Brieven uit Brussel: Nieuwe Belgen schrijven oude Vlamingen

Peter Casteels
Naamloos
Naamloos
De Morgen wil met 'Brieven uit Brussel' een ander gezicht laten zien van de Brusselse jeugd (Beeld: blog Bleri Lleshi)

De eerste was van Ibrahim Üçkuyulu. Hij studeert in Leuven en heeft het over de treinreizen die hij daarvoor moet maken:

Vaak word ik raar bekeken door de mensen. Ze denken meestal dat ik hun handtas of gsm zal stelen. Misschien is dat niet zo, maar zo voelt dat aan. Alsof ik een bedreiging zou zijn. Soms vergeet ik mijn pen op kot om mijn campuskaart in te vullen. Het gebeurt dat ik eerst drie wagons moet rondlopen eer dat ik aan een pen kom. Sommige mensen zeggen gewoon neen, anderen geven er wel één, maar het voelt alsof ze bang zijn.

Daarna was de beurt aan Danira Boukhriss Terkessidis die de ‘domste opmerkingen ooit’ had verzameld die ze van Vlamingen had gekregen:

Zie jij jouw papa nog? Heeft hij werk? Waar? Hoeveel broers en zussen heb jij? Praat jij thuis Nederlands? Moet jij thuis een hoofddoek dragen? Je praat wel goed Nederlands. Amaai. Jij bent geen moslim? Ken je Joden? – Nee. Jij wel misschien? En de beste van allemaal: ‘Ja, maar jullie zijn anders, want jullie zijn aangepast.’

Eigenlijk moet u ze allemaal eens achter elkaar lezen, want dan ziet u de treurnis er pas helemaal van afdruipen. Brieven die bedoeld zijn om clichés over nieuwe Belgen te doorbreken, herhalen clichés over oude Vlamingen. De ‘wij/zij-tegenstelling’ – er zijn er tegenwoordig gelukkig meerdere – wordt er door bevestigd. De brieven uit Brussel lijken soms enkel haatmail voor Vlaanderen.

Sympathie maar verbluffend

Er zijn redenen te verzinnen waarom deze jongeren niet verder raken dan, misschien langs een andere kant als we gewend zijn, het intrappen van een open deur. Misschien zijn het allemaal rotslechte schrijvers. Clichés zijn ten slotte het wezenskenmerk van een belabberd schrijverschap. Zelfs wie pogingen doet zijn hoogstpersoonlijke leedwezen te vangen in woorden, komt zonder literair talent uit bij de sjablonen die door anderen zijn bedacht. Het is niet anders. Als u mij vraagt een cursiefje te plegen over de multiculturele samenleving, zou ik ook stranden bij een herinnering aan een Marokkaanse babysit die altijd met me wilde dansen op muziek van ABBA.

Of misschien ligt het aan de selectie van De Morgen. De krant heeft een reputatie als het gaat over ongelukkige pogingen om deze mensen een zetje in de rug te geven. Voor de zomer publiceert DM Weekblad een fotoreportage waarin allochtonen te zien waren op een strand. Eentje met een tulband, een vrouw met een hoofddoekje, en een waterpijp in het decor. De krant bedoelde te zeggen dat zij helemaal niet zoveel van ons verschillen en ook houden van afschuwelijke strandvakanties. Sympathiek, maar vooral verbluffend dat De Morgen dat punt in 2012 nog dacht te moeten maken. Net als de brief die de krant vorige week afdrukte, waarin een Marokkaanse holebi haar gedachten op een rijtje zet. Die had werkelijk niemand zien aankomen.

Afval-vuilzak-proper

In Antwerpen moeten we blij zijn omdat Bart De Wever een Marokkaanse schepen aanstelt voor jeugdbeleid, tegelijk komt Marc Van Peel vlot weg als hij over Nederlandse lessen voor anderstaligen zegt: “Leer ze niet aap-noot-mies, maar afval-vuilzak-proper.”

Een troep berooide schrijversvrienden van Lleshi en een krant die andere zaken aan haar hoofd heeft dan na te denken over hoe jongeren een stem te geven. Het is een analyse waar ik niet weigerachtig tegenover sta, maar ze schiet tekort. Die ‘Brieven uit Brussel’ zijn vooral het zoveelste bewijs van een volkomen vastgelopen integratiedebat – of hoe u het ook wil noemen. De andere voorbeelden liggen voor het oprapen. Enkele weken geleden hield Ter zake een debatje over de verkrachting van een als vrouw verklede student in Brussel. Lleshi zat daar tegenover Brussels staatssecretaris Bruno De Lille. Wat op zich een curieus fait divers was, werd de aanleiding voor de zoveelste herhaling van alle slogans die bij elk opstootje passeren. “Is het misschien een kwestie van cultuur dat de allochtone gemeenschap zich stoort aan verkleedpartijen”, vroeg Kathleen Cools. De Lille: “Het heeft te maken met de machocultuur.” Lleshi: “We moeten niet enkel naar de gevolgen kijken, maar ook naar de problemen. En die zijn socio-economisch.” U kan ze ongetwijfeld opzeggen. Ondertussen moeten we in Antwerpen blij zijn omdat Bart De Wever een Marokkaanse schepen aanstelt voor jeugdbeleid (wat zonder onderwijs en sociale zaken een lege portefeuille is), maar komt Marc Van Peel vlot weg als hij over Nederlandse lessen voor anderstaligen zegt: “Leer ze niet aap-noot-mies, maar afval-vuilzak-proper.”

Apache publiceerde onlangs een ingezonden artikel over het schrijnende gebrek aan diversiteit in de media. De tips die de onderzoekers van de Arteveldehogeschool mee stuurden, gaven evenzeer blijk van de embryonale staat van het debat. Of haastwerk. “Neem de tijd om nieuwe Belgen te leren kennen. Hoe beter de kennis, hoe beter de berichtgeving”, raadden ze ons aan het eind van 2012 aan. “Denk na wie je voor de camera sleept. Interview geen tieners over moeilijke kwesties, zoals het hoofddoekendebat”, was een andere, bizarre raad. Hun bevindingen sluiten niettemin naadloos aan bij andere onderzoeken. Armoede en werkloosheid onder migranten zijn in België deerniswekkend hoog. Niet enkel in vergelijking met autochtonen, maar ook in vergelijking met hun lotgenoten in Europese buurlanden.

Het multiculturele drama

In 2005 publiceerde Tom Naegels zijn bekroonde roman ‘Los’ over het samenleven in een open stad. ‘Het multiculturele drama’, een roemrucht maar later omarmd essay van Paul Scheffer verscheen in 2000 in NRC Handelsblad. Naegels en Scheffer slaagden erin het debat, elk op hun eigen manier, open te trekken en een nieuwe richting uit te sturen. Twee keer werden er clichés doorbroken, en nieuwe stappen gezet. Aan het begin van 2013 moeten we vaststellen dat het integratiedebat in Vlaanderen stil is gevallen. Na een pauze waarin de economie de voorpagina’s opeiste, lijkt het zelfs of er enkele stappen achteruit zijn gezet.

Eigenlijk hadden we nu zover moeten zijn dat Brusselse jongeren over alle mogelijke onderwerpen meepraten. Ik zou willen weten wat Üçkuyulu van de Europese crisis vindt, of Terkessidis over de situatie in Syrië of de staat van de Republikeinse partij in de Verenigde Staten. Vraag ze desnoods hun mening over de uitspraken van de koning, het De Coninckplein, of een andere onbenulligheid waar iedereen zich druk om maakt. Maar toch niet over dat hij vermoedt dat wij denken dat hij onze gsm zal stelen. Zo ziet het eruit als de totale mislukking van een decennium. Gelukkig is mislukken geen optie.

Correctie: er staat een pijnlijke fout in dit artikel. De 'Marokkaanse holebi' waarvan sprake heet Natacha De Rudder, en is van Belgische origine. "Ik was elf jaar toen ik voor het eerst een meisje kuste. Ze was van Marokkaanse origine", schrijft ze slechts aan het begin. Het getuigt van een zekere vooringenomenheid van mij om dat niet helder te kunnen lezen.

LEES OOK
Redactie Apache / 18-10-2009

Goede, spraakmakende journalistiek?

Met een 'exclusieve' artikelenreeks over de laatste week van zangeres en presentatrice Yasmine verlegde Het Laatste Nieuws begin augustus de grenzen van het journalistieke fatsoen…
Yasmine