Openbare omroep vindt nauwelijks allochtone medewerkers

Redactie Apache
Cartoon © seb.c

Door Baharak Bashar

Cartoon © seb.c

In 2003 lanceerde voormalig gedelegeerd bestuurder van de VRT Tony Mary het Charter Diversiteit. Doel van dat ambitieuze plan was de maatschappelijke verscheidenheid zowel achter als voor de schermen beter te weerspiegelen. De ambities werden opgenomen in de beheersovereenkomst 2007-2011, maar zijn ze ook gerealiseerd? Helaas, cijfers over de vertegenwoordiging van allochtonen binnen de VRT leren dat het voorlopig bij goede bedoelingen is gebleven. Hoewel precieze cijfers ontbreken, is er wel een indicatie: in 2008 lanceerde de VRT een verkennende bevraging naar de diversiteit van zijn personeel. Daaruit viel af te leiden dat op dat ogenblik ongeveer 2,2 procent van het personeel van allochtone komaf was.

Bindende streefcijfers

De VRT doet nochtans moeite. Zo investeert de openbare omroep sinds 2004 in mediaopleiding van kandidaten uit kansengroepen. Elk jaar mogen zes kandidaten voor een periode van zes maanden en in ruil voor een volwaardig loon stage volgen binnen verschillende redacties. Of die aanpak veel vruchten afwerpt, is maar de vraag. Op dit moment werkt hoogstens één op de zes van die kandidaten nog altijd bij de VRT.

Katleen De Ridder (Minderhedenforum): 'Welke allochtoon heeft nu zin om bij de VRT te solliciteren als hij of zij zich niet herkent in wat wordt getoond?'

Vanwaar de lage cijfers? Katleen De Ridder, auteur van het dit najaar te verschijnen boek Witte media, of waarom ‘allochtonen’ altijd slecht nieuws zijn en medewerkster van het Minderhedenforum, erkent het probleem. “Diversiteit moet volledig geïntegreerd worden in het human resources-beleid”, aldus De Ridder. “De cel Diversiteit moet actief proberen andere diensten mee te trekken en bindende streefcijfers opstellen. De cel moet nagaan of bijvoorbeeld de stages ook werkelijk vruchten afwerpen.”

Daarnaast is er volgens De Ridder ook nog een probleem op het vlak van wat de VRT op het scherm toont. “Welke allochtoon heeft nu zin om bij de VRT te solliciteren als hij of zij zich niet herkent in wat wordt getoond?”

Handicaps

Is het diversiteitsbeleid van de VRT dan een slag in het water? Marleen Bergen, de voorzitster van de Commissie van de Positieve actie binnen de VRT, wil graag nuanceren. Zo vindt ze dat de stages voor kansengroepen (dus niet alleen allochtonen) wel degelijk resultaat opleveren. “Elk jaar bieden zich zeventig à tachtig kandidaten aan om stage bij ons te volgen. Na de selectie blijven er elk jaar vijf tot zes over. De kandidaten leren het huis kennen en ze weten waaraan ze moeten werken, welke talenten ze hebben en welke ze moeten bijschaven. Van alle kandidaten die bij ons stage hebben gevolgd, werkt ruim de helft in de media. Dat is toch een goed resultaat? Het is nooit onze bedoeling geweest om enkel voor de VRT te rekruteren.”

Waarmee Bergen niet ontkent dat er een probleem is. “Het probleem is vooral dat de allochtonen niet altijd voor opleidingen kiezen waardoor ze binnen de media tewerkgesteld kunnen worden. Ze kiezen vaak voor harde opleidingen met meer status waarmee ze later misschien meer geld zullen verdienen. Van alle allochtonen zijn er 4 tot 5 procent die hoog opgeleid zijn. Dat is weinig. Anderzijds hebben de allochtonen niet dezelfde netwerken als de 'blanke' man. Dat zijn handicaps, maar we blijven niet bij de pakken zitten. We verbreden steeds onze kanalen om kandidaten uit kansengroepen te vinden.”

Aanwervingsstop

Volgens Marie-Paule Provost, emancipatieambtenaar bij de VRT, zijn er streefcijfers opgesteld om het aandeel van allochtonen en mensen met een handicap binnen de VRT tegen 2011 op te trekken naar respectievelijk 2,5 en 1 procent. Die streefcijfers zijn beduidend lager dan wat de andere overheidsdiensten vooropstellen. De Vlaamse overheid streeft ernaar om 4 procent allochtonen in dienst te nemen tegen 2015. Vanwaar die verschillende streefcijfers?

Volgens Katleen De Ridder betekent het decreet over evenredige participatie in principe dat aanwervingen moeten gebeuren volgens bevolkingssamenstelling, met een proportionele vertegenwoordiging dus. Wat betreft allochtonen zou dat voor Brussel 6 procent en voor Vlaanderen 10 procent moeten zijn. “Wat wij bij de VRT kunnen vaststellen, is dat ze in hun streefcijfers nog minder ambitieus zijn dan de andere overheidsdiensten. Bovendien, als we de recentste telling van de VRT van 2008 bekijken, merken we dat er op dit moment in het beste geval 2,2 procent allochtonen bij de VRT werken. Met andere woorden: ze stellen streefcijfers op die ze al gehaald hebben. Een ander punt is dat er nu een aanwervingsstop is. Een streefcijfer van 2,5 procent halen zonder nieuwe aanwervingen lijkt me onwaarschijnlijk. Het opstellen van streefcijfers is niet-afdwingbaar, maar anderzijds is er geen draagvlak, zowel bij politici als bij programmamakers, voor het opstellen van quota. Dat wordt vaak als betuttelend ervaren. In een ideale situatie is er ook geen nood aan dwingende maatregelen. Het is daarom veel moeilijker afdwingbare cijfers voorop te stellen bij de tewerkstelling.”

Lege vijver

Marleen Bergen waarschuwt echter voor te hoge ambities. “We hebben na vergelijkingen met overheidsdiensten in binnen- en buitenland haalbare streefcijfers vastgelegd. Onhaalbare plannen laten de moed zaken. Ook is het onlogisch om hogere streefcijfers vast te leggen als je al zeker weer dat je die niet zult halen. We merken overigens dat de Vlaamse overheidsdiensten moeilijkheden hebben om tegen 2015 hun streefcijfer van 4 procent te halen. Daarnaast moet je er rekening mee houden dat bij andere overheidsdiensten nog altijd mensen worden tewerkgesteld op het laagste niveau, niveau D. Bij de VRT moet je minimum een diploma van secundair onderwijs hebben.”

De Ridder noemt de visie op aanwervingen van allochtonen te rigide. “De taalvereisten liggen erg hoog en de kandidaten moeten vaak hooggeschoold zijn. Maar zijn perfecte kennis van de Nederlandse taal en hoge studies wel altijd even noodzakelijk? Is creativiteit niet minstens zo belangrijk in de mediawereld? Bovendien kun je je afvragen of het niveau van het Nederlands op de Vlaamse televisie wel zo hoog ligt. Dialect wordt meer en meer getolereerd, maar allochtonen moeten perfect Nederlands spreken. Ik wil hiermee niet zeggen dat de eisen voor allochtonen hoger liggen dan de rest, maar ze trekken soms de verkeerde kaart of leggen soms verkeerde accenten. Daardoor komt men vaak met het argument dat men in een lege vijver moeilijk kan vissen.”

Zweepslag

Bergen ontkent niet dat de taalvereisten hoog liggen voor allochtonen, hoger zelfs dan voor sommige autochtonen. “Ik geef toe dat bijvoorbeeld Erik Van Looy extra inspanningen moet leveren. Hij is echter geen gewone medewerker van de VRT, maar een BV. Daarom wordt het van hem aanvaard. We begrijpen ook wel dat de taaleisen een grote drempel vormen voor mensen van wie het Nederlands niet de moedertaal is. Bij monteurs en cameramannen speelt de taal een minder grote rol.”

De Ridder zou het geen slecht idee vinden om in de volgende beheersovereenkomst van de VRT ook een regeling te voorzien die dicteert dat 30 procent van de programma’s intercultureel moet zijn. “Als er geen of weinig beweging komt, is het misschien nodig dat het proces beleidsmatig wordt gestuurd. De huidige managers liggen er op dit moment in elk geval niet van wakker. Met de huidige resultaten tot gevolg. Na zeven jaar diversiteitsbeleid is er nog geen zichtbaar resultaat. Maar in een ideale wereld heb je geen zweepslag van de politiek nodig. De mediamakers zouden moeten beseffen dat interculturele programma’s veel potentieel hebben en schitterende verhalen bieden. Dan moet je natuurlijk wel eerst goed definiëren wat interculturele televisie is.”

Achterhoede

Katleen De Ridder (Minderhedenforum): 'Vandaag kampen we met het probleem dat de media vooral media willen maken. Ik ben echter van mening dat de media als instrument van sociale verandering en cohesie kunnen worden ingezet'

Over twee dingen zijn De Ridder en Bergen het in elk geval roerend met elkaar eens: ja, er is een probleem, en neen, het probleem duikt niet alleen op bij de VRT. “ We zijn een van weinige mediabedrijven die een actief diversiteitsbeleid voeren", zegt Bergen. "We voelen ons een beetje eenzaam op dat vlak. Ook andere mediabedrijven zouden op het vlak van diversiteit inspanningen moeten leveren. Als je de enige bent die zulke inspanningen doet, stel je jezelf ook bloot aan kritiek. Wie niets onderneemt, loopt dat risico niet. We zijn ons er goed van bewust dat het veel beter kan dan nu het geval is. We kunnen alleen vaststellen dat diversiteit binnen onze samenleving heel traag op gang komt. Het zit nog niet genoeg in onze genen. Voor de participatie van de vrouwen is er meer dan honderd jaar strijd gevoerd. Het gebrek aan functionele netwerken speelt in ons nadeel. Blanke mannen en vrouwen hebben veel te weinig voeling met de allochtonen en we zijn niet voldoende vertrouwd met bepaalde groepen in onze samenleving. Ook onze kennis over interculturaliteit en diversiteit is nog te beperkt. Daar willen we meer aandacht aan besteden en er actief aan werken. Elk jaar opnieuw moeten we de aandacht vestigen op diversiteit bij de nieuwe generatie.”

Katleen De Ridder stelt de vraag of de media vandaag al bereid zijn om onder ogen te zien dat de samenleving morgen nog meer dan vandaag divers zal zijn. “Het diversiteitsdossier gaat al sinds de jaren negentig mee. We kunnen vaststellen dat heel Vlaanderen op het vlak van diversiteit moeilijk op gang komt. In onze samenleving zijn er nog altijd groepen mensen die worden uitgesloten. Het verhaal moet niet alleen beperkt blijven tot de VRT, want ook kranten en tijdschriften hebben de verantwoordelijkheid om aan een diverse redactie te werken. De media vertellen nog altijd niet de verhalen van en voor de hele samenleving. Als je vandaag naar de feiten kijkt, zijn de media niet de voortrekkers maar de achterhoede. Ik ben echter van mening dat de media als instrument van sociale verandering en cohesie kunnen worden ingezet. Vandaag kampen we met het probleem dat de media vooral media willen maken. Ze vinden niet dat ze de samenleving moeten veranderen, want dan rijst de vraag in welke richting de samenleving moet veranderen.”

LEES OOK
De Helpdesk / 30-03-2024

‘Hallo, we zijn klaar voor de Grote zeg eens sorry-show'

Deze week kreeg De Helpdesk de CEO van een openbare omroep aan de lijn die zijn programma's zo goed mogelijk in de markt wil zetten.
De Helpdesk met Frederik Delaplace
Karl van den Broeck / 30-12-2023

Wij zijn de dwangarbeiders van de democratie

Journalisten hebben geen keuze: ze moeten de democratie met woord en daad te verdedigen.
Beeld van twee handen op een toetsenbord
Stef Arends / 04-12-2023

Hoe extreemrechts, journalistiek en sociale media een racistische haatstorm veroorzaakten

Een reconstructie van de haatstorm tegen schrijver Dalilla Hermans.
Illustratie van Gilani Raja voor de campagne ’Stop de haat!’ van Kif Kif, Sankaa en Hand in Hand tegen racisme