Het is dankzij die mappen dat ik het woord ‘reproductie’ leerde kennen (ook Bruegel’s Boerendans aan de muur van de eetkamer bleek een reproductie te zijn). Dat woord heeft altijd een beetje een connotatie van teleurstelling gehad: het was voor mij een geleerd woord voor “niet echt”. Ik kan dus begrijpen dat er met vreugde werd gereageerd op het nieuws dat, later deze week, de grot van Altamira weer toegankelijk wordt voor de gewone bezoeker – althans voor gelukkige gewone bezoekers. Vijf personen per week, gekozen door het lot, zullen de kans krijgen de originele prehistorische rotstekeningen (waarvan de oudste dateren van meer dan 18.000 jaar geleden) te zien.
De replica van de grot valt niet bij iedereen in de smaak: 15 % van de Tripadvisor reviews vinden het poor of terrible. Maar wat als een reproductie werkelijk natuurgetrouw is? Wat is het wezenlijke verschil tussen het originele luik van van Eyck’s Rechtvaardige Rechters en de kopie van de hand van Jef van der Veken? Misschien is het – zoals Patrick Allegaert, de directeur van het Gentse Dr. Guislain-museum in het radioprogramma De Bende van Annemie suggereert – de "hand van de schilder" die natuurlijk enkel aanwezig is in het origineel. Maar wat doe je dan met vervalsingen als die van Han van Meegren (wiens Emmaüsgangers meerdere experts om de tuin leidde) en van Geert Jan Jansen (Karel Appel certificeerde één van Jansens vervalsingen als zijn eigen werk)? Is het dus de wetenschap dat het écht om een doek, dat een beroemd kunstenaar in handen heeft gehad, en met zijn penselen bewerkt, die een schilderij meer betekenis, en meer waarde geven?
Niet alleen in de kunst
Het fenomeen beperkt zich overigens niet tot kunstwerken. De échte jurk die Marilyn Monroe in de The Seven Year Itch laat wapperen in de updrafts van de new Yorkse metro, en de échte gitaar waarop George Harrison speelde tijdens de opnamen van het Beatles-album Revolver verschillen in geen enkel materieel opzicht van een jurk in dezelfde stof en volgens hetzelfde patroon gemaakt, of van een commercieel verkrijgbare Gibson SG Standard. Marilyn Monroe heeft evenwel enkel die éne jurk echt gedragen, en George Harrisons vingers beroerden enkel díé gitaar. Dat blijkt voldoende reden te zijn geweest voor iemand om in 2011 bij een veiling $4,6 miljoen neer te tellen voor de jurk (waarvan je een replica kunt kopen voor $375), en ook die welbepaalde gitaar van Harrison veranderde in 2004 van eigenaar voor ruim een half miljoen dollar (een gloednieuwe SG Standard kost net geen $1.500, al moet je voor een historic reissue exemplaar wel al 2.000 dollar meer overhebben).
Helemaal opmerkelijk is het feit dat, zelfs in het niet-materiële domein, een vergelijkbaar onderscheid blijkt te worden gemaakt. Een eerder opgenomen vertoning van een opera verschilt bijvoorbeeld niet van een film, en weinigen zouden dan ook bereid zijn er meer dan de normale prijs van een cinematicket te betalen – ongeveer £9 (€12) in mijn lokale bioscoop. Maar laat het bijvoorbeeld om een livestream gaan uit de Metropolitan Opera van Mascagni’s Cavalleria Rusticana en Leoncavallo’s Pagliacci, en de marktprijs verdrievoudigt zowat naar £26.50 (€36), ook al is de werkelijke ervaring (zitje in de bioscoop, projectie op het scherm) niet anders dan bij een filmvertoning. En dat is nog altijd een stuk minder dan wat een kaartje voor een echte live vertoning in New York kost: voor een beetje een degelijke plaats betaal je al gauw meer dan $100, en voor de duurste plaatsen bedraagt de prijs $385 (€350).
Het nut voorbij
Het objectief meetbare nut van een origineel schilderij, van een gitaar die ooit bespeeld is geweest door een echte Beatle, of van de projectie op een groot scherm van een vertoning die op dat eigenste moment wordt uitgevoerd, dat nut is niet groter dan dat van een haarfijne waarheidsgetrouwe kopie van het werk, van eenzelfde instrument dat net uit de verpakking komt, of van de projectie van een digitaal bestand van een opname van een vertoning die zes maanden geleden plaatsvond. Het verschil zit hem in de authenticiteit.
Waarom waarderen we authenticiteit in objecten of zelfs ervaringen zozeer – soms op het extreme af, gezien de bedragen die op veilingen worden betaald? Misschien is dat wel omdat authenticiteit ook een belangrijk facet is in de manier waarop we met elkaar omgaan. We hebben meer respect voor wie trouw is aan zijn persoonlijkheid, zijn principes, zijn aard en karakter, dan voor iemand die ons – en iedereen – naar de mond praat.
Wellicht is wat we ervaren wanneer we een authentieke 18.000 jaar oude rotstekening zien, wanneer we het geboortehuis van Shakespear bezoeken, wanneer we een juweel betasten dat nog om de hals van onze betovergrootmoeder heeft gehangen vergelijkbaar met wat we voelen wanneer iemand zich op een authentieke manier gedraagt. En dan is het niet zo vreemd dat we die ervaring van echtheid zo intens naar waarde schatten.