De beslissing over de aanzienlijke investering werd eind september genomen door de Boliviaanse president Evo Morales, die zijn beslissing persoonlijk meedeelde aan de directie van de Gerencia de Recursos Evaporíticos (GERE), de openbare dienst die het lithiumproject ontwikkelt.
Lithium wordt straks dé grondstof voor de fabricatie van batterijen voor elektrische voertuigen. Chili en Argentinië staan bovenaan op de lijst van de lithiumproducerende landen. Maar Bolivia beschikt over de grootste niet-uitgebate voorraden. In 2008 besliste de regering van president Morales om de uitbating van die reserves in handen van de Boliviaanse staat te houden.
Momenteel werkt GERE in Zuid-Bolivia de eerste installaties af voor de winning van lithium-carbonaat uit de pekel van het zoutmeer van Uyuni, llokaal bekend als de Salar de Uyuni. Lithium-carbonaat kan in een later stadium verwerkt worden in autobatterijen.
Volgend jaar breidt het industriële project van de Boliviaanse staat verder uit. Dan begint in Uyuni ook de bouw van een fabriek die uit de pekel van het meer kali zal produceren. Kali (ook wel potassium genoemd) dient om kunstmest te fabriceren. Daarvoor wordt 92 miljoen euro vrijgemaakt.
Eind 2014 zouden deze installaties jaarlijks 30.000 ton lithium-carbonaat en 700.000 ton kali moeten produceren. Volgens directeur Echazù verwacht Bolivia dat multinationale bedrijven in een later stadium met de Boliviaanse staat joint ventures sluiten.