Basta! Basta!

Tom Cochez
Basta
Waarom zijn de Neveneffecten er moeiteloos in geslaagd om eerst de hele journalistieke professie de broek af te steken om vervolgens te tonen hoe het wel kan? Die vraag wordt netjes geklasseerd.
Basta
Waarom zijn de Neveneffecten er moeiteloos in geslaagd om eerst de hele journalistieke professie de broek af te steken om vervolgens te tonen hoe het wel kan?

Basta! En nu voor mij een ossobuco’ schreef Yves Desmet gisteren in De Morgen. Een opiniestuk bedoeld om duidelijk te maken dat Basta in het beste geval goede televisie is maar één ding vooral niet: journalistiek. Data Driven, het fake onderzoeksbureau waarmee de Neveneffecten ‘de media’ succesvol van verkeerde persberichten voorzagen? De schandalige belspelletjes die dankzij Basta nu toch min of meer verdwenen zijn? Het doet er niet toe. Gewoon goede televisie, volgens Yves Desmet.

Bovendien, zo lezen we verder, kunnen “de middelen die daarvoor nodig zijn, alleen worden opgehoest door een groot mediabedrijf als Woestijnvis, dat nog de mogelijkheden heeft om tijd, mensen en middelen in programma's te investeren”. De Persgroep, de groep waar De Morgen deel van uitmaakt, mikt naar eigen zeggen voor 2011 op een omzet van een miljard euro, maar kan dat blijkbaar niet. Misschien wel omdat ze als aandeelhouder van de VMMa jarenlang stevig geld verdiende aan de belspelletjes.

Het is niet de eerste keer dat De Morgen zich afzet tegen mediakritiek. Volgens Yves Desmet is het zelfs eerder “tijd voor kritiek op de mediakritiek. Daar kan vanzelfsprekend niemand wat op tegen hebben, maar terugschieten lijkt voor de reguliere media belangrijker dan luisteren naar mediakritiek.

Gespannen voet

Afgaand op de uitschuiver van vorige week – De Standaard en de VRT kondigden foutief het ontslag  van ACV-voorzitter Luc Cortebeeck aan op basis van een valse mail – is er alleszins nog werk aan de winkel. En de mea culpa van hoofdredacteurs Bart Sturtewagen en Karel Verhoeven die afgelopen weekend onder het kopje ‘Boetekleed’  in de krant verscheen, voorspelt ook al niet veel goeds.

Wie het stuk leest, stelt vast dat de hoofdredactie van De Standaard even door het stof kruipt, daarna zegt dat er geen verschoning voor de fout bestaat om vervolgens de verschoningsgronden op te sommen. “De Standaard zoekt geen verschoningsgronden. Niet in het late uur waarop de redactie schaarser is bevolkt. Niet in het feit dat iemand ons moedwillig heeft bedrogen. Niet in het feit dat collega's van een andere redactie ook werden verschalkt.” ’t Is maar dat u het weet.

Maar wat zal er ten gronde gebeuren? De lezer verneemt dat de krant zal zoeken “naar verdere verfijning van onze procedures met de bedoeling het voortaan beter te doen”. We lezen ook dat snelheid voor De Standaard een “wezenlijk onderdeel (is) van de kwaliteit van journalistiek. Maar die snelheid staat op gespannen voet met andere kwaliteitsaspecten, zoals bronnencontrole en inhoudelijke toetsing.”

Dat is een zeer opmerkelijke stelling. Hoe kan snelheid nu op gespannen voet staan met elementaire bronnencontrole en inhoudelijke toetsing? Ze moet er compleet ondergeschikt aan zijn. Wie dat principe op de helling zet, morst met de nu al tanende geloofwaardigheid van de media.

Broek op de enkels

Het opiniestuk van Yves Desmet en de mea culpa van de hoofdredacteurs van De Standaard getuigen van eenzelfde grondhouding: een totaal gebrek aan bereidheid om te kijken naar wat er echt verkeerd loopt. Heeft u ergens kunnen lezen welke maatregelen er precies werden genomen om een herhaling van Data Driven te voorkomen? Welke “verfijning van de procedures met de bedoeling het voortaan beter te doen” er nadien zijn gekomen? Wij hebben alleszins vooral artikels gelezen die meer te maken hebben met corporatisme en belangenverdediging dan met de bereidheid om te luisteren.

Het opiniestuk van Yves Desmet en de mea culpa van de hoofdredacteurs van De Standaard getuigen van eenzelfde grondhouding: een totaal gebrek aan bereidheid om te kijken naar wat er echt verkeerd loopt

Waarom zijn de Neveneffecten er moeiteloos in geslaagd om eerst de hele journalistieke professie de broek af te trekken om vervolgens te tonen hoe het wel kan? Die vraag wordt netjes geklasseerd. Wegens te bedreigend. Snel de broek terug optrekken. Het is een logische reflex.

Waarom zouden toonaangevende figuren in de media iets anders doen? Binnen de journalistieke wereld heeft op het eerste zicht niemand baat bij mediakritiek. Journalisten die het wel doen riskeren zichzelf in nesten te werken en mediahuizen zitten er om voor de hand liggende redenen niet op te wachten. Een stille afspraak tussen mediahuizen wil dat er onderling ook geen schoten worden gelost. Toch nooit over de grond van de zaak.

Eigenbelang

Het is een evenwicht dat comfortabel oogt maar tegelijk een grondstroom miskent die al enkele jaren aanwezig is. Een grondstroom die zowel van links als van rechts komt. Universitaire en hogeschoolopleidingen journalistiek ademen vandaag mediakritiek. Facebook bulkt van de mediakritiek en onderzoeken tonen jaar in jaar uit hoe het vertrouwen in de media smelt als sneeuw voor de zon.

Doorgaans staan media op de eerste rij om dat soort maatschappelijke tendensen te lezen en te duiden, maar deze grondstroom werd nergens opgepikt. Of beter: hij wordt wel opgepikt maar uit eigenbelang ontkend. Iedereen die op een redactie met de ogen open loopt, ziet de nefaste impact van een doorgedreven commercialisering op het nieuws. Dat er niet of nauwelijks over geschreven wordt, is dus in zeker zin een collectieve verantwoordelijkheid van Vlaamse journalisten. De uitzonderingen zijn er, maar het zijn uitzonderingen.

Opmerkelijk is dat het in de ons omringende landen wel journalisten zijn geweest die de kat de bel hebben aangebonden. Journalisten met een gevestigde naam die ‘mediakritiek’ een gezicht hebben gegeven. Mensen die hun journalistieke merites en hun machtspositie op de krant hebben gebruikt om hun pen te nemen en, de wind pal op de neus, toch te schrijven waar het op stond. The Guardian journalist Nick Davies geldt met zijn ‘Flat Earth News’ als schoolvoorbeeld. In Vlaanderen gebeurt dat niet. Of de pogingen zijn, al dan niet bedoeld, onvoldragen. Zou het toeval zijn dat het, met Knack-hoofdredacteur Karl Van den Broeck als uitzondering, in dit landsgedeelte vooral ‘gepensioneerde’ journalisten zijn die in een boek zoals De Vierde Onmacht hun nek durven uitsteken?

Kans

Het gevolg is dat mediakritiek in Vlaanderen overgelaten wordt aan hele of halve buitenstaanders. Dat is een spijtige zaak, want sommige mediakritiek is inderdaad (te) gemakkelijk en te vrijblijvend. Impliciet geeft ze zelfs argumenten om mediakritiek als discipline af te serveren. Gelukkig zijn er nog columnisten die af en toe een duw in de goede richting geven, maar veel verandert er niet, zo bewijst dit nog jonge nieuwe mediajaar.

Er is ook niets dat er op wijst dat er snel iets zal veranderen. De haast activistische televisie van de Neveneffecten zou het verschil gemaakt kunnen hebben. Hun aanpak heeft Vlaanderen even in de ban gehouden. Het was de geknipte voorzet voor ‘dé media’ om zichzelf echt kritisch tegen het licht te houden. Niet dus. Corporatistische reflexen en belangenverdediging halen het op de bereidheid om in eigen boezem te kijken. Die egelstelling vreet, meer nog dan de foutieve berichten en de uitschuivers zelf, aan de fundamenten van ‘dé media’.

LEES OOK
Georges Timmerman / 31-10-2011

Verduyn Ludwig

Ludwig Verduyn, geboren in 1960 in Waregem, is momenteel hoofdredacteur en eigenaar van Actua TV. Hij begon zijn carrière bij het maandblad Metro. Later werd hij journalist bij De…
apache
Georges Timmerman / 31-10-2011

Van Isacker Klaus

Klaus Van Isacker, geboren in 1964, studeerde geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Gent. Nog tijdens zijn studies begon hij als medewerker van de regionale redactie van Het…
apache
Georges Timmerman / 31-10-2011

Mijlemans Peter

Peter Mijlemans is afkomstig uit Olen. Hij is een broer van de in 1987 overleden Marc Mijlemans, die een getalenteerd journalist en muziekcriticus was bij Humo.
apache