Een van de canonieke systeemtheorieën uit de sociologie spreekt over functionele differentiatie: de maatschappij is opgedeeld in deelsystemen die elk een functie vervullen voor het geheel en elk hun specifieke motor hebben. Zo is de motor van de wetenschap de zoektocht naar de werkelijkheid, terwijl die van de economie het genereren van winst is. De wetten van het juridische systeem verschillen van die binnen het religieuze, het nut van het onderwijssysteem staat naast dat van de kunsten.
Ijzeren kooi
Het mooie van deze opdeling is dat atheïsten niet geleid hoeven te worden door religieuze wetten, dat mensen die het genereren van winst een amorele activiteit vinden zich kunnen verschuilen in, pakweg, het wetenschappelijk deelsysteem. Dat is, kort door de bocht, wat de emeritus-professor gedaan had zijn leven lang. Hij had zich gelaafd aan de fijne mechaniek van het wetenschappelijk systeem en was ontsnapt aan de ijzeren kooi van de economie.
Dat gaat nu niet meer. Elk van de deelsystemen is geïnfecteerd door de inrichting van het economische systeem en haar onstilbare winsthonger. Het onderwijs richt zich naar de studiefinanciering: inputfinanciering? – we halen zoveel mogelijk studenten binnen die we met zo weinig mogelijk middelen begeleiden. Outputfinanciering? We leveren een zo groot mogelijk aantal diploma's af. De functie van het onderwijssysteem – mensen opleiden – komt daardoor gigantisch onder druk.
De schuilplaatsen voor zij die niet de aanleg of interesse hebben om hun capaciteiten economisch uit te buiten, zijn stilaan uitgerookt
Veralgemeende commodificatie
Wetenschap gaat niet meer over zoeken naar waarheid, maar over publiceren om fondsen binnen te halen. Dat daarbij regelmatig een tip van de sluier wordt gelicht, lijkt steeds meer op gunstige bijvangst. Wetenschap stelt zich probleemloos ten dienste van het sponsorende bedrijf. Zo draait uiteindelijk alles enkel nog om geld. Media? Advertentieruimte boven inhoud. Literatuur? Verkoopbaarheid is doorslaggevend. Er is geen ontkomen aan de veralgemeende commodificatie: alles in geldelijke waarde gemunt.
De schuilplaatsen voor zij die niet de aanleg of interesse hebben om hun capaciteiten economisch uit te buiten, zijn stilaan uitgerookt. Dat is wat de wereld zo onontkoombaar maakt: haar ongebreidelde economische rationaliteit zit overal. Er zijn geen eilanden meer. Dat is het tragische van mijn generatie: we zitten er tot onze nek in. Terwijl de meeste van mijn vrienden daar probleemloos, zelfs zonder het in vraag te stellen, overheen stappen, zie ik verscheurde enkelingen. Mensen die, zoals ik, de wereld in ogenschouw nemen en angstig vaststellen: dat we van alle functiesystemen enkel het economische overhouden, dat kan toch nooit de bedoeling geweest zijn?