De open brief van Media.21 over de 400 miljoen euro belastinggeld die jaarlijks indirect naar grote mediagroepen stroomt en zo nieuwe (digitale) initiatieven de pas afsnijdt, was gisteren inzet van een debat in de Commissie Media van het Vlaams Parlement. Omdat de subsidies federaal zitten, wil Vlaams minister van Media Sven Gatz (Open VLD) de problematiek aankaarten in de interministeriële commissie Media en Cultuur.

Sven Gatz en Bart Caron ‘screenshot Commissie Media 23/04/2015)
Eind vorige maand pakte Media.21 (Apache.be, Newsmonkey.be, Express.be, DeWereldMorgen.be, Doorbraak.be, StampMedia.be, MO*/MO.be, rekto:verso.be en Zeronaut.be) uit met een open brief: ‘Tijd voor een innovatief én fair mediabeleid in plaats van dure blanco cheques’.
Ontwrichtend
De manier waarop de steun aan media vandaag wordt georganiseerd staat innovatie in de weg. Jaarlijks stroomt er een smak belastinggeld – ongeveer 400 miljoen euro – indirect via Bpost en een btw-0-regeling naar de grote mediagroepen, vooral Mediahuis en De Persgroep. Nieuwe (digitale) spelers hebben er geen recht op. Zo moet Apache.be bijvoorbeeld verplicht 21% btw aanrekenen terwijl op kranten geen btw moet worden betaald. In alle stilte werd er op maat van de grote krantengroepen zelfs een protocol afgesloten dat ook de digitale variant van kranten vrijstelt van btw. Een maatregel waarvoor Europa ons land recent in gebreke stelde.
Op een artikel in De Morgen na werd er in de kranten met geen woord over de open brief en de daarin geschetste problematiek gerept. Krantenlezers blijft de ‘Inconvenient Truth’ over de eigen uitgevers verstoken, maar elders werd het debat over de onvoorwaardelijke en ontwrichtende jaarlijkse doorstroom van 400 miljoen euro belastinggeld wél opgepikt. Ter Zake besteedde er uitgebreid aandacht aan.
Volgens Wilfried Van Daele (N-VA) en Bart Caron (Groen) zijn de bestaande subsidiemechanismen aan herziening toe
Interministeriële commissie
Gisteren werd de open brief ook besproken in de Commissie Media van het Vlaams Parlement. Wilfried Van Daele (N-VA) wilde van Sven Gatz graag weten wat hij van de brief vond. Omdat de indirecte subsidiemechanismen federaal georganiseerd zijn en dus buiten zijn bevoegdheid vallen, achtte Gatz het geen goed idee om er uitspraken over te doen. Die zouden, aldus de minister, niet van aard zijn om het debat te vergemakkelijken. Wel zegde de minister toe om de problematiek op tafel te leggen in de interministeriële commissie Cultuur en Media waar federale en regionale overheden elkaar ontmoeten. Van de hierboven genoemde schimmige en door Europa verworpen btw-deal vermoedt Gatz “dat er nog een staartje aan zal komen”.
Wilfried Van Daele en commissievoorzitter Bart Caron (Groen) lieten wel in hun kaarten kijken. Allebei zijn ze ervan overtuigd dat de bestaande indirecte subsidiemechanismen verouderd en voor herziening vatbaar zijn. Volgens de commissieleden moet er nagedacht worden over manieren om subsidies aan kwalitatieve voorwaarden te koppelen. Vandaag stroomt het overheidsgeld onvoorwaardelijk naar de grote mediagroepen.
Word jij lid van Apache? Lees direct verder en steun onafhankelijke onderzoeksjournalistiek. Nu al vanaf 6,25 euro per maand.
Ja, ik word lid
De 400 miljoen euro die jaarlijks naar de gevestigde mediagroepen gaat is een moderne vorm van corruptie. In plaats van deze corruptie aan te klagen vraagt media.21 haar deel. Niet minder corrupt dan de grote broers! Wie kwaliteit levert heeft geen nood aan subsidies. Laat de consument beslissen, dat is de definitie van democratie.
“Laat de consument beslissen, dat is de definitie van democratie.”
Nu heb ik best wat handboeken politieke wetenschappen doorgenomen maar deze definitie is me volstrekt onbekend. In die handboeken wordt over de mens gewoonlijk gesproken als burger, niet als consument. Met wat goede wil zouden we kunnen zeggen dat “laat de consument beslissen” een kenmerk is van die goede oude vrije markt.
Ik ben geen voorstander van subsidiepolitiek, in geen enkel domein, omdat ze steeds leidt tot mattheüseffecten. Om dan meteen over corruptie te spreken, gaat me echter een stap te ver. Binnen het concept corruptie zou men alle media moeten bestempelen als regimepers, pers die per definitie onkritisch is ten opzichte van het regime. Ik denk dat het onjuist is te beweren dat onze media onkritisch staan ten opzichte van het regime.
De parlementaire democratie is een staatsvorm die er uit bestaat om groepen van mensen tegen andere groepen van mensen op te zetten, het oud-Romeinse divide et impera, verdeel en heers. De media doen hier lustig aan mee. De gevestigde media worden hiervoor ruimschoots gesubsidiëerd. Dat is overduidelijk corruptie.
Elke burger is een consument en elke consument is een burger. Het enige verschil is dat burgers behoren tot een bepaalde natie en consumenten niet. Burgers verkiezen om de zoveel jaar hun vertegenwoordigers. Dan kom je tot resultaten die geen enkele burger wenst. Zoals groene-stroomcertificaten voor zonnepanelen omwille van een belasting op zonnepanelen!
Consumenten hebben veel meer macht en invloed. Door hun dagdagelijks gedrag – kopen of niet kopen van goederen en diensten – bepalen ze wie rijk wordt en wie bankroet gaat. De vrije markt is daardoor alleen veel democratischer dan politieke verkiezingen of een parlementaire democratie.
Ze schaffen beter die subsidies af. Zelfs al zouden de digitale spelers ook subsidies krijgen wie bepaalt er dan wie hoeveel krijgt. Hebben die veel te kritische site en Jan met zijn (actualiteits)blog er dan ook recht op?
Het klopt niet dat de overheid de mediagroepen 400 miljoen toestoppen. Terwijl die mediagroepen geacht wordt de vierde macht te spelen en kritisch moeten te zijn over de overheid. Wiens brood men eet diens woord men spreekt…
We willen met Media.21 vooral duidelijk maken dat die indirecte subsidies wel degelijk bestaan en we vragen dat het speelveld gelijk wordt getrokken voor iedereen. Enkel dan kan er iets nieuw / vernieuwing komen Of dat met evenveel, meer of minder subsidies moet, is in wezen een andere discussie. Mijn persoonlijke mening is dat je als overheid ‘media’ niet gewoon aan ‘de markt’ kan overlaten, maar daar hebben we het de komende weken ongetwijfeld nog over.