Meer dan moslim

Tom Cochez
16199506806_98ec372e7e_z
(Foto Valentina Calà)
16199506806_98ec372e7e_z
(Foto Valentina Calà)

De gebeurtenissen die zich de voorbije week in Parijs afspeelden en de reacties daarop zijn heel divers. De signalen van een verdere polarisatie in woord en daad tekenen zich af: moskeeën die in brand vliegen, nieuwe terreurdreiging gericht tegen media en racistische uitlatingen en oproepen tot haat en vernieling op sociale media.

De indrukwekkende optochten door de straten van verschillende Franse steden getuigen echter ook van iets anders: mensen denken na en discussiëren over hoe een aantal democratische vrijheden die we hebben, hoe onvolmaakt en voor verbetering vatbaar ze ook mogen zijn, niet zo vanzelfsprekend en definitief verworven zijn als we graag denken. Het beeld van de pen was heel expliciet aanwezig als symbool van de vrijheid van meningsuiting.

Zelfkritiek

Samen met de onverwachte steunbetuiging aan de noodzaak van een goed werkende vierde macht komt echter ook de verpletterende verantwoordelijkheid om die vierde macht optimaal te laten functioneren. Dat betekent onder meer correcte feiten en duiding brengen, maar ook onthullen wat liever stil gehouden wordt en macht in al haar verschijningsvormen kritisch bevragen.

Daarnaast wordt het tijd dat de vierde macht ook durft te kijken naar de schade die ze bij het uitoefenen van haar taak aanricht. Schade die in principe niet intentioneel is, soms zelfs een neveneffect van de beste bedoelingen, maar daarom niet minder reëel. We hebben het dan over de stereotypering die in belangrijke mate eigen is aan de goed boerende blanke man van middelbare leeftijd die het gros van de westerse media bij het uitoefenen van haar taak voor ogen heeft.

Iedereen die zich in de strijd voor de vrije meningsuiting niet prompt zelf Charlie verklaarde leek dat recht op vrije meningsuiting nog nauwelijks gegund.

Die opdracht is loodzwaar en voor media niet evident. De snelheid van handelen die mediagebruikers verlangen, staat in principe haaks op de vanuit journalistiek oogpunt noodzakelijke reflex om even terug te plooien en de eigen voorafnames in vraag te stellen.

Dat laatste schoot er de voorbije dagen wel eens bij in. Zo leek de aanslag op Charlie Hebdo, na de doortocht van Bart De Wever en vooral Mia Doornaert in Reyers Laat woensdagavond enkel nog te gaan over de relatie tussen islam en terreur en over het impliciete verwijt dat de linkse partijen zowat het bedje voor terreuracties zouden hebben gespreid. Het gaat ook al dagenlang over 'moslimterreur' en over 'de islam'. Sterk veralgemeniserende termen die voor discussie vatbaar zijn. Iedereen die zich in de strijd voor de vrije meningsuiting niet prompt zelf Charlie verklaarde leek bovendien nauwelijks nog dat recht op vrije meningsuiting gegund.

Zeker bij belangrijke gebeurtenissen die een samenleving diep raken en waarbij emoties de bovenhand halen, wordt er van alle kanten garen gesponnen en wordt doorlopend gepoogd beelden en stereotypen te zetten of te bevestigen. Het is een van de opdrachten van de vierde macht om daar op te wijzen. Om stereotypen en beelden te doorprikken in plaats van ze mee op te blazen.

Schade

Concreet ging het de voorbije dagen in de eerste plaats om de rolbevestigende manier waarop over islam, moslims en terreur werd gepraat en geschreven. Een van de sterkste getuigenissen was die van modeontwerpster Rachida Aziz, donderdagvond op Reyers Laat. Zij geeft aan dat ze niet zegt of ze moslima is of niet, omdat dat gegeven helemaal niets uitmaakt in de veroordeling van de aanslag. Elk fatsoenlijk mens verwerpt immers dergelijke gruwelijke daden. Ze vindt het ook pijnlijk dat van haar verwacht wordt dat ze zich meer aangesproken zou moeten voelen dan eender wie anders.

Kan je in de doorlopende sollicitatie van al wie moslim is om afstand te nemen van de terreurdaad, iets anders lezen dan de (impliciete) verdenking dat moslims dat niet zouden doen?

Het is de logica zelve maar het staat compleet haaks op de realiteit. In heel wat nieuwsuitzendingen hoorden we mensen weliswaar verklaren dat ook moslims terreur afzweren en dat er geen amalgaam mag worden gemaakt, maar wat verraadt de altijd weer herhaalde achterliggende vraag precies? Kan je in de doorlopende sollicitatie van al wie moslim is (of bij uitbreiding al wie daar op lijkt) om afstand te nemen van de terreurdaad, iets anders lezen dan de (impliciete) verdenking dat moslims dat niet zouden doen? De altijd maar terugkerende vraag die in essentie bedoeld is om de goed boerende blanke man van middelbare leeftijd gerust te stellen, versterkt op die manier het heersende stereotype. Het draagt er enkel toe bij dat die goed boerende blanke man van middelbare leeftijd het moeilijker krijgt om een belangrijk deel van zijn landgenoten als meer dan alleen maar moslim te zien. De geschiedenis leert dat (een groep) mensen reduceren tot één aspect van hun identiteit - of dat nu moslim, christen, nationalist of communist is - geen briljant idee is. Het is gemakkelijk en het past in een krantenkop, maar er wordt ook schade mee aangericht.

Als de historische optocht in Parijs effectief kan gelezen worden als een herbevestiging van het geloof in het belang van de vierde macht, dan komt samen met die steun ook de verantwoordelijkheid om over dat soort zaken na te denken en er anders mee om te springen. Dat is voor veel media geen spontane reflex. Het zou er wel een mogen worden.

LEES OOK
Karl van den Broeck, Kaja Verbeke / 02-08-2017

‘Als politici racistische praat uitkramen, gaat ook bij burgers het ventiel open’

Unia krijgt veel scherpe kritiek te verduren van politici, vooral van N-VA en Vlaams Belang. Apache had een gesprek met directeur Els Keytsman. Ook zij wordt frontaal aangevallen.
Els Keytsman, Unia
Tom Cochez / 30-03-2016

De (on)doordachte woede van De Wever

Molenbeekse jongeren die met flessen gooiden naar de politie bij de arrestatie van Salah Abdeslam deden het bloed van Bart De Wever koken. Collaboratie met staatsvijand nummer één…
deWever02