Miskramen

Herman Loos
Herman Loos - Column - Uitgelicht
Herman Loos

Medeleven is een vreemd beestje. Om de zoveel tijd staan je sociale media vol met collectieve rouwberichten, om een jonge vrouw die op beestachtige wijze om het leven is gebracht of om kinderen die in een verkeersongeval zijn omgekomen. Die openlijke collectieve rouw is een T-shirt, dacht ik toen. Ik leef mee, in Comic Sans gezeefdrukt op halfwaardig katoen. Het is in feite verdriet om mezelf, om wat ook mij of mijn naasten kan overkomen, vakkundig uitgemolken door sensatiebeluste media.

Mensen met kinderen zeiden dat mensen zonder kinderen het niet konden begrijpen, wat het met een mens doet wanneer volstrekt vreemde kinderen een gruwelijke dood sterven in een bus in Zwitserland. Elke dag sterven volstrekt vreemde kinderen een gruwelijke dood, dacht ik toen maar zei ik niet. Bovendien is het belachelijk om te categoriseren wie wel of niet het leed van een ander kan begrijpen, wie wel of niet kan meevoelen.

Sociaal taboe

Toen we in april een miskraam kregen, schreef ik daarover op mijn blog. Een week later had ik uitgevogeld dat een miskraam een sociaal taboe is. Het overkomt veel jonge koppels, weinige spreken er openlijk over. Ik kreeg een paar mailtjes, van goede vrienden, van mensen die hetzelfde was overkomen. Enkele vrienden van wie ik dit nooit had geweten, zochten plots steun die ik niet kon geven. Het is de realiteit van jonge dertigers, een Facebookmuur vol kinderfoto's. Een berichtje over een miskraam hoort er niet thuis.

Het is niet aan mij om mensen te vertellen hoe ze zich moeten voelen. Na twee keer weet ik het niet eens voor mezelf

Dinsdag liep ook de tweede zwangerschap mis. Er kwam een blog. Schrijven is verwerken op papier. Een miskraam is het verlies van iets wat nooit tastbaar is geweest, een verloren toekomstidee. Het is niet aan mij om mensen te vertellen hoe ze zich daarbij moeten voelen. Na twee keer weet ik het niet eens voor mezelf.

Op het moment dat mijn vrouw de pillen neemt om de levenloze embryo uit te stoten, stap ik op de fiets. Laffe kaffer die ik ben. Ik waai uit in de heuvels van de Gers, net zoals ik enkele maanden geleden deed. Ik verwerk buitenblad.

Slechtnieuwsbrenger

Mijn Facebookcontacten die massaal online kaarsjes brandden in tijden van collectieve rouw, zijn relatief stil. Dat betekent niets. Niet dat ze niet meeleven, noch dat ze wel meeleven. Ik zoek sociaal-psychologische hypotheses maar vind geen vaste grond. Mijn theorieën zijn axiomatisch. Het is voor mij verklaarbaar en onverklaarbaar.

Later die dag rijd ik naar de gemeentelijke feestzaal, een groep moeders en grootmoeders tegemoet die samen met mijn vrouw het feestcomité van ons dorp uitmaken. De slechtnieuwsbrenger. Verschrikkelijk vinden ze het. Wat een moeder voelt bij dergelijk verlies, onbeschrijfelijk. Moeder. Ik blijf er stoïcijns bij. Het uitsluiten van categorieën bij verdriet is onzin, maar ik zwijg.

De volgende ochtend snoei ik de haag. De buurman, een goede vriend, komt langs. "We zijn de zwangerschap weer kwijt," zeg ik. "Dat spijt me. Ik heb geen woorden, man." Ik haal mijn schouders op. "Da's okee. Er zijn toch geen woorden."

LEES OOK
Chris Van Camp / 28-08-2018

Zomernachtschade: Niets mis met slapeloze nachten

De laatste Zomernachtschade van Chris Van Camp. Voor Apache schrijft ze een zomer lang over eeuwigdurende, korte zomernachten vol slapeloosheid. Deze week over nachtelijke weeën…
zomernachtschade