Vorige week ging deze column over Olli Rehn en zijn Belgische sympathisanten, maar ik had het eigenlijk moeten hebben over de communicatie van premier Elio Di Rupo. De man had het gepresteerd enkele uren niets van zich te laten horen op een zondagochtend vooraleer in een mededeling te reageren op een schrijffout. Ben Weyts had in de begrotingsdocumenten ontdekt dat de regering zichzelf een loonsverhoging in plaats van –vermindering toekende, in tegenstelling met wat het regeerakkoord beweerde. Klopte niet.
Topanalyse
Het werd Di Rupo kwalijk genomen dat hij niet meteen in zijn wagen was gesprongen om in De Zevende Dag duidelijkheid te scheppen. Steven Vanackere vond het nodig om daar op de radio een opmerking over te maken. Ik kan me niet voorstellen dat Guy Verhofstadt veel anders had gereageerd. Wouter Beke beweert misschien N-VA te hebben losgelaten, maar zijn vicepremier reageert wel erg zenuwachtig op losse flodders van die partij. Monica De Coninck had het overigens nogal genoeglijk over een cultuurverschil. Daar kijkt zij niet meer van op.
De dag daarna mocht Wouter Van Besien in Ter zake uitleggen waarom zijn partij niet even briljant bezig was als N-VA. “Hadden jullie dat niet allemaal kunnen ontdekken en becijferen”, vroeg Lieven Verstraete hem. Nadat een N-VA’er een redacteur had ingefluisterd dat Groen twee parlementaire medewerkers van de regering had gekregen – krantenlezers wisten dat al veel langer – vermoedde men bij Ter zake dat Groen weinig weerwerk zou bieden van op de oppositiebanken. Wel jammer dat geen regeringslid moest antwoorden op de vraag waarom enkel medewerkers worden uitgedeeld aan sympathieke oppositiepartijen.
Wouter Beke beweert misschien N-VA te hebben losgelaten, maar zijn vicepremier reageert wel erg zenuwachtig op losse flodders van die partij.
De Morgen had redenen gevonden om Maggie De Block tweemaal op de voorpagina te plaatsen deze week. De staatssecretaris voor asiel en migratie had de fout gemaakt aan te kondigen dat ze een maand zou zwijgen, waardoor iedereen dacht ze bij terugkomst een volleerd expert zou zijn. Kan natuurlijk niet.
“Voor de vluchtelingen, voor uw partij en voor uzelf” had Maggie De Block haar staatssecretariaat beter laten schieten, volgens Tine Peeters in wat men bij De Morgen waarschijnlijk een messcherpe topanalyse noemt. Kapitale fout van Alexander De Croo natuurlijk. Over enkele maanden heeft niemand het er niettemin nog over.
Hongerlonen
Dezelfde krant had donderdag een interview met Paul Magnette. Die liep zich warm voor het nieuwe jaar door Olli Rehn te kapittelen. Het Europese besparingsbeleid stort ons in een recessie. Een een-tweetje met partijgenoot Di Rupo, die hem donderdagmiddag in de Kamer corrigeerde, maar Magnette maakte zich er waarschijnlijk voor even populair mee bij de achterban. Handig voor op de nieuwjaarsrecepties. Gwendolyn Rutten vond het maar dom van hem. Leuk van haar dat ze nog mee wil doen.
Als toemaatje werd het debat over de lonen van parlementsleden hernomen, waarin politici een evenwicht zoeken tussen de roep van het volk om hongerlonen voor politici en een allermenselijkste reflex om verworvenheden te behouden. Liesbeth Homans lanceerde tussendoor het revolutionaire idee om parlementsleden naar verdienste te betalen. Aangeduid door het volk is niet meer voldoende.
Onze volksvertegenwoordigers zullen vijf procent minder verdienen, maar ze wilden allemaal benadrukken dat het ambt niet te vergelijken is met andere baantjes. Sabine de Bethune (CD&V) haalde daarvoor het curieuze argument aan dat zij geen stelsel van loopbaanonderbreking hebben. Nee, het parlement is niet meer het hart van de democratie. Een ongeïnspireerd revuetheater komt dichter in de buurt.