack. Dat systeem is, behalve remmend voor de digitale evolutie, vooral een stimulans om zo plat mogelijk te gaan. Het levert zaterdagopeningen van Het Laatste Nieuws op als "Prinses voor één dag", over een vermeende romance van prins Laurent. Of "rechter praat verkrachting goed" in De Morgen. Dat verkoopt ongetwijfeld meer gazetten, maar het doodt tegelijk elk debat.

Er is geen reden te bedenken waarom de commerciële drijfveer van de financiële wereld tot excessen zou leiden, maar diezelfde drive mediabedrijven netjes binnen de lijntjes zou laten kleuren

Mediabedrijven zullen moord en brand schreeuwen bij de suggestie om het geld dat de overheid vandaag veil heeft voor de pers afhankelijk van kwaliteit te maken. Journalistiek kost namelijk geld. Pulp produceren, gratuite meningen ventileren of verhalen en titels oppompen nauwelijks of niet. Dat brengt veel geld op. De kosten voor de maatschappij zijn indirect.

Journalisten zelf kunnen daar niet anders dan vragende partij voor zijn. Wie wil er geen correcte titel boven het stuk waar zijn of haar naam onder staat en waar soms dagenlang aan is gewerkt? Welke journalist schrijft niet liever over dingen die er wel toe doen? Die wezenlijke belangen van de journalist staan echter op gespannen voet met de belangen van zijn uitgever.

Net daarom bewijst de overheid de journalistiek een zeer slechte dienst door niet journalistiek maar mediabedrijven te subsidiëren. Politici die het beu zijn om door media opgejaagd te worden - en zo zijn er nogal wat - geven zichzelf bovendien een geweldig cadeau. Gedegen journalistiek ondersteunen betekent immers dat politici opnieuw om de juiste en niet om de verkeerde redenen bang moeten zijn van de vierde macht.

Misschien is het simpele begin van een antwoord op de vraag hoe we uit deze meningenspiraal geraken het ondersteunen van journalistiek. Hoe dat kan, daarover bestaan tal van ideeën, lopende experimenten of systemen die hun deugdelijkheid al hebben bewezen. Daar een debat over en geen wederzijds geschreeuw? Het zou wat zijn.

LEES OOK
Karl van den Broeck / 28-01-2020

Waarom de VRT geen longreads meer mag publiceren

De digitalisering van de printmedia van DPG Media verloopt stroef en daarbij kijkt de grootste mediagroep van de Benelux boos naar de VRT. De website VRT NWS moet op de schop. Met…
andrew-guan-lTUyP3RaLpw-unsplash
Tom Cochez / 02-02-2018

Bart De Wever monopoliseert Vlaamse media op ongeziene wijze

Een analyse via krantenarchief Gopress leert dat in dagbladen en op krantensites meer over de voorzitter van N-VA wordt geschreven dan over alle andere Vlaamse partijvoorzitters…
Bart De Wever