Luc Van Braekel over bloggers versus beroepsjournalisten

Tim F. Van der Mensbrugghe
'Media & Journalistiek in Vlaanderen kritisch doorgelicht'.
'Media & Journalistiek in Vlaanderen kritisch doorgelicht'.

Wie bij de boekenmarchand door Media & journalistiek in Vlaanderen kritisch doorgelicht bladert, laat zich mogelijk afschrikken door de naam en faam van auteurs die niet meteen bekendstaan om hun verdraagzame houding tegenover het multiculturele, politiek correcte circus dat de Vlaamse pers elke dag schijnt op te voeren. Dat is ook Carl Devos, professor politicologie aan de Universiteit Gent en eigenaar van een links kloppend hart, niet ontgaan bij het schrijven van het voorwoord:

'Media & Journalistiek in Vlaanderen kritisch doorgelicht'.
'Media & Journalistiek in Vlaanderen kritisch doorgelicht'.

Bij het aanschouwen van de auteurslijst en de inhoudsopgave van voorliggend boek overviel me een wat onbehaaglijk gevoel, een lichte ongerustheid. Op het eerste gezicht doen de verzamelde auteurs, op enkele uitzonderingen na, denken aan een karavaan van naar rechts afhellende mopperpotten die een boek lang emmeren over de veel te linkse pers waarin ze zelf of hun gedachten onvoldoende aan bod komen. Of waarin hun carrière nooit gelopen is zoals verhoopt.

Devos laat zich echter niet afschrikken en geeft blijk van een intellectuele eerlijkheid waar menig Vlaams journalist én mediaconsument nog iets van kan leren:

De auteurs afschrijven is al te gemakkelijk en ontdoet hun teksten bovendien niet van relevantie. De 'bezoedeling van de bron' ontneemt de hoofdstukken van dit boek niet van alle waarheid of maakt ze niet onjuist. Wie kritiek hoog in het vaandel voert, moet het debat inhoudelijk voeren. En laat dat nu net zo moeilijk zijn als het over media en journalisten gaat.

Vooral de bijdrage van Luc Van Braekel, op wiens blog er een interessante discussie plaatsvond tussen de redacteurs en professor emeritus Eric Rosseel (VUB), verdient onze speciale aandacht, en wel omdat de medewerkers van De Werktitel zich als beroepsjournalisten in de blogosfeer wagen. In zijn essay 'Schiet niet op de burgerjournalist' heeft Van Braekel het over de traditionele pers als centrumlinkse eenheidsworst, over de VRT als een rode burcht en over beroepsjournalisten als een beschermde beroepsgroep met corporatistische reflexen. De auteur schudt niet zomaar wat meninkjes uit zijn mouw maar staaft zijn betoog met feitelijke informatie en wetenschappelijk vergaard cijfermateriaal. Hij onderscheidt zelfs drie taboe-onderwerpen waarover in de Belgische pers inderdaad maar weinig kritische vragen worden gesteld:

  • De Europese integratie
  • Onze sociale zekerheid
  • Ontwikkelingshulp

"Redacties gaan er blijkbaar van uit dat rond deze onderwerpen een positieve maatschappelijke consensus bestaat, waarbij het onwenselijk is om die met kritische bedenkingen te verstoren", schrijft de auteur. Gelukkig, zo laat Van Braekel doorschemeren, bieden bloggers tegengewicht.

Met enkele voorbeelden toont Van Braekel bovendien aan dat de titel van beroepsjournalist geen kwaliteitsmerk is, geen waarborg op deontologische en correcte journalistiek. Toch wijst Van Braekel sommige van zijn collega-bloggers met de vinger:

Op het internet, waar perfecte anonimiteit mogelijk is, kunnen anonieme bloggers andermans rechten schaden, bijvoorbeeld via laster, zonder dat zij ter verantwoording kunnen worden geroepen en zonder dat de lasterlijke inhoud verwijderd kan worden, bijvoorbeeld omdat de webserver zich in een land bevindt dat niet ingaat op gerechtelijke vorderingen.

Anderzijds doen online burgerjournalisten volgens de auteur veel beter aan bronvermerling dan traditionele media:

Bloggers verwijzen naar hun bronnen via hyperlinks, de geijkte manier om webpagina's met andere webpagina's te verbinden. Een betere en volledigere 'bronvermelding' is nauwelijks denkbaar. Kranten en tijdschriften daarentegen nemen het vaak niet zo nauw op met die bronvermelding. De wet op het auteursrecht staat een 'citaatrecht' toe, waarbij de bron zo volledig mogelijk dient te worden vermeld. Wanneer ik op mijn weblog een opmerkelijke uitspraak citeer die een politicus in één of ander interview deed, dan vermeld ik niet alleen de naam van de politicus en de naam van de publicatie, maar ook de datum en de naam van de interviewer. De krant De Tijd daarentegen vermeldt in haar dagelijkse citatenrubriek enkel de naam van de geïnterviewde en de naam van de publicatie, zonder vermelding van datum noch van de journalist die het interview afnam.

Een pagina verder schrijft Van Braekel zelfs over het soort journalistiek waar De Werktitel naar terug wil grijpen: "Decennialang baadde deze beroepscategorie in een mythische sfeer van onderzoeksjournalistiek en diepgravende duiding. [...] De beroepsjournalisten waren de hogepriesters van de waarheid, zo leek het wel." Hoofdredacteur van De Werktitel Georges Timmerman heeft het daar expliciet over in zijn edito Enthousiasme:

De belangrijkste taak van journalisten is nog altijd (te proberen) de waarheid te vertellen – en dus niet om zoveel mogelijk kranten te verkopen of zoveel mogelijk kijkers te halen. Dat die waarheid meestal verduiveld goed verborgen zit, achter een dikke sluier van mist, maakt de uitdaging alleen maar spannender.

Zowel Timmerman als Van Braekel, en elk vanuit hun eigen achtergrond, beschouwt het internet als een zegen voor de journalistiek. Timmerman omdat hij het gevoel heeft dat hij dankzij het internet verlost is van een al te zwaar commercieel juk, Van Braekel omdat hij ziet dat het internet het monopolie op informatie van een al te linkse beroepscategorie doorbroken heeft:

Vandaag kan iedereen publiceren, reageren, doorsturen en experimenteren. De journalistieke activiteit is niet langer een privilege. Het mediaoligopolie wordt uitgehold door een overvloed aan websites en weblogs, die zonder kosten en zonder beperkingen kunnen worden opgezet.

De situatie waarbij de bevolking was aangewezen "op een handvol kranten, één of twee tv-omroepen en enkele radiokanalen" was volgens Van Braekel een aberratie "veroorzaakt door materiële beperkingen, hoge investeringskosten, een hoge instapdrempel voor nieuwe initiatieven, maar vooral door de coporatistische mentaliteit van de journalistieke kaste".

Het ontstaan van De Werktitel toont in ieder geval aan dat een blog inderdaad een manier kan zijn om materiële beperkingen en hoge investeringskosten te omzeilen. De instapdrempel voor nieuwe initiatieven ligt dankzij het internet al heel wat lager. Toch vindt De Werktitel het nodig om expliciet te vermelden dat de medewerkers professionele journalisten zijn. Is dat dan corporatisme? Of begeeft De Werktitel zich wel degelijk op de grens tussen burgerjournalistiek en beroepsjournalistiek? Volgens Van Braekel moeten we ons daar geen zorgen meer over maken:

De verzamelnaam 'journalisten' zullen we wellicht minder vaak gebruiken, en er zal in ieder geval geen aura meer omheen hangen. 'Ik ben journalist' zal even banaal klinken als 'ik ben klerk'. De vraag 'zijn bloggers journalisten?' is dus even zinloos – of zinvol – als de vraag 'zijn journalisten klerken?'.

Media & journalistiek in Vlaanderen kritisch doorgelicht, Johan Sanctorum en Frank Thevissen (reds.), Uitgeverij Van Halewyck, 2009. Kostprijs: 25 euro.

LEES OOK
Ton Rennenberg / 23-03-2020

De vragen na het boek van Tom Van Grieken

Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken heeft een tweede boek gepubliceerd. Sommige vragen beantwoordt hij, andere worden worden ontweken. 
29372965544_0dc0acdec9_o
Yoeri Maertens / 16-11-2018

Toename parlementaire vragen speelt vooral Weyts parten

Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) wordt nog maar eens op het matje geroepen omdat hij meer info verstrekt aan de pers dan aan de parlementsleden. Over het algemeen…
39527733054_5e7b65fdc6_o
Tom Cochez / 20-05-2016

Koen Kennis weigert debat Ringland

Schepen en bestuurslid BAM komt terug op deelname aan debat met alle betrokkenen in De Roma na kritische analyse op Apache.
Reporters_21556489-min