Zou een heel klein beetje inflatie soms niet beter kunnen zijn

Peter Casteels
Peter Casteels - Column - Uitgelicht
Peter Casteels

De wissel aan de top van de Fed gebeurt op een bijzonder moment. Tijdens de laatste maanden van Bernanke, begon de centrale bank met het aftoppen van het geldbedrag dat ze maandelijks in de Amerikaanse economie pompt. Het gaat momenteel om 65 miljard dollar, maar volgens de plannen die Bernanke achterlaat en Yellen moet uitvoeren moet dat tegen het einde van het jaar tot nul zijn herleid. Dan wordt er geen gratis geld meer uitgedeeld, hoewel banken nog steeds aan een lage rente kunnen lenen.

Geldcreatie is onconventioneel beleid waarvan de gevolgen moeilijk te voorspellen zijn. De hyperinflatie die paniekzaaiers voorspelden, is nooit uitgekomen, maar niemand weet met zekerheid wat er de komende maanden zal gebeuren. In zijn vrijdagse economiecolumn ‘Boeiende tijden’ vatte Bart Sturtewagen van De Standaard het filosofisch op: “De werkelijke betekenis van wat rondom ons gebeurt, is dat de wereld op zoek is naar een herijking van de waarde der dingen. We komen aan het einde van de periode van nulrente en quasi gratis geld. Die heeft de prijzen van alles vertekend.”

Tijdelijk klinkt die opmerking boeiend, maar dat kan enkel maar duren tot de ware verschillen tussen de Verenigde Staten en de eurozone doordringen. Op het moment dat Janet Yellen haar landgenoten voorbereidt op het uitlopen van het monetaire pad dat de Fed de voorbije jaren aflegde, moet gezegd dat de ECB daar nooit is aan begonnen. Zij heeft de rente verlaagd voor bankleningen (zonder veel effect), en nadat Mario Draghi in 2012 beweerde alles te zullen doen om de euro te redden, heeft hij staatsobligaties opgekocht. Maar verder is er nooit gedaan. Dat is de ECB omzeggens verboden.

Deflatie

Het grootste verschil is bekend: de Amerikaanse economie heeft een robuuste groei, terwijl de eurozone alles bij elkaar moet krabben om überhaupt van een groei te kunnen spreken. En terwijl de Verenigde Staten een normale inflatie heeft, kijkt de eurozone aan tegen deflatiegevaar. In januari was de inflatie 0,7 procent – de ECB mikt nochtans op 2 procent. Een alarmerend laag cijfer dat bovendien verhult dat landen als Griekenland al een hele tijd met deflatie te kampen hebben. Alles wordt daar goedkoper.

Op het moment dat Janet Yellen haar landgenoten voorbereidt op het uitlopen van het monetaire pad dat de Fed de voorbije jaren aflegde, moet gezegd dat de ECB daar nooit is aan begonnen

Dat klinkt goed voor consumenten, maar is het niet voor de economie. Zolang het er naar uitziet dat de prijzen dalen, stellen mensen hun aankopen en investeringen uit waardoor de binnenlandse markt (verder) in elkaar krimpt. Japan heeft er jarenlang mee te kampen gehad, en de nieuwe centrale bankier van dat land, Haruhiko Kuroda, wil daar definitief komaf mee maken. Los van deze psychologische en daarom misschien betwijfelbare effecten, wordt het met dalende prijzen en inkomsten voor de overheid veel lastiger om schulden terug te betalen. Een hogere inflatie doet het nominale bedrag van de schuld voor een deel vanzelf wegsmelten.

En er is nog meer. The Economist grabbelde deze week enkele papers bij elkaar die een verband zien tussen inflatie en jobcreatie tijdens economisch herstel. De VS heeft groei maar weinig nieuwe banen, terwijl de werkgelegenheid in Engeland alweer boven het niveau van voor de crisis zit. Het verschil is dat Engeland een ietsjes hogere inflatie heeft dan de Amerikanen. Die zorgt ervoor dat het loon van werknemers amper stijgt, en zet daarom werkgevers aan om nieuwe vacatures uit te schrijven. Niet ideaal, maar op veel anders valt er vandaag niet te hopen. Iets meer inflatie zou daarbij helpen. De ECB wil het zelfs niet proberen.

LEES OOK
Peter Casteels / 17-05-2011

Geen zonlicht in de zalen van het MAS

Peter Casteels staat stil bij de enorme aandacht die het Antwerps gloednieuw Museum aan de Stroom de afgelopen dagen gekregen heeft. Maar veel cultuurberichtgeving over dit…
Het MAS in Antwerpen heeft zowel voor- als tegenstanders. (Foto Stijn Hosdez)