Krant

Jeroen Olyslaegers
Jeroen Olyslaegers
Jeroen Olyslaegers
Jeroen Olyslaegers

Onderzoek wijst blijkbaar uit dat de lezer minder en minder zijn krant (of andere mediakanalen) gelooft. De schrijver van het essay probeerde zich zo rationeel mogelijk te laveren doorheen deze drabbige rivier van wantrouwen en hier en daar verklaringen aan te reiken waarom het water zo troebel is geworden. De verslaggeving over de financiële crisis van 2008 heeft bijvoorbeeld geen deugd gedaan aan het vertrouwen van de lezer. Veel te weinig journalisten zagen het crashmoment aankomen en veel te weinig gaven slechts aarzelend duiding over wat er duidelijk was misgelopen en overigens vandaag de dag nog steeds niet is recht gezet.

Wantrouwen

Het essay in Die Zeit liep over verschillende pagina’s en trachtte zo diep mogelijk te graven en tegelijk een zo weids mogelijk landschap van wantrouwen in kaart te brengen. Maar het bleef allemaal heel bevreemdend. Ik was een krant aan het lezen die me vertelde dat de kans groot is dat ik geen kranten meer geloof. Bij die geloofscrisis werd er ruim stil gestaan, alsof het reflecteren hierover mijn vertrouwen zou herstellen. De essayist trachtte me vervolgens uit te leggen hoe de kloof zou kunnen worden overbrugd.

Vanwege de rationele opbouw van het stuk liet ik me maar meedrijven in de hoop dat er ergens zou worden aangemeerd. Maar op het einde bleef ik vooral met een wantrouwen ten opzichte van mijn eigen wantrouwen achter. Vroeger supporterde een krant vooral jouw gedachtengoed. Mensen kozen een krant die mooi meezong met hun eigen stem. Nu zijn er steeds meer lezers die een verborgen agenda vermoeden bij sommige stukken. Dat was vroeger ook zo, met dat verschil dat je die verborgen agenda als de jouwe beschouwde. Een krant kopen deed je deel uitmaken van een samenzwering qua politieke keuze, culturele smaak of inzicht in sport.

Wanneer bijvoorbeeld een politiek redacteur nog eens een fors standpunt neerschrijft, recht vanuit het hart, zal je nu zeker nog wel eens horen of lezen dat de lezers vinden dat hij "goed gesproken" heeft. Maar diezelfde redacteur schrijft morgen een stuk als journalist en zijn woorden worden dan plots als tendentieus beschouwd en hijzelf als zich schikkend naar een of andere raison d’état waar de lezer het fijne niet van weet.

Wij waren de eersten die begonnen te geloven dat het draait om kijk- en leescijfers en minder om zuilen of gedachtengoed. Wij lieten de managers en de marketeers op tafels klimmen en knikten mee met hun voorgestelde verkooptactieken

Cynisme

Heeft dat met voortschrijdend inzicht te maken? Voelt de lezer zich nu beter beslagen om zelf te oordelen wie de waarheid spreekt en wie niet, welke journalist een spelletje speelt, welke krant haar verborgen agenda al te zichtbaar doordrukt? Of heeft het daar helemaal niets mee te maken? Het pijnlijke van de generatie waartoe ik behoor en die grofweg geboren is tussen 1965 en 1975, de veertigers en de beginnende vijftigers, is dat we de boel in medialand hebben uitverkocht. Wij waren de eersten die begonnen te geloven dat het draait om kijk- en leescijfers en minder om zuilen of gedachtengoed. Wij lieten de managers en de marketeers op tafels klimmen en knikten mee met hun voorgestelde verkooptactieken. Na de ideologie van de vorige generatie wilden wij vooral ‘realistisch’ zijn en bespaarden we op maatschappijkritiek, tenzij als een bron voor cynische terzijdes bij de borrel. Dat geeft me een dubbel gevoel. De verzuiling van de samenleving was eind jaren tachtig tot op de draad versleten en dat kon je merken aan kranten, tijdschriften en televisie. Er moest een nieuwe wind waaien.

Het was geen slechte oefening om aan te nemen dat een krant ook een product is dat moet worden verkocht en dat het niet noodzakelijk moet geschreven zijn voor de journalisten zelf en hun vrienden. Veel van de mentaliteit is nu weg. We zitten in een ander paradigma, gebruiksvriendelijk en vooral verkoopszuchtig. En dat is ironisch, want er wordt juist minder verkocht de laatste jaren. Helaas voor wie zich in dat laatste wereldje lekker genesteld heeft, komt er nu immers weer een andere wind opzetten. Lezers hebben misschien minder vertrouwen omdat de commerciële redactie van een krant of tijdschrift permanent overuren klopt. Dat maakt een hysterische indruk. De wereld is radicaal aan het veranderen en er moet weer vanuit het hart worden gesproken, niet vanuit een berekening. En elke krant die zich inhoudelijk schurkt tegen het status quo tijdens deze veranderende tijden bevindt zich op een wrak bij steeds dreigender stormweer. Dat laatste geldt ook voor kranten die doen alsof er niets aan de hand is en rustig verder dobberen terwijl hun verkoop als een waterval in slow motion oogt.

LEES OOK
Bert Moerman / 16-07-2021

Een vorm van vooruitgang

'Niets is ooit zo slecht dat het voor niets goed is.'
bert moerman
Nadia Nsayi / 30-06-2021

Spijt is niet genoeg

België moet samenwerken met Congolese leiders die hun land willen opbouwen.
de croo in congo
Anton Jäger / 04-06-2021

De Coningskwestie

Wat vertelt de online steun van duizenden Vlamingen over het Vlaanderen van vandaag en gisteren? 
BRUSSELS BOIS DE LA CAMBRE LA BOUM THREE