Jarenlang moest ik tijdens de nieuwsuitzendingen, gepresenteerd door Jan Becaus aan Bavo Claes denken. Zijn vale uitstraling en zoutloze formuleringen slaagden er nooit in de stijl en gratie van Claes te doen vergeten. Wat er al helemaal niet achter de bordkartonnen façade van Becaus te verwachten viel, was een uitgewerkt ideeëngoed. Dat blijkt er wel te zijn. Becaus wordt door N-VA gecoöpteerd als senator. Een geruststelling.

Jan Becaus was een bijzondere journalist. Hij presenteerde het nieuws, en gaf duiding bij het Belgische koningshuis en de opeenvolgende pausen in Rome. Het klonk nooit alsof hij in zijn vrije tijd aan een boek over de schandalen van de Vaticaanse bank of de kostprijs van de Koninklijke familie werkte – een dubbelinterview met (oud-)collega Pol Van Den Driessche wordt interessant. Nee, Becaus had het over die onderwerpen met hetzelfde bestofte respect als waarmee hij in interviews over de openbare omroep sprak. Ik verdacht hem ervan dat hij zijn Engelse uitspraak aandikte in de hoop te worden vergeleken met Britse monumenten zoals David Dimbleby en John Humphrys.
Lovenswaardige betreurd
Of anders gezegd: Becaus had de uitstraling van een charmante aristocraat. En er is hem heel wat aan gelegen om die ook tijdens zijn politieke carrière te behouden. “Van nature kan ik zeer moeilijk in onmin leven, ik ben te veel gesteld op harmonie en evenwicht. Eigenlijk ben ik van kop tot teen een consensusfiguur”, geeft hij in zijn openbaring op als reden waarom hij niet aan verkiezingen wilde deelnemen. Verheven staat de goede man boven het electorale gewoel. Daarom is de senaat uitermate geschikt voor hem. De opdracht van die kamer vindt hij ‘lovenswaardig’, hoewel hij het enkel maar kan ‘betreuren’ dat ze niet is afgeschaft bij de zesde staatshervorming. Enkel aristocraten komen weg met zulke redeneringen.
Een oud- of ex-journalist die naar de politiek vertrekt ligt altijd gevoeliger dan een journalist die zijn heil elders zoekt.
Naast het uitvoerende van die lovenswaardige opdracht – ik stel hem mij samen met Van Den Driessche voor als een Statler en Waldorf die alles wat van de traditionele partijen komt neersabelen – kan hij, na Annemie Nijs, Siegfried Bracke en Manuela Van Werde, als zoveelste argument dienen dat de publieke omroep geen rood bastion is. En natuurlijk kan Jan Becaus het debat over journalisten in de politiek heropenen. Zeker de mensen die met verstomming zijn geslagen omdat hij uitgerekend kiest voor N-VA, liepen uit om hem van partijdigheid te beschuldigen.
Achter de geraniums
Een oud- of ex-journalist die naar de politiek vertrekt ligt altijd gevoeliger dan een journalist die zijn heil elders zoekt. Niemand heeft er problemen mee dat cultuurjournalisten voor de sector beginnen, of zelfs tijdens hun carrière bijklussen voor theaters en uitgeverijen – de meeste kranten sponsoren zelf cultuurhuizen. En voorstellen zoals een ontluizingsperiode van enkele jaren vallen zelfs niet op te leggen aan alle journalisten. Waar kan een algemene verslaggever beginnen wanneer hij de journalistiek vaarwel zegt? Elk bedrijf of overheidsdienst kan onderwerp worden van het nieuws, dus elke plek is verdacht.
Jan Becaus heeft over alle mogelijke onderwerpen bericht. Eender welke carrièrezet had voor verbazing gezorgd, maar daarom kan de man moeilijk vijf jaar achter de geraniums gaan zitten. In mijn ogen versloeg hij het nieuws nooit met meer of minder vooringenomenheid dan andere journalisten die er – hopelijk – hun eigen ideeën op nahouden. Mensen die geloven dat zij werkelijk neutraal zijn, verkijken zich op een buitenaards ideaalbeeld. Al heeft Becaus altijd zijn uiterste best gedaan om die illusie vorm te geven.
Lees direct verder en steun onafhankelijke onderzoeksjournalistiek. Nu nog aan 6,66 euro per maand.
Ja, ik word lid
We moeten ons niet bezig houden met de carriere switch van journalisten, het is de collusie van media en politici die we onder handen moeten nemen. De Engelse premier David Cameron bleek op meer dan vriendschappelijke voet te hebben gestaan met Sarah Brooks van News International, zo bleekt uit honderden emails die druppelsgewijs boven tafel kwamen.
De intense briefwisseling tussen Becaus en Bart De Wever zou daarover meer duidelijkheid verschaffen. Ik denk niet dat dit ging over koetjes en kalfjes. In hoeverre dat dit het journalistieke werk op de VRT heeft beïnvloed blijft lekker toegedekt.
Deontologisch vind ik intense privee communicatie tussen bvb een cipier en een gevangene, een dokter en een patient, een leraar en een leerling, niet kunnen. In alle deze gevallen is een deontologische afstand een must, en dus ook tussen politici en journalisten.
aan de heer Jan Becaus.
Geachte,
Beste Jan,
Uw engagement in de politiek krijgt de nodige media aandacht.
De wederzijdse beïnvloeding van media en politiek lijkt de laatste jaren alleen maar toe te nemen. Je kunt dat betreuren of toejuichen, maar je kunt het niet ontkennen.
Ik weet niet of dat een goeie zaak is. Media mogen geëngageerd, maar moeten onafhankelijk zijn. Is het in dit opzicht verstandig dat de Raad van Bestuur van de openbare omroep partijpolitiek is samengesteld?
Een voorbeeld? Enige tijd terug deed het Taal Aktie Comité (TAK) met een vijftal personen een korte actie aan het paleis. Allicht niet toevallig was er juist op dat moment een cameraploeg van de VRT aanwezig.
Mensen uit de zelfverklaarde Vlaamse Beweging krijgen veel uitzendtijd toebedeeld.
Je kunt dat toejuichen of betreuren, maar je kunt het niet ontkennen.
Laat me even inpikken op het begrip Vlaamse Beweging. In de beginjaren ging dit over gelijkberechtiging van de Nederlandse taal. Strijd gestreden, taalgrens getrokken, land gefederaliseerd en de Volksunie valt uit elkaar. Zoals Schiltz het aan een partijgenoot verweet: “Mijnheer Bourgeois, ge zijt een splitser”. De zogenaamde erfgenamen van de Vlaamse Beweging slaan dan definitief de weg naar het separatisme in. Je kunt dat toejuichen of betreuren, maar je kunt het niet ontkennen.
Sindsdien wordt de Baert doctrine toegepast: elke stap, hoe klein ook, moet voor de Vlaams-Nationalisten een stap vooruit zijn naar de Vlaamse Onafhankelijkheid. Om te beginnen moet de publieke opinie gewend worden gemaakt aan die idee. Een voorbeeld? Dat men de Literaire Lente aankondigde als ‘een actie met Vlaamse en buitenlandse schrijvers’, en dus Franstalige Belgische auteurs als buitenlands beschouwt, spreekt boekdelen.
U schrijft, geachte Jan Becaus: “ik heb het land als journalist 29 jaar lang uiteen zien groeien. Je kunt dat betreuren of toejuichen, maar je kunt het niet ontkennen.”
Ik zal dit niet ontkennen; ik wil het wel nuanceren. Het is geen natuurlijk gegeven, dat ‘uiteengroeien’, het is gepland, gekneed en gestuurd.
Men heeft met de opeenvolgende staatshervormingen alleen aandacht gehad voor een steeds verdergaande verdeling van bevoegdheden, zonder zorg te dragen voor de versteviging van de gemeenschappelijke fundamenten. Of dit vergetelheid, schuldig verzuim of kwaad opzet is? Wie zal het zeggen?
Feit is dat vooral de politieke partijen uit elkaar zijn gegroeid. De overgrote meerderheid van de burgers is nog steeds geen vragende partij voor een splitsing of confederalisme. Je kunt dat betreuren of toejuichen, maar je kunt hen niet ontkennen: eerlijkheidshalve moet je daar rekening mee houden. Ik hoop dus van ganser harte dat u, met uw interesse voor een volgende staatshervorming, de nodige aandacht zult besteden aan de verlangens van de burgers. U zal dan allicht de wind van voor krijgen van de harde kern Vlaams-Nationalisten in uw partij.
Nog een bedenking over confederalisme, een woord dat weer in is: confederalisme met twee, op taalbasis gescheiden gemeenschappen, is niet levensvatbaar. Neem beter een voorbeeld aan Zwitserland: telt 26 kantons, die de deelstaten van een federatie vormen. Enkele zijn taalgemengd.
Werk aan de winkel voor politici die het goed menen.
Ik wens u succes hiermee.
Chris Debruyne, Westerlo.