Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Geen toeval?

Koen Smets
Koen Smets
Koen Smets

Die middag vonden meer dan driehonderd mensen de dood bij een van de grootste rampen in België in vredestijd. Toen bleek waaraan de moeder van mijn vriend was ontsnapt, dook de term ‘engelbewaarder’ geregeld op in de conversatie, zowel op school als in onze beide families. Zij waren – zelfs naar de toenmalige maatstaven – behoorlijk religieus, en welke andere verklaring kon er dus zijn voor het feit dat ze gespaard was gebleven? Dat kon toch geen toeval zijn?

Ik moest aan deze episode terugdenken toen ik, afgelopen donderdag, een jong gezin op de televisie zag dat op het laatste moment van vlucht was veranderd, en dus niet aan boord was van de fatale vlucht MH17. De moeder was er vast van overtuigd “dat er iemand over hen waakte”. Beide voorvallen zijn voorbeelden van hoe sterk ons ingebouwd mechanisme is om verklaringen te bedenken voor wat we waarnemen, en om in die waarnemingen tekens te zien van datgene waarin we vooraf al geloofden.

Patroonherkenning

Ons vermogen om patronen te herkennen is een belangrijke factor in onze intelligentie, maar dat vermogen speelt ons wel eens parten. We zien paarden in wolken, monsters op het behangpapier, of Christus in een stuk toast – dit staat bekend als pareidolia. Maar we zien ook oorzakelijke verbanden waar het in werkelijkheid om toeval gaat.

Paarden zien in wolken (Foto: Koen Smets)
Paarden zien in wolken

In een recente taalblogpost beschrijft Ann De Craemer een fenomeen dat ze zelf mooi ‘puntplassen’ noemt: zo vaak gebeurt het dat er een punt wordt gescoord net wanneer men even is gaan plassen, dat sommigen denken dat door naar het toilet te gaan een doelpunt te kunnen bewerkstelligen. Zo lijkt het ook te volstaan onder de douche te gaan staan, om de telefoon te laten bellen.

Zelfs de grote wetenschapper en scepticus Carl Sagan vertelt een anecdote waarin hij droomt dat zijn vader was overleden – hij schiet wakker, contacteert zijn vader, en natuurlijk is zijn vader springlevend (20:50 in dit clipje). “En toch,” zegt hij, “zou niemand me ervan hebben kunnen overtuigen dat ik geen voorspellende droom had gehad, mocht mijn vader die nacht echt zijn overleden. Ook al weet ik best dat onze dromen bevolkt zijn met onze bekenden, en dat die bekenden komen te sterven. Als je kijkt hoeveel  mensen er zijn in de wereld, die elke nacht in hun dromen familie en vrienden laten optreden, dan komt het onvermijdelijk voor dat iemand droomt over een bekende die precies die nacht is overleden, of de volgende dag zal komen te overlijden.”

Dit soort eenzijdige gebeurtenissen heeft de neiging onze perceptie te vervormen. Wanneer we over iemand gedroomd hebben die niet is overleden, of wanneer iemand overlijdt waar we niet over hebben gedroomd, dan is dat niet iets dat we ons herinneren; het valt ons evenmin op wanneer we, ongestoord door telefoongerinkel, een douche nemen, of wanneer de telefoon belt wanneer we niet net in bad zitten. Het is wat in het oog springt dat indruk maakt, en dat ons patroonherkenningsmechanisme op gang zet.

En wanneer we vooraf al geloven in bepaalde verbanden of wetten, dan is het verleidelijk om gebeurtenissen die dat geloof bevestigen te omarmen, en al wat er tegenin gaat te negeren. Voor elk verhaal dat door een engelbewaarder verklaard wordt, is er ook minstens eentje dat het idee in twijfel trekt – niet in het minst het verhaal van elk van de dodelijke slachtoffers van een ramp.

Het is wat in het oog springt dat indruk maakt, en dat ons patroonherkenningsmechanisme op gang zet

Coïncidenties kunnen ook onze toekomstige keuzes beïnvloeden. Zo zijn er ongetwijfeld heel wat mensen die van mening zijn dat het geen toeval kan zijn dat Malaysia Airlines twee keer op enkele maanden tijd een vliegtuig met honderden inzittenden verliest. De luchtvaartmaatschappij heeft aan iedereen die reeds een reservatie had aangeboden kostenloos hun vlucht te annuleren of uit te stellen – zelfs als het om niet-terugbetaalbare tickets gaat. Dit is begrijpelijk vanwege de maatschappij, maar is het zinvol als reiziger Malaysia Airlines te vermijden?

Nate Silver bekijkt de situatie bij de 56 top-100 luchtvaartmaatschappijen die continu hebben gevlogen sedert 1985, en constateert dat dodelijke incidenten zeer onvoorspelbaar zijn (voor Malaysia Airlines was het begin dit jaar sedert 1995 gelden dat er nog een dodelijk incident had plaatsgevonden). Dat betekent niet dat alle maatschappijen even veilig zijn, maar het betekent wel dat twee recente incidenten een onbetrouwbare indicator zijn.

Die neiging die we hebben om overal patronen te zien, ook wanneer die er niet zijn, is moeilijk te onderdrukken. Al te vaak kunnen we ons niet van het gevoel ontdoen dat een fenomeen het gevolg is van een mysterieuze wetmatigheid of van een bovennatuurlijke interventie. Of erger nog, dat we ergens de verantwoordelijkheid dragen voor een kleine of grote tragedie: “had ik maar niet de snelweg genomen...”, “was ik ze maar gaan ophalen...”, of “hadden we maar niet gestopt voor een drankje...”: het lijkt er soms zo sterk op dat het een keuze van onszelf was die de aanleiding was voor de tragedie.

We doen er best aan dat soort verklaringen en gedachten achterwege te laten. Laten we liever het toeval in ere herstellen: het was door toeval, en niet door de voorzienigheid, dat mijn vriend een schooljaar lang in twee verschillende schoenen heeft rondgelopen.

LEES OOK
Koen Smets / 10-01-2020

Onverdiend loon

Is meritocratie een waardig ideaal als het verstoord kan worden door gelukkig toeval, iets wat we niet echt verdienen? Of is het allemaal niet zo simpel?
4 leaf clover