

Journalisten die beslissen hun naambekendheid partijpolitiek uit te spelen, bewijzen de professie die ze achter zich laten sowieso geen goede dienst. Al helemaal niet wanneer ze geen afkoelingsperiode in acht nemen. Dat deed Bracke niet. Integendeel, hij smeedde het ijzer op zijn allerheetst. Op 4 mei 2010 maakte hij zijn overstap naar de politiek bekend en een maand later trok hij al de Oost-Vlaamse Kamerlijst voor de N-VA.
Bracke kwam met een emotionele verklaring aanzetten. Het land stond op een keerpunt. Dat voelde hij aan zijn water. Het was volgens hem nu of nooit. En wie durfde te suggereren dat hij daar al heel lang van tevoren had over nagedacht, had het verkeerd, zelfs slecht voor. Het was gewoon een geval van acute jeuk. Hij móést springen. Niet voor zichzelf, maar voor het vaderland. Ook al had hij intussen een ander vaderland voor ogen.
De kiezer bedacht Siegfried Bracke met een spectaculaire score, waarna hij de discussie helemaal van de baan veegde. Bracke zag immers dat het volk hem gelijk had gegeven. Een beetje zoals het Vlaams Blok dat deed toen de kiezer de partij in 2004 "had vrijgepleit van de veroordeling voor racisme".
Intussen weten we dat Siegfried Bracke niet van zijn eerste leugen gebarsten is. Neen, zei hij zonder te verpinken, hij had nooit een lidkaart van de sp.a gehad. Het bleek er immers eentje van de SP te zijn geweest.
Intussen weten we ook dat Siegfried Bracke niet van hypocrisie lijkt te barsten. In het interview met Het Nieuwsblad permitteert hij het zich zowaar om zijn klacht tegen het weekblad Humo te presenteren als een soort heldendaad ter redding van de kwaliteit van de media. "Ik heb een klacht ingediend omdat ik opkom voor de kwaliteit van de media", lezen we letterlijk. Sommige mensen kunnen werkelijk alles zonder een spoor van schaamrood.
Ze durven aansluitend zelfs suggereren dat journalisten vaker wel dan niet een partijkaart hebben. Om zichzelf goed te praten brengt Bracke een hele beroepsklasse in diskrediet. Hoewel, dat hebben we dan weer verkeerd begrepen. Volgens Bracke is het hebben van een partijkaart als journalist immers geen probleem. Het tegendeel schijnt waar, zo lezen we: "Het eenheidsdenken bij mensen zonder partijkaart is vaak nog groter." Eigenlijk moeten we zijn woorden dus lezen als een hart onder de riem van de journalistiek: we hebben allemaal een partijkaart en daardoor doen we onze job gewoon beter.
Gelukkig dat er nog iemand durft op te komen voor de kwaliteit van de media.