Opsporing verzocht: de 'crime clips' ter discussie

Maxence Peniguet
Naamloos
Crime clip

In politiejargon wordt gesproken over 'crime clips'. Het zijn opsporingsberichten die door de federale politie vlak voor of vlak na het avondnieuws worden uitgezonden op VRT en RTBF, en die vaak expliciete beelden van bewakingscamera’s tonen waarop de vermeende daders duidelijk te zien zijn. “De crime clips worden gebruikt sinds juni 2011", zegt Erik Van Poucke, commissaris en hoofd van de Dienst Opsporingsberichten van de federale politie. "We zochten naar een sneller en beter alternatief voor de normale opsporingsberichten en dus hebben we beslist om gebruik te maken van bewakingsbeelden die tegenwoordig van uitstekende kwaliteit zijn, om daders makkelijker te kunnen identificeren. Tegelijkertijd hebben we beslist om, met de hulp van onze webmasters, de berichten te publiceren op Youtube.”

Portretrecht

De methode, waarbij de gezichten van vermeende daders herkenbaar in beeld worden gebracht en getoond aan het publiek, zou beschouwd kunnen worden als een inbreuk op het vermoeden van onschuld.

Maar volgens Van Poucke is daar niets van aan: “De video toont enkel personen die als schuldige van een misdrijf kunnen worden geïdentificeerd. De naam wordt niet vrijgegeven en we wijken enkel af van het portretrecht indien een rechter er toestemming voor geeft.”

Een mening die wordt gedeeld door Jean-Jacques Jespers, departementshoofd van de afdeling Informatiewetenschappen en Communicatie van de Vrije Universiteit Brussel. “Er wordt alleen maar een video getoond, gemaakt door bewakingscamera’s. Daarbij komen personen in beeld die de politie wil identificeren en opsporen. Er wordt hen niets ten laste gelegd. We blijven dus in het stadium van het gerechtelijk onderzoek. Indien de persoon in de video toevallig ter plaatse was, wordt dat ook als dusdanig vermeld.”

Vermoeden van onschuld

De voormalige RTBF-journalist merkt ook op dat in de begeleidende teksten die bij de video worden geplaatst enkel wordt gevraagd de politie te contacteren. Geen sprake van schending van het vermoeden van onschuld dus.

Met zinnen als 'herkent u de dieven van het station in Ottignies? wordt het vermoeden van onschuld geschonden'

Maar is dat ook altijd het geval? Een analyse van de crime clip die door RTL op 19 januari werd uitgezonden leert iets anders. De kop die de nieuwssite boven de video plaatste is ondubbelzinnig: 'Herkent u de dieven van het station in Ottignies?' Bovendien kan iedereen op RTL een screenshot van de video terugvinden terwijl de video’s door de politie offline worden gehaald nadat ze voldoende informatie hebben verzameld in het kader van het onderzoek.

“De benaming dief is problematisch”, erkent Jean-Jacques Jespers. Dat geldt ook voor de tekst van de politie zelf. De twee jongeren zijn, zonder effectief veroordeeld te zijn geweest, dieven. Meer nog, de tekst stelt duidelijk dat de gezochte personen op de video al dieven waren voordat ze een voet in het station hadden gezet: 'op vrijdag 28 oktober 2011, betraden twee dieven het station van Ottignies'.

Naamloos

“Dit past binnen een wijdverbreide tendens in de media, en in het bijzonder in de populaire media, om feiten van geweld die zeer gevoelig liggen bij het publiek te generaliseren”, zegt Jean-Jacques Jespers. "In het geval van de crime clip van Ottignies gaat het duidelijk om een schending van het vermoeden van onschuld.”

Algemeen belang

Journalisten zijn op zich niet wettelijk gebonden aan het vermoeden van onschuld. Voor hen stelt zich dus wellicht geen probleem. De openbare omroepen (VRT en RTBF) hebben uitzendovereenkomsten, de media die de opsporingsberichten overnemen van de politie, doen dit ter goeder trouw.

We contacteerden La Libre Belgique en L’Avenir, die ons bevestigden dat, in het geval van Ottignies, de redactie zelf besliste om al dan niet over te gaan tot publicatie. RTL wenste geen reactie te geven.

De media zouden weldra echter snel gedwongen kunnen worden het vermoeden van onschuld te respecteren. Een wetsvoorstel in die zin werd ingediend. Het wetsvoorstel stoot echter op verzet van de journalistenvereniging, die de facto een publicatieverbod op journalistiek onderzoek vreest.

“Het doel zou zijn om de dagbladen te dwingen zich strikt aan het principe van het vermoeden van onschuld te houden", zegt Jespers. "Dat betekent dat er geen namen meer zouden mogen worden genoemd tot de rechter een oordeel velt. Dat is volledig in strijd met de persvrijheid. Het is bovendien een corporatistisch wetsvoorstel met het oog op de bescherming van politici."

In het specifieke geval van de crime clips is zelfregulering wellicht het alternatief voor wetgeving die de persvrijheid volledig fnuikt: enkel ten dienste van het algemeen belang kan een schending van het vermoeden van onschuld gerechtvaardigd worden.

Dit artikel kwam tot stand met steun van de Vlaamse overheid.
LEES OOK
Koba Ryckewaert / 01-12-2023

Welke toekomst voor de digitale journalistiek?

De nieuwsmedia van de toekomst zien zich online geconfronteerd met een virulente publieke sfeer.
sociale media
Tom Cochez / 28-03-2022

Nieuws en emoporno

De oorlog in Oekraïne legt pijnlijk de mengeling bloot tussen nieuws en entertainment.
Een Russische raketaanval vernielde het shoppingcenter Retroville in Kiev.
Paul Gebruers / 16-04-2021

Geen tien voor taal voor televisiejournaals

Taalfouten ontsieren in toenemende mate de televisiejournaals op VRT en VTM. De openbare omroep gaf redacteurs door de mondmaskerplicht de bijkomende opdracht om ondertiteling te…
VTM taalfouten1